Dag 13 – Yellowstone
Vanmorgen vroeg, om 7.00, vertrokken we uit West Yellowstone naar het Yellowstone National Park. Bij de ingang werden we welkom geheten door een Ranger, en tegen betaling van $ 25 konden we naar binnen. Ze hebben overigens een goed systeem: als je de toegangsbonnetjes van de parken bewaart kun je ze, als je meerdere parken bezoekt, omruilen voor een algemene pas zodra je over de $80 komt. Dus als je nog niet zeker weet wat je gaat doen is dat een mooie optie.
Om een kampeerplek te bemachtigen op de Norris Campground moet je heel vroeg aan de poort staan, liefst vóór acht uur. Dat lukte ons ruimschoots, en zelfs toen stond er al een rij….maar het is gelukt, en we kregen een prachtige plek in het bos. Compleet met picknicktafel en vuurplaats.
Ons 30-dollar-tentje stond in een paar minuten, en omdat we zo weinig spullen mee hebben waren we ook zo ingericht. De slaapzakken die we hier gekocht hebben zijn volgens mij van binnen en van buiten van nylon dus dat zal wel lekker zweten vannacht. Misschien houdt het ons zelfs extra warm, geen overbodige luxe hier.
Eenmaal geïnstalleerd voelden we ons helemaal in ons element. We hebben koffie gezet, gewoon een filter boven de bekers gehangen en dat ging prima. Vanavond zelf koken, we kijken er nu al naar uit! Heerlijk, dat gerommel bij je tentje.
Dan over het park zelf. Al direct bij binnenkomst werden we gegrepen door de schoonheid ervan. Het lijkt hier en daar op Noorwegen, maar toch ook weer helemaal niet. We zagen kleine geisers, heel gek om zomaar warm water uit de grond te zien komen. Op één stuk leek het wel alsof er een dikke laag mist hing, maar ook dat was van geisers afkomstig.
Het eerste dier wat we zagen was een wapitihert. Stond doodrustig te grazen langs de kant. Daarna een eland, tjonge, wat een enorme dieren zijn dat!
Onze campground ligt prachtig, van hieruit kunnen we alles makkelijk bereiken en berijden. Dat hebben we dan ook gedaan. Overal langs de kant stonden mensen stil, en dan wist je al dat er weer wat wild te bespeuren was. Op een gegeven moment stonden we oog in oog met een enorme bison, die vlak voor ons de weg overstak. Hoe onschuldig ze ook liiken, ze zijn als ze agressief worden echt levensgevaarlijk en elk jaar belanden er wel mensen in het ziekenhuis omdat ze net iets te dichtbij kwamen.
Het gevaar zit hem hier niet alleen in de dieren, maar ook gewoon in de grond. Waar de geisers zijn lijkt de grond eromheen vaak heel solide, maar in feite is het niet meer dan een hele dunne korst waar je gemakkelijk doorheenzakt. Ook door dat soort onvoorzichtigheden komen mensen in de problemen en ernstige brandwonden is dan wel ongeveer het minst erge dat je kan overkomen.
Na de koffie bij de tent zijn we naar de Lower Falls gereden, prachtige watervallen. Daarna hebben we in het Canyon Visitor Centre wat informatiemateriaal gehaald en zijn we naar de Canyon zelf gegaan. Werkelijk schitterend! Wel een hele klim hier en daar, maar goed te doen. We zijn nog doorgelopen naar het zogenaamde Artist Point, dat zie je hier veel meer: een plek van waaruit je mooi kunt schilderen maar natuurlijk ook gewoon foto’s maken. Al met al zijn we een behoorlijke tijd onderweg geweest.
Omdat we al een hele lange dag achter de rug hadden besloten we daarna alleen nog naar de Norris geisers te gaan die bij de campground om de hoek liggen ongeveer. Nou, het ‘even’ hadden we beter weg kunnen laten: het was zo indrukwekkend mooi dat we er toch weer een hele tijd rondgelopen hebben. Dat is hier trouwens prima geregeld, er zijn overal wandelingen uitgezet over vlonders zodat je niet weg kunt zakken in de gevaarlijk dunne grond.
Het water borrelt en kookt, het stoomt en is aldoor maar in beweging. Je hoort het rommelen ondergronds en dat is een rare gewaarwording. Alsof de hel echt vlak onder het aardoppervlak zit….
Na deze wederom indrukwekkende ervaring hebben we bij de tent ons potje gekookt, wat hoewel simpel toch opperbest smaakte met een glaasje Californische wijn erbij.
Daarna vroeg in de slaapzak, wel met thermokleding aan want het werd toch koud….