zondag 28 juli 2013

Dag 20 - 26 juli: Carlsbad Caverns

(Foto's zijn inmiddels toegevoegd, maar doen geen recht aan alle schoonheid van de grotten. In het donker is het toch lastig goede foto's te maken.)


Carlsbad in New Mexico is voor ons het verste punt van de reis. Hierna reizen we weer terug in westelijke richting zodat we over drie weken het vliegtuig van San Francisco naar Chicago kunnen pakken. Maar zover is het nog lang niet!

Vandaag hadden we slechts één programmapunt: de Carlsbad Caverns. Dit was ook de enige reden om hier helemaal naar toe te rijden want verder is er in de buurt niet heel veel te beleven. Ja, de Guadeloupe Mountains, maar dat is alleen interessant wanneer je er toch langs komt. Op het AllesAmerika forum hadden we veel lovende verhalen gelezen over de grotten en ook werden we erdoor aangemoedigd vooral naar het uitvliegen van de aldaar huizende vleermuizen te gaan kijken.
Onze verwachtingen waren desondanks niet al te hoog gespannen. Grotten hadden we al vaker bezocht, de laatste keer een aantal jaar geleden in Slovenië.
Het parkeerterrein was nog niet halfvol toen we er rond één uur ’s middags aankwamen. We mochten op vertoon van onze America-the-Beautiful Pass zo doorlopen. Bij de ingang werden we eerst door een Ranger op de hoogte gesteld van de zwaarte van de tocht. Ruim anderhalve kilometer lang waarbij je 250 meter afdaalt om mee te beginnen, daarna een rondwandeling van nog eens dezelfde lengte alleen dan op min of meer gelijk niveau. Alles bij elkaar zeker zo’n tweeënhalf uur lopen. Dus als we zwakke knieën, versleten heupen of een hartprobleem hadden konden we beter met de lift gaan. We mochten alleen maar fluisteren en nergens van het pad afgaan. Ok, we beloofden trouw aan de Amerikaanse vlag en gingen aan de wandel. Je liep via de natuurlijke ingang naar binnen.



Het pad naar beneden. Je loopt zo de grot in!

Ooit zijn deze grotten ontdekt doordat iemand dacht dat hij rook ergens uit de grond zag komen. Bij nader onderzoek bleek het om duizenden vleermuizen te gaan, die uit diezelfde ingang naar buiten vlogen om hun kostje bij elkaar te scharrelen.
Er leek geen einde te komen aan het eerste stuk. We bleven om de haverklap stilstaan om de ene mooie formatie na de andere te bewonderen.




Sowieso spectaculair om zo een grot binnen te lopen. Je realiseert je tegelijkertijd hoe moeilijk dat vroeger geweest moet zijn, zonder goed pad en adequate verlichting. Hoe dieper we kwamen, hoe onwerkelijker het werd. Wat het nog indrukwekkender maakte was het gevoel haast alleen te zijn. Er waren wel andere mensen, maar het was niet echt druk. Bovendien hield iedereen zich aan het fluisteredict, zelfs gezinnen met vijf kinderen hoorde je niet. Aangekomen bij de ‘Big Room’ wisten we helemaal niet meer waar we kijken moesten. Zoveel schoonheid! Beeldhouwers zouden het zo niet voor elkaar gekregen kunnen hebben. Waar we in andere grotten geconfronteerd werden met allerlei gekleurde verlichting hadden ze hier de fenomenale ingeving gehad een lichttechnicus uit Broadway te vragen voor het uitlichten van de grotten. Dat resulteerde in een haast natuurlijke sfeer, hoewel dat natuurlijk nooit bereikt kan worden omdat het dan juist pikkedonker zou moeten zijn.

De bek van de walvis






































We liepen maar en liepen maar, eindeloos. Het geheel bestrijkt een oppervlakte van veertien voetbalvelden. Alhoewel het niet de allergrootste (ontdekte) grot ter wereld is, die is op Borneo te vinden, mag hij van ons wel als allermooiste te boek komen te staan. Al met al zijn we drieeneenhalf uur beneden gebleven. Je mág terug lopen, maar dat is niet gebruikelijk. En je moet vóór vijf uur dan de grot uit zijn, dat hadden we nooit gehaald. Dus met de lift in 60 seconden weer naar boven.

Het programma was nog niet afgelopen: om 19.30 mochten we ons in het amphitheater melden om het uitvliegen van de Mexicaanse Freetail-vleermuizen mee te maken. De tijd die we moesten overbruggen werd makkelijk gevuld door een hapje te eten in het restaurant en de foto’s te laden op de laptop en externe harddisk.

Om iets voor half acht zaten we, met vele anderen, paraat. Een vrouwelijke Ranger hield een heel goed en inspirerend verhaal over wat ons te wachten stond. Ze deed dat, zoals hier meestal het geval is, uit het hoofd en wist het op humoristische wijze te illustreren met voorbeelden uit het dagelijks leven. Zo vroeg zij aan alle aanwezige moeders of het hen óók een goed idee zou lijken ondersteboven te bevallen, hoeveel vleermuizen er in haar hoed zouden passen (tweehonderd) en of wij het op zouden kunnen brengen elke dag ons eigen lichaamsgewicht aan voedsel tot ons te nemen. Dat zouden dan wel heel wat pizza’s en hamburgers moeten zijn. Zij zelf zag er trouwens uit alsof ze dat wel probeerde, maar dat terzijde.

We kregen de instructie heel stil te zijn op het moment van uitvliegen, en kleine kinderen of baby’s die het niet vol konden houden moesten naar de parkeerplaats gebracht. Er mocht geen enkel fotoapparaat aan, ook geen mobieltje of iPad.
Opeens, het werd al schemerig, begon de lucht boven ons wat te bewegen. Ik dacht eerst dat de vogels, die ook hun nesten bij de ingang hebben, weer teruggekomen waren maar het waren al de eerste vleermuizen. Allengs kwamen er meer, tot ze met duizenden tegelijk uitvlogen. Kris kras door elkaar, soms namen ze weer een duik naar beneden om dan vervolgens rakelings over onze hoofden te scheren, op zoek naar voedsel.
Het was een unieke ervaring. Op het laatst zag je ze niet goed meer omdat het donker werd, en dat was voor ons het moment op te stappen. We moesten nog zeker drie kwartier rijden tenslotte.

In Carlsbad haalden we snel verse aardbeien en Engelse muffins met kaneel en rozijnen voor het ontbijt, De winkels van de grotere ketens zijn allemaal 24/7 open, voor ons wel handig maar voor het personeel? Een grootvader verkocht met zijn kleinzoon van een jaar of acht flesjes koud drinken op de parkeerplaats, vanuit een koelbox. Het was bijna tien uur. Wat een tegenstrijdigheden hier.

Bij de tent konden we natuurlijk nog lang niet slapen na zoveel indrukken. We openden dus onze eigen bar maar weer en namen tegelijk het besluit hier nog een dagje langer te blijven. Niet vanwege die bar hoor, die hebben we tenslotte bij ons (je moet toch wat als er nergens terrasjes zijn) maar gewoon om lekker te luieren en te lezen. Het bevalt ons hier wel!

Dag 19 - 25 juli: Alamogordo - Carlsbad

Naar Carlsbad vandaag. Via het Lincoln Forest en Cloudcroft naar Artesia, daarna is het dan nog een klein stukje.

In Cloudcroft was het tijd voor koffie. In het café waar we naar binnen gingen werden we verwelkomd door een alleraardigste jongeman, die verder echter geen aanstalten maakte ons te bedienen. Na een tijdje kwam hij toch naar ons toe, en vertelde dat hij hier slechts een klusje opknapte maar dat de eigenaar er zo weer aan zou komen. Daar wachtten we dus maar even op. Tien minuten later, we wilden bijna weggaan, kwam hij er inderdaad aan. Om te melden dat de zaak pas over een half uur open zou gaan. We mochten best wachten hoor. Nou, mooi niet. In het vlakbij gelegen Western Café kregen we direct een grote mok koffie aangeboden en we namen er meteen een ontbijtje bij. Er zaten alleen maar locals en er heerste een gezellige sfeer. In de aanpalende ruimte zaten nog veel meer mensen, en deze ruimte was letterlijk van onder tot boven volgeplakt met dollarbiljetten. Er zat ook een gezelschap Japanse Krijgers, in vol ornaat. En de dames-wc was voorzien van twéé closetpotten in één ruimte. Stereoplassen dus, gezellig! Kortom, genoeg te zien.

Na dit hartverwarmende onthaal reden we verder door het prachtige Lincoln Forest dat ons afwisselend deed denken aan de skigebieden in Oostenrijk, de Alpes Maritimes en aan Nederland (koeien en grasland). Het regende nog af en toe en de zon liet zich niet zien.
In Artesia stopten we voor een koel drankje. Er was een dame aan het werk die niet bijster veel te doen had, daarom maakte ze alles maar steeds opnieuw schoon. Elke keer hetzelfde rondje: vuilnisbak opendoen, de zak even rechttrekken, alle tafeltjes met de spuitbus te lijf ook al had er niemand gezeten sinds het vorige rondje, de koffiebar afnemen. Tja, zo kun je ook je dagen vullen.

Als je Artesia binnenrijdt vanaf het noorden word je blik direct getrokken door een enorm kunstwerk, een herinneringsmonument voor de eerste olieboringen aldaar. Heel natuurgetrouw waren daar de arbeiders nagemaakt die aan het werk waren. Ook het gezin van de betreffende oliebaron werd in brons vereeuwigd. Nog steeds wordt hier veel olie gewonnen, ook te zien aan het landschap dat gedomineerd wordt door jaknikkers.












In 1931 schreef M.H.Székely-Lulofs het boek Rubber, over het leven op een rubberplantage in het voormalig Nederlands Indië. Het zou wel een aangepaste Amerikaanse herkansing verdienen: de weg lag ook hier weer bezaaid met restanten van autobanden.

Een mijl of twaalf voor Carlsbad ligt het Bratley Lake State Park. Daar vonden we een mooie kampeerplek. Keus te over. De temperatuur was aangenaam en we hadden al snel de tent tussen de bomen opgezet. Heel fijn, ook hier hadden ze overal voor beschutting tegen zon en regen gezorgd in de vorm van een pseudo-hooischuuroverkapping.





Daarna reden we naar Carlsbad, niet veel bijzonders. We parkeerden de auto voor de McD en hadden daarmee genoeg internetbereik om het blog te kunnen bijwerken. Na een toertje door de stad, langs de rivier de Pecos en de daar vlakbij gelegen villawijk, aten we een hamburger bij Wendy’s om de avond met een glaasje uit de koelbox bij de tent af te sluiten. We zaten nog een hele tijd buiten te genieten van de rust en de heerlijke avondtemperatuur. Een heel verschil met gisteren!