dinsdag 15 juli 2014

Dag 11 – Maandag 14 juli: Pacific Rim

 

HET INTERNET IS HIER SOMS UITERMATE TRAAG EN HET LUKT VAAK NIET DE BLOGS TE POSTEN. DAAROM SOMS DUS LANGE TUSSENPOZEN!

 

Het was een ultieme gelegenheid om de medewerkers van het Ministerie van Rare Loopjes (Monty Python) te imiteren: de Wild Pacific Coast Trail. Geen idee waarom, maar opeens liep ik in slow motion en met vreemde pas het pad op en af. Zo zie je maar, gekte is niet leeftijdgebonden.

DSC09180

 

We begonnen de dag met een stevig ontbijt om warm te worden. Daarna verkasten we de tent naar de nieuwe plek. Die beviel direct: niet alleen veel meer licht maar ook meer privacy. Het sanitair was vlakbij, en ze hadden de verwarming er maar aangezet. Geen overbodige luxe.

Natuurlijk wilden we vooral de kust verkennen. Allereerst reden we naar Ucluelet, een nogal rommelig vissersplaatsje met veel voorzieningen voor toeristen die er echter maar weinig waren. Geen wonder, het is er vaak mistig en kil. De trail bij de vuurtoren, onderdeel van de Wild Pacific Trail, was makkelijk begaanbaar, met overal uitkijkposten. Dat hadden ze wel goed gedaan. Daar kwamen we ook nog wat wandelaars tegen, zelfs één mevrouw op slippers wat mij toch echt iets te koud leek.

        DSC09142 P1040963 DSC09161

 

Terug in het plaatsje reden we eerst nog even naar een klein haventje. Daar waren vissers bezig de enorme zalmen die ze gevangen hadden vakkundig te ontleden. Ze sneden ze in moten of in grote plakken. Sommigen wisten kennelijk niet precies hoe het moest en die kregen van de ervaren fileerders duidelijke uitleg. Ik heb het ooit zelf eens geprobeerd, en hoewel het er heel makkelijk uitziet kan ik je verzekeren dat het niet meevalt om zo’n beest mooi van graten te ontdoen en er dan ook nog lekkere filetjes uit te snijden.

 

      DSC09166 DSC09167 P1040971

 

 

      DSC09165 P1040973 P1040968

 

Na deze trip was het toch hoogste tijd voor koffie. Naast de coffeeshop, die werkelijk uitstekende koffie had, echt alleen koffie (maar slecht internet – wéér geen blog kunnen posten) was een wasserette. De waszak was langzamerhand aardig gevuld dus we konden het nuttige – de was – met het aangename – de koffie – verenigen. Heel gek: ten eerste was de helft van de wasmachines en drogers kapot, ten tweede wasten de nog wel functionerende machines alleen maar met KOUD water. Maar ja, toch altijd schoner dan níet wassen nietwaar?

Schone was in de achterbak, tijd voor de volgende wandeling. We liepen een ander stuk van de Wild Pacific Trail. Hier kwamen we bijna geen mens meer tegen. De kust is hier behoorlijk ruig en je kunt maar beter niet proberen over de rotsen te klimmen. De golven kunnen hier soms echt meters ver en ook hoog het land inslaan. Als stille getuigen daarvan zagen we vele boomstammen, en die van Red Cedars zijn bepaald niet klein te noemen, niet ver van ons vandaan op het land liggen.

       DSC09189 DSC09185 DSC09187

 

Er wordt voor gewaarschuwd: deze dode resten uit het bos worden door de rivieren mee naar zee gevoerd, waar ze door diezelfde zee met veel kracht weer op het land geslagen worden. Zonder aanziens des persoons kunnen ze daarbij mensen letterlijk pletten. De natuur blijft onvoorspelbaar. In dat kader: ik las vandaag dat er in Arches National Park, dat ligt vlakbij Canyonlands, VIER mensen gered moesten worden vanwege problemen in de enorme hitte. Vier mensen binnen twee uur zelfs. Gewoon omdat ze niet genoeg water mee hadden en zich waarschijnlijk ook anderszins niet tegen de zon beschermd hadden. Nog afgezien van het feit dat er overal waarschuwingen staan, en dat het ten stelligste afgeraden wordt om op het heetst van de dag te gaan lopen.

Nou ja, we kwamen dus weinig mensen tegen. Een prachtige gelegenheid om de rare loopjes te oefenen! En natuurlijk tussendoor de nodige tijd te nemen om mijmerend naar die imposante oceaan te kijken. Toen we terugkwamen bij de auto was het al half zeven. Hoogste tijd om naar de tent te gaan, ons obligate glaasje te drinken en een bak vol chili naar binnen te werken. Dat alles bij een knapperend houtvuur. Ik heb mijn wintermuts opgezet en een sjaal omgedaan. De zee laten we even voor wat het is, die gaan we morgenochtend wel weer opzoeken. Het pad ernaar toe ligt naast onze tent. Voorlopig luisteren we alleen naar het geruis van de branding, als een deken van geluid aanwezig op de achtergrond. Als we dáár niet bij inslapen….

Dag 10 – Zondag 13 juli: Victoria – Pacific Rim (tussen Tofino en Ucluelet)

Ja hoor. Beren, wolven en last but not least poema’s. Die zijn er allemaal op de campground aan de Pacific Rim. Daar zat ik op te wachten. Ach, zei de vriendelijke ranger, die poema is al oud hoor. Maar ze heeft wel twee jongen, die zijn bijna net zo groot als zijzelf. Toe maar.

We reden vanmorgen om iets over elven weg van de Goldstream Campground. Bij het nabij gelegen tankstation gooiden we de tank nog even vol en probeerden we een blog te posten. Dat laatste mislukte door de trage internetverbinding, iets wat je hier wel vaker tegenkomt. We stelden het dus maar even uit tot een volgende gelegenheid. Eerst maar eens op pad. Het plan was om het eiland dwars over te steken, naar de Pacific Rim. Komende twee nachten zouden we daar ons bivak opslaan en ik had zelfs tegen de gewoonte in gereserveerd, omdat ik wist dat we laat aan zouden komen en het dan de vraag was of er nog plek zou zijn. De routeplanner gaf een rit van 5 uur aan, en dat klopte precies. Om zeven uur ‘s avonds reden we de Green Point Campground op, waar we voor het eerst deze reis een van de donkerste plekken toebedeeld kregen. Nou ja, het kan niet altijd feest zijn.

 

                                                     P1040953

Onderweg stopten we in Nanaimo om verse groenten en fruit in te slaan. Die hadden we immers niet mee mogen nemen vanuit Amerika. Eerst gingen we echter koffie drinken bij de Starbucks, en daar lukte het wél om twee blogs online te zetten. Op weg naar de supermarkt hoorden we opeens gejoel uit een naburig café. Wij kijken natuurlijk, ja hoor: finale WK! Op een groot scherm konden we, vanaf de straat en hangend over een hekje, de slotfase meemaken van de wedstrijd Dld –Arg. Inclusief DE goal!

Nadat we een flink deel van ons dagbudget bij de Thrifty hadden achtergelaten – alles is echt érg duur vinden we, zelfs als je de gunstige stand van de Canadese dollar in aanmerking neemt – reden we richting het westen. Allengs liep de temperatuur op, en toen we bij het Kennedy Lake uitstapten om een foto te maken was het zelfs 38 graden. Dat beloofde wat.

P1040949                                                       Lake Kennedy

Kamperen bij grote hitte is niet echt onze hobby. Gelukkig werd daar van bovenaf goed gehoor aan gegeven, en eenmaal bij de campground aangekomen was het gewoon weer 12 graden……Maar gauw een vuurtje gestookt dus. Ze hebben hier vrij hoge fire pits, het nadeel daarvan is dat de zuurstoftoevoer matig is maar ook dat je er minder warmte van hebt. Tenzij je erboven gaat hangen natuurlijk. Maar dat heeft weer andere nadelen, zoals verschroeide wimpers. We kookten dus maar een verrukkelijk maal van puree, biefstuk en in boter gesmoorde verse paddenstoelen met bosuitjes en knoflook, met daarbij een salade van komkommer, tomaat en blauwe kaas. Dit alles rijkelijk bestrooid met grof gemalen peper.

                      P1040954 P1040955

 

Na dit culinaire hoogstandje liepen we het terrein nog even over op zoek naar de plek voor morgen. Dat was een fikse tippel en gaf ons meer het idee in training te zijn voor de vierdaagse dan dat we een avondwandelingetje aan het maken waren. Maar de nieuwe plek was heel licht en open, en door de struiken kon je de zee zien….who’s complaining??

Dag 9 – Zaterdag 12 juli: Port Angeles – Victoria (Vancouver Island-Canada)

Rrringggg! Rrrrriiiinggg! Je wilt een wake-up call of je wilt het niet….we waren in elk geval direct goed wakker. Kwart voor zes was het. We sudderden nog even na alvorens uit de slaapmodus te komen, en precies om zeven uur reden we het terrein van de ferry naar Victoria op. Het inchecken verliep vlot. Onvoorstelbaar wat er allemaal in de buik van zo’n boot verdwijnt. De overtocht duurde anderhalf uur en het laatste half uur stonden we aan dek om te zien hoe we Victoria binnenvoeren. De eerste aanblik was al bijzonder, geen hoogbouw te zien maar wel veel ‘oude’ gebouwen aan de haven. Dat oud is hier natuurlijk zeer relatief als je het afzet tegen de Europese cultuur. Bij aankomst moesten we eerst langs de douane. Dat viel mee: er zat iemand in een hokje en die was duidelijk niet van plan daaruit te komen. De beste man vroeg aan Bert of hij ook naar de voetbalwedstrijd ging kijken vanmiddag (Nederland – Brazilië).  Bert antwoordde met een gedecideerd en hartgrondig NEE! Daar keek de beambte wel even van op, waarop ik maar riep ‘ach, we hebben toch al verloren’. Later vertelde Bert dat hij dacht dat er gevraagd werd of we ook wapens bij ons hadden…..We mochten zo doorrijden. Inclusief de flessen wijn die we bij ons hadden. Die man zal wel gedacht hebben dat er aan ons toch geen eer te behalen viel.

 P1040897 P1040908 P1040909

                  De mensen rechts mogen dus géén alcohol meer drinken…weird!

 

P1040914 P1040917 P1040919

 

 

Bij een benzinestation kochten we een kaart van Vancouver Island en vroegen we de weg naar de Goldstream Campground. Het terrein lag 16 km buiten Victoria zelf. Enorm groot is het, met héél veel plaatsen. Wij hadden nummer 60 en dat was, voor de zoveelste keer, een geweldige plek. Licht, heel veel privacy en groot. Er hadden wel zes tenten bij kunnen staan. Deze plek had ik vanuit Nederland al gereserveerd in de wetenschap dat het op zaterdag wel eens snel vol zou kunnen zijn. Het leuke is dat je dan op de site al kunt zien hoe zo’n plek er ongeveer uitziet. Ook staat er bij of er al dan niet (gedeeltelijk) schaduw is en hoe het met de privacy staat. Goed geschoten deze keer!

 

P1040923 20140712_120833 DSC09104

‘s Middags bezochten we Victoria. Het is een heel prettige en gezellige stad, met leuke winkels en overal bloemen. Het doet erg Engels aan maar ook Ierland heeft duidelijk veel invloed. Ierse pubs in overvloed, evenals winkels met Ierse koopwaar. In één van die Ierse pubs aten we en hapje, en Bert hapte fijn een halve liter Guinness weg. Mijn eten viel tegen, het waren spareribs zonder bot, maar ik kreeg een bord vol te zout vlees met niets anders erbij. De helft liet ik dus staan. Bij het afrekenen rekenden ze maar de halve prijs, klasse! We hadden het geluk dat Nederland-Brazilië net aan de tweede helft bezig was en konden zo een flink stuk van de wedstrijd nog meemaken. Met een leuk eindresultaat! 

                         20140712_140542 P1040925
                                   Lekkere Guinness maar ‘n beetje veel vlees

 

We kregen een rondleiding in het House of Parliaments, een historisch gebouw. Ze hadden dat leuk gedaan: op een goed moment sprong Sir James Douglas – ook wel father of British Columbia genoemd -  het gezelschap binnen om op zeer Engelse wijze een monoloog te houden over zijn eigen rol in deze stad. Met zijn uitstekende dictie ook goed te volgen, iets waar we bij de Canadees-Amerikaans sprekende gids af en toe moeite mee hadden. En wij niet alleen kennelijk, alle Aziaten die in ruime mate vertegenwoordigd waren voerden terwijl de gids haar uitleg deed gezellig hun eigen gesprekken, waarschijnlijk over het weer of zo. Op een goed moment werd het zelfs de gids te bar en werden ze tot de orde geroepen, als ware het een klas vol kakelende leerlingen. Het hielp heel even. 

 

       DSC09114 DSC09128    DSC09124   

          Het haventje, met op de achtergrond het House of Parliaments; een deel van het interieur

 

             P1040935 P1040938 P1040941

                Sir Douglas; de vergaderzaal met links de regering en rechts de oppositie; onze gids

Om een uur of zes hadden we het wel zo’n beetje gezien. De Butchart Gardens hebben we overgeslagen. Deze beroemde botanische tuinen hadden een forse toegangsprijs, en met de fantastische herinneringen aan zowel de tuinen in San Francisco (vond ik persoonlijk de absolute topper) als die van New York nog vers in het geheugen was de keus gauw gemaakt.

Terug bij de tent genoten we nog even van de rust en de ruimte. Op de achtergrond hoorden we muziek, Bert dacht een klarinet maar ik vond het daarvoor te ‘koperachtig’ klinken. Omdat je dan toch nieuwsgierig wordt ging ik op zoek naar de muzikant. Ik vond hem aan de rand van het bos en aan de voet van een oude spoorlijn. We hadden allebei een beetje gelijk: het was een altsaxofonist. Dus wel een rietblazer, maar een koperen klankkast. Hij vertelde dat hij graag in de natuur speelde vanwege de bijzondere akoestiek. Later hoorden we hem een fuga van Bach spelen. Bijzonder!

 

P1040946


Van een vuurtje was deze avond geen sprake, het was ook zónder dat aangenaam warm. En zo sloten we onze eerste avond op Canadees grondgebied af.