Dag 32 – woensdag 7 augustus: Lone Pine – June Lake
Een kort ritje hadden we voor de boeg. Van Lone Pine naar
June Lake is het maar een paar uurtjes rijden. In de planning was een
tussenstop in Bishop opgenomen om bij de daar gevestigde Nederlandse bakker
eindelijk weer eens lekker brood te halen; dat blijft toch behelpen hier. Maar
eerst een stop bij de grote M, foto’s laden en blog bijwerken. We nemen er al
niet eens meer iets te drinken, we gaan gewoon aan een tafeltje zitten.
Kantoor! Leuk was dat we ook even met Jette konden skypen, we hadden haar al
een tijd niet gesproken. En waar dat een paar jaar geleden nog moest met behulp
van een koptelefoon en een laptop kon dat nu gewoon met de smartphone.
In Bishop deed de winkel van Erik Schat goede zaken. Mensen
liepen met grote zakken vol met brood de deur uit. Wij kochten twee broden, met
heerlijk knapperige korst. Dat is hier wel uniek.
Om één uur draaiden we de auto de camping ‘Oh Ridge’ op. We mochten kiezen uit verschillende plaatsen en kozen er een met een uit staal en hout gebouwde beschutting.
Om één uur draaiden we de auto de camping ‘Oh Ridge’ op. We mochten kiezen uit verschillende plaatsen en kozen er een met een uit staal en hout gebouwde beschutting.
Het opzetten van de tent ging met enige moeite gepaard vanwege de
harde wind maar we zetten hem goed vast. Daarna gingen we naar het prachtig
gelegen meer waar we bijna alleen maar hebben zitten lezen en ik even mijn voeten in het water heb gehad.
Je snapt niet hoe het kan
dat het overal zo rustig is, ook aan het water. Er waren wel wat mensen, maar
het is geen vergelijk met de drukte die wij kennen op zomerse dagen.
Terug op de campground wachtte ons een verrassing: de tent had besloten dat het nu wel genoeg was geweest met al die wind en had zich ondersteboven gekeerd. Met inhoud en al. We draaiden hem weer op zijn onderkantje en ook voor de zekerheid maar even met de opening de andere kant op. Het – hoewel bescheiden – luifeltje was waarschijnlijk toch groot genoeg om door een sterke windvlaag opgetild te worden en de rest dan maar even mee te nemen.
Terug op de campground wachtte ons een verrassing: de tent had besloten dat het nu wel genoeg was geweest met al die wind en had zich ondersteboven gekeerd. Met inhoud en al. We draaiden hem weer op zijn onderkantje en ook voor de zekerheid maar even met de opening de andere kant op. Het – hoewel bescheiden – luifeltje was waarschijnlijk toch groot genoeg om door een sterke windvlaag opgetild te worden en de rest dan maar even mee te nemen.
De wind bleef aanhouden. Bij vlagen heel hard zelfs. We
waren dus heel blij met de beschutting die we hadden, zo konden we in elk geval
koken. Het vuur hield ons warm tot het moment van slapen. Op nachtelijke kou
zijn we voldoende voorbereid en dat was maar goed ook.