Wennen zal het nooit: een wekker die vroeg afgaat. Vanochtend om kwart voor zeven. Mijn hele leven is vroeg opstaan een crime geweest en een van de geneugten van het met pensioen zijn is dat die wekker niet meer gaat. En uitgerekend vandaag, de eerste officiële dag van mijn pensioen, laat dat rotding zich weer vroeg horen. Wel voor een goed doel: we wilden de eerste shuttle-boot van Jenny Lake nemen. Gisteren hadden we het voor de zekerheid nog even nagevraagd maar de eerste afvaart was inderdaad om 8 uur ‘s morgens, zoals de Trotter ook al aangaf. Om kwart over zeven zaten we in de auto en om kwart voor acht stonden we bij de aanlegplaats. We waren de enigen. Een paar minuten later voegden zich nog twee echtparen bij ons zodat we met z’n zessen om acht uur af konden varen. Of we bear spray nodig hadden, vroeg ik het meisje bij de balie? Nee hoor, er zijn wel wat zwarte beren maar er zijn al genoeg mensen onderweg en dan houden ze zich wel gedeisd. Mensen onderweg? Hoezo? Bleek dat de eerste boot al om 7 uur ging…..Nou ja, eigenlijk waren we blij dat we dat niet wisten. Was die wekker nog veel vroeger gegaan.
We meerden aan en liepen direct door, het pad naar Inspiration Point op. Natuurlijk in de hoop nog enig wild tegen te komen maar we moesten het doen met een enkele chipmunk. Deze grondeekhoorntjes blijven leuk om naar te kijken, al heb je ze al honderd keer gezien. Het was verder heel rustig op het pad. Dat was zes jaar geleden wel anders toen we hier in juli waren, het was file-lopen. Ik heb het allerlaatste stuk zelfs gelaten voor wat het was, te druk en een te smal pad vond ik. Nu konden we helemaal in ons eigen tempo lopen. Alleen bij het Inspiration Point zelf troffen we enkele andere wandelaars die ons even op de foto zetten.
We liepen daarna nog een klein stukje richting cascade, dat leek ons echter niet interessant genoeg want helemaal door het bos dus keerden we weer om. Toen bleek hoe goed het was geweest dat we vroeg waren. Met drommen kwamen ze naar boven. Je kunt heel goed helemaal teruglopen zonder de shuttle te nemen maar aangezien ik een onwillige knie heb stapten we toch weer in het bootje. Tot nu toe was alles probleemloos verlopen en dat wilden we graag zo houden. Onderweg maakten we nog een paar foto’s van Mount Moran, erg indrukwekkend.
Hierna werd het tijd voor een douche. Dat kan hier op de campground gelukkig. Ook draaiden we een wasje en omdat je dan toch moet wachten kon ik mooi het blog weer wat bijwerken. Toen alles weer opgeruimd was vonden we het toch wel hoogste tijd voor een drankje. Om de hoek, waar ook het restaurant is, doken we de bar in. Lichtelijk overmoedig zei ik ‘laten we een halve portie nachos bestellen’. Ik had eerder al een hele portie voorbij zien komen en Bert had aangekondigd dat we dat de volgende keer maar moesten nemen. Zo gezegd zo gedaan. Daar komt ie:
En hier was het bovenste laagje er al afgegeten..... |
Op de terugweg werden we verrast door dit prachtige dier dat ik eerst niet eens zag door zijn schutkleur:
Ok, geen beer. Maar wel met fluweelzwarte ogen en een prachtig wollig gewei. de foto is niet helemaal scherp, als we thuis zijn kunnen we dat wel aanpassen.
Terug bij de tent kwamen onze buren net aanrijden. We hadden wel hun tent maar niet henzelf gezien. Het waren drie jonge mensen, oorspronkelijk uit Israël. Het was een stel met een zoontje van bijna twee en de broer van een van hen. Het stel, hij was arts en zij grafisch ontwerper, woonde in New York. De broer was sociaal werker en hij begon meteen in het Duits met ons te praten. Enige lastige was dat hij het zo geweldig vond zo met ons te kunnen oefenen dat hij geen woord Engels meer met ons sprak. Dat werd dus de hele avond switchen tussen Engels (met het stel) en Duits (met broerlief). Dat doet wel een beroep op je flexibele hersendelen zeg. Maar leuk was het! Net toen we in de tent lagen begon het te regenen. Goed getimed!