dinsdag 30 augustus 2011

Dag 43 - 29 augustus: van Sacramento naar San Francisco

Dag 43 – Maandag 29 augustus: van Sacramento naar San Francisco


(voor wie wil: de foto's zijn nu vanaf dag 37 helemaal bijgewerkt. En voor wie het niet wist: dubbelklikken = vergroten, met de 'back'knop van je browser kom je daarna weer terug in het blog)

Dat was de laatste keer in een tentje voorlopig. Waarom we dat kamperen op deze manier nu zo heerlijk vinden weet ik eigenlijk niet. Het is bijvoorbeeld heel vervelend als je er ’s nachts uitmoet en daarbij over de ander heen moet kruipen in de hoop dat je daarbij zijn of haar ledematen niet breekt; vervolgens de rits van de deur zoekt maar per ongeluk de rits van het muskietendeurtje te pakken hebt; als je dan de tent eindelijk open hebt moet je nog je slippers zien te vinden die onder een dubbelgeklapt zeiltje liggen; de weg naar de w.c. zoeken (of naar een afgelegen boom en hopen dat je daarbij niet in de greppel valt)); en tenslotte proberen de weg weer terug te vinden in de hoop dat je geen beer tegenkomt, waarna voorgaand verhaal zich in omgekeerde volgorde nogmaals afspeelt en afgesloten wordt met de worsteling om weer in je slaapzak te komen.
Maar toch blijft het onze favoriete manier om vakantie te houden….want wat is er heerlijker dan ’s ochtends vroeg met de vogels op te staan, je brandertje op de tafel te zetten en de lekkerste koffie te zetten die er maar bestaat? Om ’s avonds om je eigen kampvuurtje te zitten en al mijmerend voor je uit te staren? Je slaapzak in te kruipen in je kleine tentje en het daarin heerlijk warm te hebben? Moeilijk uit te leggen aan niet-kampeerders. Het een is ook zeker niet beter dan het ander, maar dit is voor ons nu eenmaal puur genieten. Zo heeft ieder zijn eigen manier.
De hele zomer hebben we gespeurd naar pelikanen. We hebben er wel wat gezien, maar deze ochtend kwamen ze ons als het ware uitzwaaien. Een koppel van zes stuks streek neer aan de korte kant van het meer. Toen begonnen ze, als waren het politiemensen op zoek naar bewijs in een weiland, het meer systematisch van vis te ontdoen. Ze doken met hun kop naar beneden, schudden eens flink met hun snavel en slokten zo de ene na de andere vis naar binnen. Ze deden er ongeveer tien minuten over, toen waren ze aan de andere kant van het meer en was het ontbijt achter de kiezen. Schitterend gezicht! Alleen de vissers, die vissen achter het net…..

Aanvallûh......





En de ganzen op de kant keken verbijsterd toe....het was toch hún meer??


De eigenaars van het meer

Wij hadden werk te doen. We moesten alles uitzoeken voor de Goodwill en onze tassen zó inpakken dat het gewicht min of meer gelijk verdeeld was. Dat lukte allemaal voorspoedig en na deze inspanning was een douche wel op zijn plaats (38 graden nog steeds). Om klokslag twaalf reden we weg. Bij de Starbucks dronken we ijskoffie en aten we een verrukkelijke Morning Bun. Ik weet niet of ze die bij de Nederlandse filialen ook hebben, maar het houdt het midden tussen suikerbrood en een muffin. Warm zijn ze het allerlekkerst.
Aldus gesterkt begonnen we aan het allerlaatste traject: San Francisco International Airport. Omdat we helemaal geen haast hadden reden we binnendoor, via de 160. Heel grappig, alsof je langs de IJssel reed, zo’n Hollands aandoend landschap. Enige verschil: de eindeloze wijngaarden die de weg flankeerden. 






Ze hadden er heel aparte ophaalbruggen ofwel drawbridges die eruit zagen alsof iemand zich ernstig had uitgeleefd met zijn meccanodoos. Elke keer als je eroverheen reed had je het gevoel dat je ook hebt als je het boodschappenwagentje van Albert Heijn over de grote inloopmat duwt: je kunt hoe dan ook niet rechtuit. Ik vraag me af wat er gebeurt als je heel hard over zo’n brug gaat, volgens mij kun je dan echt je stuur niet recht houden.




Na het landelijk gebeuren kwamen we in de drukke omgeving van San Francisco terecht. Slechte wegen, zes banen tegelijk, veel verkeer. Maar we hadden ons goed voorbereid en de route exact uitgeschreven. Dat bracht ons vlot op de juiste plek. Het motel was schoon en prettig ingericht. Bovendien, niet onbelangrijk, het lag op loopafstand, zelfs op kruipafstand indien noodzakelijk, van ons favoriete restaurant: the Hungry Hunter. Daar waren we vorig jaar en we waren aangenaam verrast door de kwaliteit van het eten. Dus vanavond gaan we daar weer eten, een mooie afsluiter!

Dag 42 - 28 augustus: Sacramento

Dag 42 – Zondag 28 augustus: Sacramento

Vanmorgen hebben we eerst het blog bijgewerkt en geprobeerd even te skypen met de kinderen. De verbinding was echter heel slecht (zoals vaak het geval is) dus hebben we het maar bij de chat gehouden.
Onze tent stond op een lange strook gras (ja, GRAS, heerlijk!) die uitsluitend voor tenten bedoeld was. Opeens verscheen er een dame, sigaret in de ene hand en hondenlijn in de andere, die in deze tentstrook de ultieme uitlaatplek voor haar viervoeter zag. Ik keek het geheel enigszins verbouwereerd aan maar omdat de hond zich gedeisd hield zei ik niets. We aten iets en maakten ons gereed om naar Sacramento te gaan. Tot mijn stomme verbazing verscheen ook de dame met de hond weer. Ze moedigde Bello van harte aan te doen wat hem te doen stond. Toen kon ik het niet laten en vertelde haar dat dit voor TENTEN was, niet voor honden. Ik bedoel, je stelt je bij kamperen toch iets anders voor dan ’s morgens uit je tent meteen in de modder te stappen? Wat dan geen modder blijkt te zijn maar een heel andere, onwelriekende substantie?
Hoe dan ook, mevrouw werd furieus maar taaide wel direct af. Om gedoe te voorkomen heb ik het voorval even gemeld bij de receptie. Daar gaven ze me groot gelijk en meteen werd de manager op de hoogte gesteld. Nog geen vijf minuten later kwam het elektrische karretje voorrijden bij betreffende caravan en er ontspon zich een heftige woordenwisseling waarbij de eigenares van de hond zich niet onbetuigd liet. Ze wees woedend naar het gras, toen weer naar de andere kant en wist van geen ophouden. Uiteindelijk werd ze iets rustiger en het karretje-met-manager maakte zich uit de voeten.
Na dit oponthoud vonden wij het wel mooi geweest en we reden naar Old Sacramento. Dat bleek een ontzettend leuk, vrij authentiek gehouden stadsdeel te zijn waar zich toevallig van alles afspeelde. Net als vorig jaar in Bodie liepen er heel veel mensen verkleed rond en hoe onecht het ook mag zijn, het ziet er echt leuk uit. Bert ging zelfs met Uncle Sam op de foto, dat mag wel in de krant (een blog is ook wel goed)! 



We luisterden naar een redevoering van Mark Twain, dwaalden rond in de straatjes en vermaakten ons opperbest. 
Mark Twain in actie
Een heerlijke lunch van geglaceerde kippenvleugeltjes en een dip van crab en artisjok met eigengebakken brood in een schitterend oud Jugendstil pand droeg zeker bij aan de feestvreugde. Met prachtige glas-in-loodramen en Tiffany-lampen. Je snapt niet dat het eten dan zo goedkoop is...daar zou men bij ons wel een slaatje uit slaan.
Lady in Blue, uitgevoerd in glas-in-lood


Pas om zes uur reden we het kampeerterrein weer op. En ziedaar: onze hondenvrienden waren weg! Nu sluit ik dit stukje af en gaan we onze laatste kampeeravond vieren met – jawel – witte wijn en geitenkaas. Morgen brengen we alles naar de Goodwill, een nachtje motel en dan: op huis aan. We hebben nu al heimwee naar dit land….kan dat??

Dag 41 - 24 augustus: van Lassen naar Sacramento


Dag 41 – zaterdag 27 augustus: van Lassen naar Sacramento

Het is onwaarschijnlijk hoe goed we uitkomen met de planning. We hebben geen moment het gevoel gehad dat we ons moesten haasten, of ergens korter moesten blijven dan we eigenlijk wilden. Zes weken is precies goed voor dit rondje. Als je minder tijd hebt zul je echt moeten schrappen. Vandaag reden we door het zuidwestelijke deel van Lassen het park uit. Zoals we gisteren al dachten zijn de meeste bezienswaardigheden daar te vinden. We reden tot ongeveer 2450 meter hoog in de richting van de vulkaan en konden weer schitterende plaatjes maken. Wat een prachtnatuur! De kleuren lijken soms wel onnatuurlijk, alsof iemand ze handmatig heeft aangebracht.  









De sneeuw die er lag zorgde voor een bijzonder vormenspel:







Een bergmeer, het Emerald Lake, was zoals de naam al aangeeft diepgroen van kleur was door de algen die erin groeien. Dit in tegenstelling tot de andere bergmeren die eigenlijk altijd blauw zijn.



We zagen nog een mudpot maar na die van Yellowstone gezien te hebben viel deze toch in de categorie ondermaats. Nou, dat is niet helemaal waar, het is en blijft een merkwaardig fenomeen. Je wordt wel heel direct geconfronteerd met datgene wat zich onder de aardkorst afspeelt.



Met Lassen sloten we het natuurgedeelte van onze reis af. Via een lange, vrij saaie kronkelweg reden we richting Sacramento voor onze laatste twee kampeernachten. Omdat we moesten tanken gingen we bij Oroville even van de weg af. Daar zagen we, behalve een tankstation, ook een aanwijzing naar een Chinese Tempel: historisch erfgoed. En aangezien we nog steeds vakantie hadden zijn we erheen gereden. Het was echt iets bijzonders: ten tijde van de Goldrush kwamen er heel veel Chinezen, voornamelijk mannen, naar Oroville om goud te zoeken. (Oro = goud, vandaar de naam van het stadje). Op een goed moment was er een Chinese gemeenschap van 10.000 mensen. De tempel, gebouwd in 1863, en alle ruimtes eromheen zijn bewaard gebleven en gerestaureerd in 1949. Een juweeltje!








Bij een MacDonalds zochten we een camping in Sacramento. Om eerst de stad helemaal in te rijden en dan eindeloos te moeten zoeken leek ons namelijk niet zo’n goed plan. We vonden een KOA-camping, vlakbij de I-80 die we maandag naar San Francisco moeten hebben. Weliswaar vlakbij de snelweg dus, maar we kregen een mooie, rustige plaats aan het water. Oordoppen doen de rest dan wel.



Als avondeten maakten we ons laatste blik op, Irish Stew. En als je maar heel hard dacht dat het heus geen hondenvoer was, was het best eetbaar. Morgen een beetje luieren en even Sacramento bekijken. Het is bijna voorbij…..

zondag 28 augustus 2011

Even tussendoor

Even tussendoor: ik had per ongeluk dag 37 vergeten in te voegen. Om de chronologische volgorde te behouden heb ik daarom eerst bericht 38 verwijderd. Daarmee zijn ook de reacties weg. We kunnen iedereen geruststellen: van een orkaan weten en merken we hier helemaal niets! Het is 38 graden en windstil ongeveer hier in Sacramento....


Dag 40 - 26 augustus: Lassen


Dag 40 – vrijdag 26 augustus: Lassen Volcanic NP


Lassen was maar 75 mijl rijden. We hadden dus geen haast en deden rustig aan. Omdat we hier steeds zo vroeg gaan slapen ben ik ook steeds vroeg wakker: vanmorgen al om vijf uur…ik heb mijn boek toen maar uitgelezen. (Zeitoun is qua inhoud enigszins vergelijkbaar met de ervaringen die de twee Engelse jongens hadden in Guantánamo Bay, haast angstaanjagend verfilmd in ‘the Road to Guantánamo’. Erg aangrijpend en vooral angstaanjagend.) 
Na een uurtje rijden stopten we bij een klein ontbijtcafeetje. Het was ook een bakkerij  en we haalden er een heerlijk appel-kaneelbrood. Het probleem met de treintickets hadden we nog niet op weten te lossen dus we vroegen de eigenares van het café om raad. Bij de grote RV-campground hadden ze volgens haar wel internet, we moesten daarvoor een stukje terugrijden. Het klopte dat ze daar internet hadden, maar wij moesten natuurlijk juist printen. De dame van de receptie aarzelde even, en zei toen ‘Ok, I’ll let you, on our computer’…..wat geweldig. Tien minuten later waren de tickets gekocht en geprint. Geregeld! Wat een aardige mensen heb je toch. Het enige wat we nu nog moeten hopen is dat ons vliegtuig geen vertraging heeft.  Maar we hebben wel enige speelruimte gelukkig.
       Om 13.15 stond de tent op de Manzanita Lake Camgpround.  Ja, weer héél vrij….alleen wel in het grijze zand. Alles heeft zijn prijs tenslotte en schoon worden we later wel weer. Er zijn hier gelukkig wel douches.
       We reden het park in, tot ongeveer halverwege. Wel mooi, maar niet bijzonder. 










       Vermoedelijk lag het mooiste gedeelte aan de zuidwestkant maar die wilden we voor morgen bewaren. Rond half vier waren we dus weer terug op de campground. We hebben er heerlijk rustig zitten lezen. Eind van de middag gingen we richting douche. Expres niet eerder: als je het een beetje slim aanpakte kon je na het douchen sokken en schoenen aantrekken, hield je in elk geval tot de volgende ochtend schone voeten. Eerder op de dag was het daarvoor echter nog te warm. De douches moesten betaald met vier quarters, goed voor drie minuten douchen. Na tweeënhalve  minuut gaf hij een signaal en kon je er geld bijgooien. Deed je dat echter te laat, moesten er opnieuw vier quarters in. Het water was precies goed, lekker warm. Alleen maakte de douche zelf wel wat kabaal, alsof er iets niet helemaal goed was. Maar goed, de shampoo moest op dus maar eens flink in de fles geknepen en een heleboel schuim op mijn hoofd geboetseerd. Opeens….geen water meer……dus als een haas munten erbij gegooid, gelukkig, weer warm water. Dat wil zeggen: drie seconden. Toen niets meer. Nog een muntje erbij, hielp ook niet. Het rare geluid, wat ik ten onrechte voor een mankement had aangezien, bleek het signaal geweest te zijn….Daar stond ik, van top tot teen in het schuim. Er zat maar één ding op: alles afdrogen met de handdoek. Zo gezegd zo gedaan, en de handdoek daarna om mijn hoofd gedraaid. Die shampoo moest er dan maar met koud water uit, bij de wasbak. Nou, dat was écht koud!
       Even later vertelde Bert over een soortgelijke ervaring, alleen was het water bij hem de eerste minuut steenkoud geweest. Maar hij had er meteen de sokken ingezet en had z’n  haar bijna helemaal uitgespoeld toen het water er de brui aangaf.
       Na deze interessante ervaring hebben we maar gauw een flesje wijn opengetrokken en een geitenkaasje geslacht.
       Misschien moet ik even  uitleggen waar dit ritueel vandaan komt. Toen mijn moeder nog leefde kampeerde ze vaak een weekje met ons mee in Frankrijk. Ze was een kampeerder van de oude stempel en heeft tot ze werkelijk niet meer kon in een klein tentje gekampeerd, met een laag stoeltje om op te zitten. De laatste keer dat ze meeging was ze 75. Onze favoriete gezamenlijke stek was bij een boerenfamilie in de Bourgogne, in de buurt van Cluny. We kampeerden daar in hun boomgaard, het was geen officiële camping. De boerin maakte zelf geitenkaas en de boer was een ware wijnliefhebber die ons graag adviseerde over de wijn van de streek. Elke avond dronken we daar dus een witte Bourgogne, meestal een Les Charmes van het huis Meursault. Gecombineerd met de verse geitenkaas is dat in de zomer voor ons nog altijd een bijzondere herinnering die voor ons onlosmakelijk verbonden is met die tijd, en die we graag in ere houden.
Na het aperitief maakten we maar weer eens een pastasaus. Voor zover we het kunnen bekijken raken we precies op tijd door onze voorraad heen. Zelfs de gasflesjes waren goed uitgerekend: voor het afwaswater moesten we de laatste fles aansluiten. Met nog twee dagen te gaan zou het uit moeten komen.
Het kampvuur was geweldig en hield ons behoorlijk warm. Om half tien was het om ons heen al doodstil dus goten we een flinke plens water over het vuur en hielden het daarna zelf ook voor gezien.

Dag 39 - 25 augustus: van Crater Lake naar Lassen Volcanic

Dag 39 – donderdag 25 augustus: van Crater Lake naar Lassen Volcanic NP

We naderen het eind van onze reis. Over zes dagen vliegen we weer naar huis, een heel raar idee. Vooral omdat we deze laatste dagen nog redelijk gevuld hebben met onder andere een bezoek aan het Lassen Volcanic NP. Het is een echte vulkanen-vakantie dit jaar! En elke keer weer anders. Mount St Helens en Craters of the Moon, je kunt ze op geen enkele manier vergelijken.
Vandaag reden we rustig aan richting Klamath Falls, waar geen enkele waterval te bekennen viel. Voor we daar aankwamen  zagen we heel toevallig cowboys in actie, niet als toeristische act maar echt aan het werk, de lasso’s losjes over de zadelknop gedrapeerd.  Ze dreven met het grootste gemak een kudde kalveren in twee groepen uiteen. 








In Klamath zochten we een Starbucks, niet alleen voor de koffie maar ook om internet te kunnen gebruiken. We moesten informatie vinden over de trein terug, vanuit Düsseldorf en ook een motel voor de laatste nacht in San Francisco boeken. Helaas was Klamath, althans het centrum ervan, omgetoverd tot een ware spookstad. Veel leegstand en wat duistere winkeltjes. Buiten het centrum vonden we een Fred Meyer, het grote warenhuisconcern uit Oregon maar daar hadden we niets aan. Vele kilometers verder was er gelukkig de vertrouwde M van McDonalds al van verre zichtbaar, daar is ook altijd WiFi, dus hebben we daar maar een pitstop gemaakt. Het verslag van gisteren konden we posten op het blog, de foto’s laden duurde ons echter veel te lang. De treinverbinding die we zochten was snel gevonden, en ik had al bijna op de bestelknop voor de tickets gedrukt toen ik me realiseerde dat we die tickets uit zouden moeten printen….en dat ging niet….Zonder kaartjes zijn we maar weer vertrokken. Hopelijk lukt het ergens anders nog. Aan het loket zijn ze ook wel te krijgen, maar dan twee keer zo duur.  Het motel hebben we wel kunnen boeken. Alleen ben ik vergeten de naam ervan op te schrijven….het gaat prima hier! We waren in de buurt van de Mount Shasta aangekomen, die slapende vulkaan hadden we vanuit het vliegtuig al overal bovenuit zien steken. 











Hij is 4316 meter hoog en de kegel wordt bedekt door vijf gletsjers. Het bijzondere is dat die gletsjers zich na 1950 alleen maar verdubbeld hebben in grootte, terwijl ze mondiaal overal juist in omvang afnemen. Bij een uitkijkpost maakten we foto’s van deze imponerende berg.
Het was nog niet zo laat, maar we wilden een beetje op tijd een plek zoeken zodat we nog wat konden lezen en een beetje luieren. Dat was geen probleem: al na een half uurtje vonden we een uitstekende campground, Fowlers, in het Shasta-Trinity Forest. Die campgrounds in het bos zijn hier eigenlijk allemaal zo’n beetje hetzelfde: ze liggen vaak aan een rivier (deze ook) en hebben altijd ruime plekken met vuurplaats en picknickbank. Onze plek was gedeeltelijk geasfalteerd, alleen de tent stond op de zachte bosgrond. Nooit heb ik kunnen vermoeden dat we nog eens blij zouden zijn met asfalt…..maar het was heerlijk dat je niet meteen pikzwarte voeten kreeg. 





Het was verder  behoorlijk warm zodat we blij waren dat we onder de hoge bomen stonden. We lazen een tijdje (ik ben begonnen in Zeitoun, alweer een boek dat je niet loslaat) en kookten daarna uitgebreid: spinaziesalade met zelfgebakken knoflookcroutons en uitgebakken spekjes, puree en weer een heerlijk mals stuk entrecote. De ijsblokjes in de koelbox zorgen ervoor dat je alles echt lang goed kunt houden. Het enige wat je moet doen is om de dag nieuw ijs erin gooien, maar dat kun je echt overal krijgen.
Het vuurtje brandde daarna snel. We worden er steeds handiger in en verzamelen soms onderweg al sprokkelhout om het aan te maken. Het wordt hier wel heel vroeg donker, om half negen zie je geen hand voor ogen meer. Maar dat hoeft ook niet, door het schijnsel van de vlammen heb je genoeg licht in je directe omgeving. En meer is niet nodig.