zaterdag 19 juli 2014

Dag 15 – Vrijdag 18 juli: Alder Bay

De  Chevrolet Equinox was anthraciet van kleur. Dat vonden we eigenlijk niet zo mooi, en dus belden we Alamo met de vraag om iets anders. Geen probleem hoor, leveren we morgen bij u af! Zodat we nu in een hippe steenkleurige Dodge Journey rondrijden.

Het begon de avond ervoor. We wilden vis gaan eten in Port McNeill, zo’n tien kilometer verderop. Dus in de auto gestapt en de sleutel omgedraaid. Niets. Geen beweging in te krijgen. De sleutel kon er zelfs niet meer uit. Opeens begonnen de ruitenwissers spontaan in slow motion te bewegen, zowel voor als achter. Het zijraampje, dat nog open stond, wilde niet meer dicht. Vreemd! We haalden de campingbaas erbij, die kreeg er ook geen beweging in. De road assistence van Alamo dus maar gebeld. Een heel vriendelijke dame vroeg allereerst of we op een veilige plek waren. Ja, dat waren we. Daarna is ze half Vancouver Island af gaan bellen, maar de dichtsbijzijnde oproepbare monteur zat op 500 km afstand – het was inmiddels zeven uur ‘s avonds. Ze noteerde al onze gegevens en gaf een referentienummer door. Rick, de campingbaas, nam af en toe de telefoon over om adresgegevens te verstrekken. We spraken af dat wij de volgende ochtend terug zouden bellen om acht uur zodat ze een vervangende auto konden sturen. Ok, prima. Wel een beetje lastig dat de achterklep niet open kon, we moesten dus horizontaal vanaf de zijdeur de auto inschuiven om bij ons blikvoer te komen (want dat werd het).

De volgende ochtend bleek hoe de overbuurman zijn gelijk haalde: het regende. Nog geen pijpenstelen maar wel een onafgebroken miezerige drizzle (klinkt veel vriendelijker dan motregen, toch?). Weer gebeld met Alamo. Het duurde eindeloos voor we op hetzelfde punt waren als gisteren, en toen verbrak plotseling de verbinding. Waarna we weer de hele procedure konden volgen. Uiteindelijk was alles in orde, en we zouden teruggebeld worden door het bergingsbedrijf dat de auto’s om zou komen ruilen. Om tien uur gebeurde dat inderdaad, met de mededeling dat het zes uur zou duren. Tot vier uur wachten…..

We liepen naar het kleine haventje om naar de zeilboot te kijken die vandaag een stel andere Nederlanders op zou pikken voor een tour. Maureen zwaaide ons hartelijk toe toen ze ons zag staan. Teruglopend keek ik nog even om. Wat waren dat voor rare vogels op het plankier? Ik keek eens beter en riep meteen Bert erbij: het waren otters! Die waren een wedstrijdje snelduiken aan het doen met z’n tweeën. Ik kon ze nog net op de foto zetten voor ze weer voor langere tijd onder water verdwenen.

 

P1050234

Intussen was de drizzle overgegaan in echte regen. We pakten onze boeken en posteerden ons goed ingepakt op de veranda voor de ingang van de camping. Nadat we daar een uurtje gezeten hadden en een ontbijt van biscuitjes hadden genuttigd, vroeg Jeany (eigenaresse van de camping) of we niet liever binnen in het kantoortje wilden zitten. Dat deden we. Ik kocht 24 uur internettoegang en kon zo mooi het blog bijwerken. Het was binnen wel iets warmer dan buiten maar nog steeds tamelijk kil. Om twaalf uur vond Jeany het genoeg: kom maar mee naar boven. Daar, in hun eigen woning, mochten we de rest van de dag blijven. Ze wees ons de kastjes met borden, kopjes, koffie en chocola. Ze zette een potje ingemaakte zalm op het aanrecht met een kom zodat we zalm met mayonaise konden mixen voor een sandwich en wees ons de koelkast. Pak maar wat je nodig hebt en trek rustig alle kasten open. Ze gunde ons nog even een blik in hun slaapkamer, van waaruit ze over de hele campground konden uitkijken, zette de elektrische open haard aan en vertrok. Met nog wel even de mededeling dat we gerust een dutje konden doen op de zeer comfortabele bank.

Daar zaten we, heerlijk warm en droog, voorzien van een natje en een droogje en met een fenomenaal uitzicht op de baai. Om het half uur kwam Jeany even boven om te zien of we nog iets nodig hadden. Een dekentje misschien? Of nog meer brood? Op een goed moment kwam ze vertellen dat er een telefoontje was geweest van het bergingsbedrijf: het zou zeven uur ‘s avonds worden. Op dat moment besloten we dus maar nog een nachtje te blijven. Dat vonden Jeany en Rick een prima plan. Of we wijn wilden? Ach ja, waarom niet? Zij kwam gezellig even bij ons zitten en we kletsten honderduit tot de plicht haar weer naar beneden riep. Het is een goed lopend bedrijfje, met voornamelijk vissers die er de hele zomer staan. Ze bieden allerlei faciliteiten en er zijn steeds mensen die iets nodig hebben, bijvoorbeeld de sleutel van de vriezer om hun vis in op te slaan of grote blokken ijs om de vis koud te houden.

Het liep tegen zessen toen Jeany een halve verse coho (zalmsoort) op het aanrecht legde en vroeg of we mee wilden eten. Dat zou ze heel gezellig vinden. Wij ook natuurlijk, het regende nog steeds. Ik boende dus de piepers schoon terwijl zij de vis met bacon omwikkelde en hem in folie pakte. Alles ging in de oven. Ik keek nog even uit het raam en zag….onze nieuwe auto! De genoemde Dodge Journey.  Gebracht door een zeer goedlachse man met armen vol bloemen en zeemeerminnen. Hij was heel blij geweest met de klus, het leverde hem $300 aan overuren op. De Equinox sloot hij even aan met startkabels. Startte hem: als een zonnetje! Tja. Maar toch maar geen risico nemen, straks staan we in de woestijn met een lege accu.

Het begon net weer harder te regenen dus we pakten alles snel over. De Dodge is wel groter maar niet praktischer, dus we moesten hier en daar wat veranderen in onze opstelling. Toen snel terug naar Rick en Jeany, die het geweldig vonden dat we met z’n vieren rond de tafel zaten. Meestal eten ze om de beurt omdat het kantoor tot acht uur ‘s avonds open is. Ook nu werden ze af en toe opgeroepen, maar het weerhield ze er niet van om ons en ook zichzelf nog eens goed in te schenken. Kortom, een boel vrolijkheid. Om een uur of acht gingen we terug naar de tent. We lazen nog wat in de auto en lieten verder alles voor wat het was. Maar het blijkt maar weer: iets wat in eerste instantie een tegenvaller lijkt kan achteraf juist heel veel opleveren, zoals in dit geval de kennismaking met een fantastisch Canadees echtpaar!

 

P1050238

  1.                                                                Rick en Jeany……….

 

P1050237                                                                    …….en wijzelf!

Dag 14 – Donderdag 17 juli: Alder Bay

De boten waarmee je hier op whale watching gaat zijn vrij log, met bankjes om op te zitten en een hoger gelegen deel als uitkijkpost. Je kunt er ook bij slecht weer binnen zitten in een verwarmde kajuit. We hadden er in Telegraph Cove een weg zien varen met naar schatting zo’n man of veertig erop. Omdat onze boot kleiner was waren we benieuwd hoe die eruit zou zien.

Om tien over negen liepen we, goed gemutst (letterlijk) en anderszins ingepakt vanwege de koude wind, naar de steiger op het kampeerterrein. Onze boot kwam er net aanvaren: een zeilboot!

P1050187          De zeilboot van Seasmoke

We werden hartelijk welkom geheten door de schipper en zijn vrouw, en moesten ons net als de andere opvarenden in een dik gevoerd oliepak hullen. Daarna kon je je niet meer bewegen. Bijna niet in elk geval. Bert liet het jack achterwege, hij vond zichzelf al meer dan genoeg een michelinmannetje in zijn donsjack met vier lagen kleren eronder. Maar aan de broek moest ook hij geloven. Zo een die tot je oksels komt. Voor je erin kon kruipen moest je eerst je schoenen uitdoen, net als bij een regenbroek. Dat alles in het redelijk nauwe gangboord stelde onze lenigheid danig op de proef.

 

                     DSC09243 P1050042 P1050041

        Tien lagen kleren, een donsjack en een oliepak….dat ziet er zó uit! (eerste foto)

We zochten een plekje op het dek en koersten naar open water. Aan boord: een Russisch gezin van vier personen, twee Nieuw Zeelanders, twee Amerikanen en nog twee andere Nederlanders. We kregen vers gezette koffie en blueberrymuffins die net uit de boordoven kwamen. Het woei hard, zeker toen we uit de beschutting van de kust en de eilanden kwamen. Lichte schuimkoppen op het water, als ik me goed herinner is dat ongeveer windkracht 4. Dat is best fors op een zeilboot. Buitengaats ging de motor uit en voeren we alleen op het licht gereefde zeil. We moesten ons goed vasthouden, zo ging het tekeer. En de oliepakken bleken geen overbodige luxe, we kregen soms bakken met water over ons heen. De fototoestellen had iedereen al opgeborgen, foto’s maken lukte toch niet goed in deze wilde zee. Maar we kregen veel uitleg over de omgeving en de dieren die er te zien waren. We zagen eerst zeehonden, toen arenden en later zelfs een zeearend (bald eagle)  met jong op een nest zitten.

 

DSC09267 P1050174 eaglesnest seasmoke 

Een tijd later wees Maureen ons op het eerste fontein ten teken dat er een bultrug zat. En ja hoor, een enorme ronde zwarte rug kwam boven water. Om er meteen weer in te duiken. Je ziet ze wel, maar je ziet ze niet. Zoiets. We werden al gauw bedreven in het spotten van deze majestueuze dieren en om de haverklap riep er wel iemand ‘dáár!’. Dan draaiden we ons allemaal naar dezelfde kant, en als je geluk had kon je dan nog een glimp van iets opvangen.

 

P1050097                                                                 Goed kijken!

 

humpback foto maureen

Maar we hebben ook drie keer de enorme staart van zo’n bultrug boven zien komen, als hij een acrobatische toer aan het uithalen was. Indrukwekkend! 

staart humpback 

staart humpback2

 

Later kwamen er ook een paar dolfijnen langs, en op een goed moment zaten die zelfs vlakbij de boot.

dolfijnen seasmoke              Daar heb je Flipper! De nieuwe avonturen van Flipper en zijn vriendje Flapper

Elke keer als we een dier gezien hadden keerden we, om er zo dichtbij te komen. Soms bleven we een tijdje min of meer op één plek dobberen. Op de terugweg kregen we, toen we in wat rustiger water waren terechtgekomen, eerst thee met zelfgebakken scones (ook weer net uit de oven aan boord), room en jam, en daarna uitgebreide uitleg, compleet met foto’s en illustraties, over alle verschillende soorten walvissen en dolfijnen. Een mooi verhaal is dat van een walvis: die deed zijn bek open voor een flinke hap haring, liet het naar binnen glijden zoals wij dat ook graag doen. Er zat alleen één dier tussen dat er niet thuishoorde: met de vis was er ook een zeemeeuw naar binnen gevlogen! Wonder boven wonder, net voordat de bek weer dichtklapte, kon de meeuw met een duikvlucht ontsnappen.

 img_6906 zeilen seasmokeDe theepotten waren voorzien van warme jasjes, en de thee kregen we gewoon in aardewerken bekers. Onder het blauwe handdoekje: de heerlijke warme scones van Maureen!

De eigenaren van Seasmoke zijn zeer betrokken bij het in stand houden van deze kwetsbare dieren en dat gaf het allemaal een extra dimensie. Al met al waren we bijna vijf uur onderweg geweest toen we weer voet aan wal zetten. Wat een onvergetelijke ervaring!

Bij de tent was het zonnig, maar koud. Daarom zit ik dit stukje nu in de auto te typen. Het schijnt dat het in het binnenland snoeiheet is, dat is weer het andere uiterste. Vanwege de harde wind mogen we vanavond geen vuur maken, en dat is voor ons niet fijn omdat we het echt nodig hebben om warm te blijven. Maar een beetje verdekt in de auto zitten heeft ook zo z’n voordelen. Er kwam iemand tegenover ons staan. Dat is op zich niets bijzonders, maar dit werd een hele one man show. Ja, want het was één man die z’n tentje op wilde zetten. Tenminste, dat dachten we. Maar hij sleepte een groot blauw zeil uit z’n auto en was vervolgens eindeloos bezig daar een soort afdak van te creëren. Bert voorzag zijn acties intussen van snedig commentaar zodat we ons kostelijk vermaakten. De bomen aan de rand van de plek moesten het ontgelden, daar werd het zeil aan vastgeknoopt. Af en toe mislukte dat, en dan werd het gewoon weer losgesneden waarna de hele operatie opnieuw kon beginnen. Na ongeveer anderhalf uur ontstond er toch zoiets als een tarp, en waar wij bij slecht weer in de regen zullen moeten zitten is deze kampeerder nu verzekerd van een drupvrije kookplek. Alleen, het regent niet…..

 

Dag 13 – Woensdag 16 juli: Alder Bay (Port McNeill)

Een eigen badkamer bij je tent. Wie wil dat niet? Wij hadden hem. Nou ja, niet helemaal, maar het Alder Bay Resort deed zijn naam toch enigszins eer aan door geen douches-op-rij in een toiletgebouw te hebben maar allemaal aparte badkamertjes. Heerlijk! Het eerste wat we vanmorgen dus deden was uitgebreid douchen. Pas als je je een paar dagen hebt moeten behelpen met een waslapje en een bakje met water besef je hoe fijn dat is. En eigenlijk ook hoe bijzonder, dat je dat tegenwoordig overal maar hebt. We vinden het zó vanzelfsprekend maar dat is het natuurlijk niet.

Na deze verkwikkende wasbeurt en een dito ontbijt was het tijd voor een ritje in de omgeving. Maar niet voor we een whale watch tour hadden geboekt. Dat deden we via de camping, zij hadden een bedrijf waar ze altijd mee samenwerkten. Morgenochtend worden we dus opgehaald door een relatief kleine boot, waarin we met twaalf anderen de zee op zullen gaan om walvissen en ander zeegespuis te spotten. In koffie, thee, warme chocola en zelfgebakken verse muffins met jam wordt voorzien, zo werd erbij verteld. Vijf uur lang zullen we over de woelige baren varen, in de hoop dat we dan maar niet zeeziek worden.

Allereerst reden we naar Telegraph Cove. Deze naam sprak bij mij behoorlijk tot de verbeelding. Ik moest denken aan Annie Proulx ‘Scheepsberichten’, dat zich afspeelt op New Foundland. Totaal geïsoleerd en onherbergzaam, met een huis dat in deze omgeving storm en regen uit alle windstreken tegelijk trotseert. Dat beeld klopte niet helemaal. Of helemaal niet. Telegraph Cove is een voormalig communicatiepunt. Van hieruit konden berichten de wereld ingestuurd. Er was ooit ook een houtzaagmolen en van de planken werden kratten gemaakt om de gevangen vis in te verpakken. Nu is het meer een openluchtmuseum, en bijna alle houten huizen zijn omgebouwd tot simpele accomodaties voor toeristen. Die er bijna niet waren. Wij begrijpen niet hoe men zich hier staande kan houden, tenzij het met vis is want die is hier in overvloed. Maar het toerisme, waarvan zo’n gemeenschap het toch grotendeels moet hebben, is als bron van inkomsten zeker niet toereikend in onze ogen. Wij droegen echter voor zover mogelijk ons steentje bij door zowel een dollar parkeergeld te betalen als een kop koffie te drinken. Al met al hebben we er zeker wel twee uur doorgebracht. Hoewel het helemaal niet groot is valt er toch genoeg te zien.                                                   

 

             DSC09218  DSC09222 DSC09219

De huizen zijn berekend op eb en vloed, en de loopplank is van een uitstekend anti-slipsysteem voorzien. De hengels staan keurig in het gelid op de boot. Alles draait hier om visvangst.

 

     DSC09225  DSC09228 DSC09227

Een brandtrap, die had men zeker nodig met al die houten huizen! (middelste foto)

De volgende rit was naar Port Hardy. Nou, die moeite hadden we ons beter kunnen besparen, er was daar echt helemaal niets. Uitgewoonde appartementencomplexen, veel leegstand en als enig hoogtepunt zo’n beetje het Visitor Center en een paar grotere winkels. Heel deprimerend. We zagen wel een High School, kennelijk zijn er toch genoeg jongeren . Al die scholen hier lijken trouwens wel gevangenissen, met hoge muren en totaal gespeend van elke vorm van esthetiek. Maar ja, wie zegt ook dat school leuk moet zijn? Een uitdagende leeromgeving zit hier vast aan de binnenkant.

Na Port Hardy reden we naar Port McNeill om boodschappen te doen en een enorme smoothie naar binnen te werken bij coffeeshop Mugz. Daar hadden ze een terrasje compleet met windscherm, waar we zo lekker van de zon konden genieten dat Bert er zelfs even in slaap viel. Ach er was verder toch niemand. Nee, ook hier niet….

Terug bij de tent maakten we direct het vuur aan. We wilden aardappels poffen in de hete as en dan moet het vuurtje wel even goed gebrand hebben. Verder stonden er peultjes op het menu, lekker traditioneel met worteltjes, en een stukje vlees. Terwijl Bert zich met het eten bemoeide schreef ik dit stukje voor het blog. Na een uurtje visten we de aardappels uit het vuur. Helaas, helemaal verkoold! Toch iets te hard gegaan dus. Het folie waar ze inzaten was zelfs opengebarsten door de hitte. We konden er nog een paar redden door ze met een lepel uit te schrapen zodat we allebei een bergje met een ondefinieerbare substantie op ons bord hadden. Toen even de peultjes voorgeproefd: hard! Bleken het wel peulen te zijn, maar dan die soort die je moet doppen….dus toen hebben we alle harde schillen maar weer uit de pan gepeuterd zodat we alleen de doperwtjes overhielden. Uiteindelijk was het toch erg lekker allemaal. De aardappel smaakte prima samen met de zure room die we aangemaakt hadden met bosuitjes.Het vuur brandde als een tierelier en hield ons lekker warm. De campingbaas kwam nog even melden dat we morgenochtend om kwart voor negen uit zouden varen, in plaats van kwart voor tien, en dat betekende dat we de wekker vroeg moesten zetten. Want je wilt toch de boot niet missen.