Dag 12 – vrijdag 27 juli: Cheyenne – Estes Park
Volwassen kerels die een klein stierkalfje proberen te
vloeren. Of proberen tenminste tien seconden op een wild bokkend (gepijnigd?)
paard te blijven zitten. Je moet er maar naar willen kijken. En toch deden we
het. Dat kwam zo: terwijl wij aan de ochtendkoffie zaten waren onze buren aan
het inpakken. Vlak voor ze wegreden kwamen ze nog even een praatje maken en
afscheid nemen (we hadden ze tot dan toe nog niet gezien of gesproken, maar dat
terzijde. De man – die zo ontzettend sliste dat je je erg in moest spannen om
het te verstaan - kwam al gauw met een kaart op de proppen waarop de plattegrond van het Frontier festival te
zien was. Zij waren er als gezin nu voor de derde keer geweest en erg
enthousiast. Omstandig ging hij ons uitleggen hoe je vanaf de campground met
een shuttlebus voor slechts één dollar p.p. naar het festivalterrein kon worden
gebracht, waar je de kaartjes kon kopen en welke bus je terug moest nemen. Nu
waren wij van plan om naar Estes Park te gaan (onderdeel van de Rocky
Mountains), waar we een plaats gereserveerd hadden op de Moraine Campground. In
dat plaatje waste een rodeo niet. Aan de andere kant, we hoefden niet perse
vroeg aan te komen in Estes, en wanneer maak je nu zoiets mee? Onze buren waren
inmiddels vertrokken. Kort nadat ze weg waren kwamen ze weer terug, om ons te
vertellen dat het toiletgebouw aan de andere kant van het terrein véél beter
geoutilleerd was. Toch aardig van ze.
Na wat heen en weer gepraat – kost het niet teveel tijd, hoever is het nog rijden naar Estes Park, hoe duur zijn die kaartjes – besloten we dat we ons deze gelegenheid niet konden laten ontnemen.
De bus bracht ons binnen een kwartier ter plekke en we voegden ons in de rij voor de kaartjes. We waren bijna aan de beurt toen iemand op onze schouder tikte: of we van haar twee kaartjes wilden overnemen? Nu zijn we daar in principe altijd wat huiverig voor, je weet tenslotte nooit waar je je mee inlaat, maar dit zag er heel betrouwbaar uit. Zitplaatsen, naast de verkoopster en haar familie (haar zus en echtgenoot konden niet mee, vandaar). We namen de kaartjes dus over, voor een iets lagere prijs dan de originele. Het klopte inderdaad, we zaten prachtig en aan de goede kant van de arena.
Het was beslist een spektakel. Mannen op stieren, op paarden, het knevelen (en direct daarna weer losmaken) van stierkalfjes.
Na wat heen en weer gepraat – kost het niet teveel tijd, hoever is het nog rijden naar Estes Park, hoe duur zijn die kaartjes – besloten we dat we ons deze gelegenheid niet konden laten ontnemen.
De bus bracht ons binnen een kwartier ter plekke en we voegden ons in de rij voor de kaartjes. We waren bijna aan de beurt toen iemand op onze schouder tikte: of we van haar twee kaartjes wilden overnemen? Nu zijn we daar in principe altijd wat huiverig voor, je weet tenslotte nooit waar je je mee inlaat, maar dit zag er heel betrouwbaar uit. Zitplaatsen, naast de verkoopster en haar familie (haar zus en echtgenoot konden niet mee, vandaar). We namen de kaartjes dus over, voor een iets lagere prijs dan de originele. Het klopte inderdaad, we zaten prachtig en aan de goede kant van de arena.
Het was beslist een spektakel. Mannen op stieren, op paarden, het knevelen (en direct daarna weer losmaken) van stierkalfjes.
Hier wordt de (middelste) man van het bokkende paard bij een ander op het zadel getrokken zodat het paard zonder ruiter in alle rust de corral in kan lopen |
De grapjas was er ook bij |
Oorspronkelijk allemaal nodig voor het brandmerken en ik denk dat
de cowboys zich nu nog steeds van dezelfde technieken bedienen. In die zin is
het dus in het verlengde van hun werk. Wat opviel was de goede zorgen waarmee
de dieren omringd werden. Ook konden we met eigen ogen zien dat de paarden die
stonden te wachten tot ze aan de beurt waren heel ontspannen in hun box stonden
met de oren naar voren. Maar het blijft hoe dan ook volksvermaak, ten koste
van. Eén stiertje werd gewond op een speciale dierenbrancard weggedragen.
Kortom, we hebben het gezien maar het hoeft voor ons niet nog een keer.
Na zo’n anderhalf uur hadden we het wel gezien en we namen
de bus terug. Dat was allemaal wel erg goed geregeld. Om drie uur reden we weg,
om vijf uur waren we bij de campground. We hadden er een mooie rustige plek, de
auto moest iets op afstand staan. Bij aankomst hadden we al gezien dat de weg
naar Bear Lake, een van de bezienswaardigheden in het park, tussen 09.00 en
16.00 gesloten was wegens werkzaamheden. De ranger die we ernaar vroegen dacht
dat het bij elkaar zo’n twee uur zou kosten om heen en terug te rijden en een
wandeltochtje. Dat vonden we nu te laat worden, de tent moest opgezet, we
wilden koken en het wordt hier veel vroeger donker dan in Nederland.
Blauwe plantjes? Nee, onkruid dat bespoten is! |
De plek op de Moraine Campground |
Net toen we de knoflook gesnipperd hadden, klaar om in de pan te gooien, begon het…jawel….te regenen. Toch hebben we maar doorgezet en ons eten werd vanzelf van het nodige vocht voorzien dat in de pannen drupte. Voor de tweede keer aten we in de auto. Toch maar eens op zoek gaan naar zo’n partytent maar dan type sportief, het weer lijkt namelijk wisselvallig te blijven voorlopig. En dan kunnen we tenminste droogkoken …eh….droog koken!