woensdag 25 juli 2012

Dag 8 - maandag 23 juli: Chadron - Badlands




Onze auto heeft allerlei moderne snufjes. Zelfs zó modern, dat er opeens een politie-auto, ambulance én een helikopter onze kant opkwamen met gillende sirenes. Wat was er gebeurd? Ik zag  bij de achteruitkijkspiegel een paar knopjes. Eén met het symbool van een telefoontje, één met de tekst ‘on’ en één met een rood kruis. Onderzoekend als ik ben drukte ik eerst maar eens op het telefoontje, waarop er een beltoon hoorbaar was. Vreemd. Toen probeerde ik het rode kruisje. Onmiddellijk verscheen in het display de tekst ‘hang up’, maar hoe ik  ook op het knopje ‘on’ drukte om uit te schakelen, er gebeurde niets. Opeens hoorde ik een stem die zei: ‘which emergency-service do you need?’ Of woorden van gelijke strekking. Ik kreeg in de gaten dat we kennelijk automatisch doorgeschakeld werden naar het alarmsysteem en wist niet hoe vaak ik op die ‘on-button’ moest blijven drukken om de zaak te cancelen. Het zweet brak me uit, al kan dat ook van de hitte geweest zijn (het was ongeveer 40 graden) en ik wist niet wat ik moest doen. Bert zat ernaast en keek ernaar, hij begreep in het geheel niet wat er gaande was. Tot ik een ingeving kreeg en het displayscherm aanraakte op de tekst ‘hang up’, en ja hoor, tuut tuut tuut….verbinding verbroken…
Het was dus niet echt zo, van die noodhulpdiensten, maar het had weinig gescheeld!! Pfff…..
Het laatste stuk naar the Badlands reden we binnendoor.  In Wall maakten we een tussenstop in een nagebouwd westernstadje, WalDrug. Al kilometers van tevoren werden we daarop attent gemaakt door een woud aan reclameborden langs de snelweg – hoezo horizonvervuiling?? De koffie kostte er vijf dollarcent, en als geste van de regering kregen vietnamveteranen ze zelfs gratis, een groots gebaar nietwaar?
Verrassend genoeg was er een tafeltje voor ons gereserveerd door onze voorouders! 

Predestination, zoiets? Ik wist wel dat ze reislustig waren, al dan niet gedwongen, maar dit….ik had wel graag een brandijzer of hoe noem je zo’n ding, meegenomen, maar dat bestaat natuurlijk allang niet meer.
Van het ene moment op het andere veranderde het redelijk oninteressante prairielandschap in dat van de maan. Dit land blijft je verrassen! We stopten bij geen enkel uitzichtpunt omdat we dat de dag erop wilden doen en niet van tevoren al ons kruit verschieten. De campground in het park was nog erg leeg. Geen wonder ook, welke gek gaat er nu kamperen bij zulke temperaturen? Wij dus!


In de schaduw van een van de weinige bomen zetten we ons tentje voor de eerste keer op. Daar worden we altijd zó gelukkig van! In een uurtje hadden we de auto ingeruimd en hij is echt groter dan zijn voorgangers, we hebben ruimte over.
Na een verfrissend drankje in het vlakbij gelegen restaurant hebben we een korte wandeling gemaakt door het betoverende landschap. 







De eerste nacht in ons tentje was meteen een memorabele: we werden overvallen door een heftige storm, met regen en onweer. Helaas kon de tent zoveel geweld niet aan, dat wil zeggen, het lekte langs de naden naar binnen waardoor we meer in bad dan in bed lagen. De auto maar in dus. Daar was het echter zo benauwd, ook niet uit te houden. Toen hebben we handdoeken achter onze matrasjes gelegd om het ergste water tegen te houden en uiteindelijk zijn we weer in een lichte slaap gevallen. ’s Morgens was alles weer heel snel droog gelukkig, en we hebben direct duct-tape gekocht om de naden af te plakken.
      

Dag 6 en 7 - zaterdag 21 juli en zondag 22 juli: Denver - richting Badlands


Dag 6 
Vanmorgen eerst maar eens uitgebreid ontbeten. Normaal doen we dat met koffie, maar ons hotel voorzag in een echt lekker ontbijtbuffet. We hebben heerlijke wafels gebakken, de wafelijzers stonden klaar. Er was een grote bak met fruitsalade, allerlei soorten brood, roerei, yoghurt, noem maar op.
Daarna geskyped met de kinderen, we zaten gewoon gezellig met z’n vieren te praten, zo goed was de verbinding. Leuk dat je elkaar dan kunt zien, toch anders dan alleen maar bellen.
Ik nam de tijd om de foto’s op het blog te zetten, dat lukte nu heel vlot. Toen de tassen gepakt, en net toen we klaar waren om uit te checken zeiden we tegen elkaar dat het ook wel fijn zou zijn nog een nachtje langer te blijven, dan konden we alle inkopen bij de WalMart in alle rust doen en de dag erop vertrekken.  Dat hebben we dus maar gedaan, alleen moesten we wel verhuizen naar een andere kamer. En wat voor een, met een aparte zitkamer erbij, geweldig!



Bij de WalMart duurde het nog best een tijd voor we alles bij elkaar hadden. Uiteindelijk zijn we niet eens meer Denver ingegaan, wat eerst wel het plan was. Morgen halen we nog de etensvoorraad en probeer ik alsnog een ereader te pakken te krijgen, tot nu toe is dat niet gelukt.

Dag 7  
Niet eens al te vroeg vertokken we richting Badlands. In Cheyenne, twee uur rijden vanaf Denver, waagden we de zoveelste poging een ereader aan te schaffen, wat uiteindelijk na veel zoeken lukte. Het werd een Kindle, de Kobo hadden ze nergens. Verder hadden we via internet gezien dat er een WalMart was die wijn verkocht (doen ze hier lang niet allemaal) in Scotsbluff, een eind verder op de route, dus we besloten daar onze etensvoorraad aan te vullen. Daar waren we toch weer zo’n anderhalf uur mee zoet, maar we konden er wel een paar weken mee vooruit. We kochten behalve allerlei verantwoord voedsel 17 flessen Chardonnay, dat was meteen de hele voorraad, en twee flessen rode Merlot. Voor de prijs hoefden we het niet te laten: $2,98 per fles! We waren alweer een tijdje opweg toen Bert opeens de benzinemeter een wat laag peil zag aangeven maar er was in de verste verte geen benzinestation te bekennen. Dat is nooit prettig, maar al helemaal niet als je in een van god en iedereen verlaten omgeving bent. Intussen begon het ook te betrekken, en vlak voor we bij Fort Robinson aankwamen barstte er in volle hevigheid een verschrikkelijke bui los die gepaard ging met onweer. Daar gingen onze kampeerplannen. Gelukkig vonden we wel op tijd een benzinestation, dus dat probleem hadden we getackeld. We probeerden een onderkomen te vinden in Fort Robinson, maar dat zat vol. Er zat niets anders  op dan door te rijden, Chadron was de volgende grotere plaats. Daar kregen we de laatste kamer bij Motel 6, waar we net zoveel voor moesten betalen als voor de uitstekende accommodatie in Denver. Weliswaar hadden we ook hier een suite tot onze beschikking, maar op een schaal van 1 tot 10 zou die van ons een 4 krijgen. Eigenlijk hadden we moeten klagen bij de manager, maar daar hadden we geen puf voor. Natuurlijk waren we ook teleurgesteld dat we onze kampeeruitrusting niet konden testen, maar dat was echt géén optie geweest met dit weer. Dus op naar morgen, hopelijk wordt het dan beter!