vrijdag 2 september 2011

Dag 45 - 31 augustus: thuiskomst

Dag 45 – woensdag 31 augustus: weer thuis

De vliegreis verliep voorspoedig, zij het met enige vertraging. Door een computerstoring konden de papieren betreffende de lading niet op tijd afgeleverd waardoor het vliegtuig anderhalf uur aan de grond gehouden werd. Door harder te vliegen hebben we weer 35 minuten daarvan ingelopen. Na ruim elf uur kwamen we aan in Düsseldorf. Net als op de heenweg moesten we lang op de bagage wachten, zo lang zelfs dat sommige mensen al doemscenario’s begonnen rond te strooien: vast allemaal in het verkeerde vliegtuig beland….maar gelukkig was dat niet waar, en na drie kwartier konden we dan eindelijk ons afhaalcomité in de vorm van onze dochters begroeten. Geen spandoek, zoals vorig jaar, maar het kan niet altijd feest zijn. Om af te kicken dronken we koffie bij de Starbucks en zetten daarna koers naar Groningen. Tja, en dan kom je thuis en lijkt het alsof al die weken zomaar wegvallen. Vreemde gewaarwording is dat toch altijd. Maar met de verhalen kwamen ook de herinneringen weer terug, en de komende tijd zullen de foto’s daar ook zeker een handje bij helpen. Evenals de verhalen op dit blog.

Dit jaar heb ik veel in de auto geschreven, op saaie stukken weg. Dat is het voordeel van blind typen: ik kan rondkijken en typen tegelijk. Omdat ik genetisch bepaald dan ook nog kan multi-tasken is het helemaal appeltje eitje natuurlijk (hoewel dat van dat multi-tasken wetenschappelijk in het geheel niet bewezen is).
Net als vorig jaar hebben we weer ontzettend genoten. De natuur is onnavolgbaar mooi, het kamperen is hier fantastisch en autorijden een heerlijkheid. Wat ons betreft blijft Amerika dus ons favoriete vakantieland voorlopig. De kust hoeft niet meer, maar het binnenland des te meer. Colorado moet ook prachtig zijn en eventueel een weerzien met Bryce en bijvoorbeeld Moab is ook niet uit te sluiten.
We kijken nu met iets kritischer blik dan vorig jaar, toen alles nog nieuw was. We hebben redelijk welvarende streken gezien, maar zeker veel meer armoede. Hele straten staan leeg, alle huizen zijn te koop. Mensen moeten keihard werken voor een bestaan op het minimum en er is nauwelijks een vangnet. Dat is schrijnend om te zien.
Op de campgrounds zie je campers van het formaat dubbeldekkerbus, waar dan twee mensen in ‘wonen’. Ook zie je hele gezinnen kamperen in twee of drie tentjes, van het formaat van die van ons. Het is goed mogelijk goedkoop vakantie te vieren op die manier, omdat je per plek betaalt. Voor zo’n vijftien dollar kun je met z’n achten op een plek staan. Men trekt er hier sowieso vaak op uit in de weekenden, mogelijk ook omdat de vakanties beperkt zijn tot twee weken per jaar.
Wat ook echt opvalt is het enorme aantal kerken, van verschillende kerkgenootschappen. Waar hier in Nederland de godshuizen omgebouwd worden tot buurtcentra of restaurant, spelen ze in de VS nog steeds een hoofdrol. Het lijkt me moeilijk om je, als je als buitenstaander in een plattelandsgemeente gaat wonen, te onttrekken aan de plaatselijke mores wat dat aangaat. Ik denk dat je dan al gauw buiten de boot valt. 
Wat we zeker gaan missen in Nederland is de ongelooflijk ontspannen manier van autorijden. Hier moet je je als voetganger haasten om over te steken, daar kun je er vanuit gaan dat je dat op je gemak kunt doen: alle auto’s stoppen al op een kilometer afstand ongeveer en gaan pas weer rijden als jij veilig aan de andere kant bent aangekomen. Ook invoegen op de snelweg gaat in de VS erg soepel.
Hoe dan ook, het was een prachtvakantie. Maar eens zien wat het volgend jaar wordt. Als het aan ons ligt……



Tot slot wil ik alle bekende en onbekende mee-lezers  bedanken, mede namens Bert, voor de reacties. Soms gekoppeld aan een bericht, soms privé, per mail. Dat maakt het schrijven extra waardevol.
Dus wie weet, tot een volgende keer! 

Dag 44 - dinsdag 30 augustus: terug naar huis!


Dag 44 – dinsdag 30 augustus: San Francisco naar Düsseldorf.

Ons afscheidsetentje bij de Hungry Hunter stelde ons niet teleur: het was geweldig. Net als vorig jaar smolt het vlees op je tong, en hier weten ze dat je groenten niet tot pap moet koken maar ze juist beetgaar laten. Zeer voldaan liepen we dan ook de honderd meter terug naar het motel. Dat had de volgende ochtend voor de verandering eens een goed ontbijt, in onze ogen dan. We konden gewoon brood roosteren en dat is voor ons precies goed. Meestal bestaan de ontbijtbuffetten, áls ze er al zijn, uit wat ondefinieerbare voorverpakte zoetigheden die je na verorbering ontheffen van het nuttigen van enig ander voedsel die dag, zo hoog is de calorische waarde ervan. Deze keer hadden we dus geluk. De bagage hadden we gisteren al gewogen, maar nu kwam het op het definitieve oordeel aan. Zo’n wegertje is toch van onschatbare waarde! We zaten wat de handbagage betreft exact op het aantal kilo’s dat was toegestaan (6 kg voor het ene rugzakje, 8 kg voor het andere, waar ook de laptop inzat). De grote tassen bleven zelfs enkele kilo’s onder het toegestane gewicht. En dat inclusief matrasjes, pannen en ander kampeerspul. Niet gek dus.
Om elf uur moesten we uitchecken en de vlucht zou pas om 18.00 plaatselijke tijd vertrekken. Toch zijn we toen maar vertrokken. Eerst de auto afleveren, dat was een fluitje van een cent. Bij de balie moest ik nog het geld terugvragen van de motorolie die we gekocht hadden (zie verslag Mt St Helens) maar ook dat gaf geen problemen. Daarna met de airtrain naar de luchthaven. We waren veel te vroeg natuurlijk en nestelden ons met alle tassen in een boekwinkeltje annex café. Heel klein, maar prettig om te zitten en wat te lezen. Na tweeënhalf uur, plotseling vloog de tijd toch weer, begaven we ons naar de loketten om in te checken. We waren de eersten ongeveer en hoefden niet te wachten. Wel moesten de slotjes van de tassen af in verband met douanevoorschriften. Alle andere keren dat we hiervandaan vlogen (nou ja, alle, dit was de derde keer) hoefde dat niet. Maar goed, we hebben ze braaf verwijderd. De douane vond Bert er erg verdacht uitzien. Hij moest dan ook een bodyscan ondergaan. Je moet dan in een soort ruimtecapsule gaan staan, je handen omhoog doen en wachten tot je opstijgt geloof ik. Dat laatste gebeurde niet maar het ding sloeg wel op hol: alle alarmbellen gingen rinkelen. Bert werd toch weer vrijgelaten en mocht zelf meekijken naar de scan, die duidelijk aangaf dat hij wel op zes punten Gevaarlijke En Waarschijnlijk Explosieve objecten bij zich zou dragen. Nader onderzoek wees uit dat het ging om de metalen knopen op zijn broekzakken…..maar ze vertrouwden het toch niet helemaal. Er werd dus ook nog een palmscan gemaakt. Over zijn handpalmen werd met een vochtige doek gewreven, waarna die doek gescand werd door de computer. Waarschijnlijk om naar kruitsporen te zoeken of zoiets…. Hij bleek gelukkig minder staatsgevaarlijk dan men in eerste instantie dacht en werd ontslagen van verder onderzoek. Hèhè….ook weer achter de rug. Het rugzakje met de pannen, wat normaal gesproken altijd op een grondige visitatie kan rekenen, werd ongemoeid gelaten. Na dit avontuur waren we toe aan de volgende stap: de bestellingen van de dochters bij elkaar zoeken in de taxfreeshop. Met enige hulp van vriendelijke, doch onverstaanbare Chinese dames is dat uiteindelijk ook gelukt.
Inmiddels waren we al flink door de tijd heen geschoten. We posteerden ons in het enige etablissement dat er op het vliegveld in de taxfree zone te vinden is en spendeerden onze laatste dollars aan een klein hapje en iets te drinken. Natuurlijk werd er ook een sanitaire stop gemaakt. Hier hebben ze van die moderne handendrogers, waar je je handen in moet stoppen om ze vervolgens langzaam omhoog te halen. Nou, als je wilt weten wat je échte leeftijd is moet je dat doen. Het vel wordt zo ongeveer van je botten geblazen en laat zich vol overtuiging extra rimpelen. Geef mij maar ’n papieren handdoekje, véél te confronterend allemaal….
Nu is het bijna tijd om te boarden. Ik sluit de laptop en plaats dit bericht als we terug zijn in Nederland.
Dat was onze tweede grote reis in de Verenigde Staten……. 

dinsdag 30 augustus 2011

Dag 43 - 29 augustus: van Sacramento naar San Francisco

Dag 43 – Maandag 29 augustus: van Sacramento naar San Francisco


(voor wie wil: de foto's zijn nu vanaf dag 37 helemaal bijgewerkt. En voor wie het niet wist: dubbelklikken = vergroten, met de 'back'knop van je browser kom je daarna weer terug in het blog)

Dat was de laatste keer in een tentje voorlopig. Waarom we dat kamperen op deze manier nu zo heerlijk vinden weet ik eigenlijk niet. Het is bijvoorbeeld heel vervelend als je er ’s nachts uitmoet en daarbij over de ander heen moet kruipen in de hoop dat je daarbij zijn of haar ledematen niet breekt; vervolgens de rits van de deur zoekt maar per ongeluk de rits van het muskietendeurtje te pakken hebt; als je dan de tent eindelijk open hebt moet je nog je slippers zien te vinden die onder een dubbelgeklapt zeiltje liggen; de weg naar de w.c. zoeken (of naar een afgelegen boom en hopen dat je daarbij niet in de greppel valt)); en tenslotte proberen de weg weer terug te vinden in de hoop dat je geen beer tegenkomt, waarna voorgaand verhaal zich in omgekeerde volgorde nogmaals afspeelt en afgesloten wordt met de worsteling om weer in je slaapzak te komen.
Maar toch blijft het onze favoriete manier om vakantie te houden….want wat is er heerlijker dan ’s ochtends vroeg met de vogels op te staan, je brandertje op de tafel te zetten en de lekkerste koffie te zetten die er maar bestaat? Om ’s avonds om je eigen kampvuurtje te zitten en al mijmerend voor je uit te staren? Je slaapzak in te kruipen in je kleine tentje en het daarin heerlijk warm te hebben? Moeilijk uit te leggen aan niet-kampeerders. Het een is ook zeker niet beter dan het ander, maar dit is voor ons nu eenmaal puur genieten. Zo heeft ieder zijn eigen manier.
De hele zomer hebben we gespeurd naar pelikanen. We hebben er wel wat gezien, maar deze ochtend kwamen ze ons als het ware uitzwaaien. Een koppel van zes stuks streek neer aan de korte kant van het meer. Toen begonnen ze, als waren het politiemensen op zoek naar bewijs in een weiland, het meer systematisch van vis te ontdoen. Ze doken met hun kop naar beneden, schudden eens flink met hun snavel en slokten zo de ene na de andere vis naar binnen. Ze deden er ongeveer tien minuten over, toen waren ze aan de andere kant van het meer en was het ontbijt achter de kiezen. Schitterend gezicht! Alleen de vissers, die vissen achter het net…..

Aanvallûh......





En de ganzen op de kant keken verbijsterd toe....het was toch hún meer??


De eigenaars van het meer

Wij hadden werk te doen. We moesten alles uitzoeken voor de Goodwill en onze tassen zó inpakken dat het gewicht min of meer gelijk verdeeld was. Dat lukte allemaal voorspoedig en na deze inspanning was een douche wel op zijn plaats (38 graden nog steeds). Om klokslag twaalf reden we weg. Bij de Starbucks dronken we ijskoffie en aten we een verrukkelijke Morning Bun. Ik weet niet of ze die bij de Nederlandse filialen ook hebben, maar het houdt het midden tussen suikerbrood en een muffin. Warm zijn ze het allerlekkerst.
Aldus gesterkt begonnen we aan het allerlaatste traject: San Francisco International Airport. Omdat we helemaal geen haast hadden reden we binnendoor, via de 160. Heel grappig, alsof je langs de IJssel reed, zo’n Hollands aandoend landschap. Enige verschil: de eindeloze wijngaarden die de weg flankeerden. 






Ze hadden er heel aparte ophaalbruggen ofwel drawbridges die eruit zagen alsof iemand zich ernstig had uitgeleefd met zijn meccanodoos. Elke keer als je eroverheen reed had je het gevoel dat je ook hebt als je het boodschappenwagentje van Albert Heijn over de grote inloopmat duwt: je kunt hoe dan ook niet rechtuit. Ik vraag me af wat er gebeurt als je heel hard over zo’n brug gaat, volgens mij kun je dan echt je stuur niet recht houden.




Na het landelijk gebeuren kwamen we in de drukke omgeving van San Francisco terecht. Slechte wegen, zes banen tegelijk, veel verkeer. Maar we hadden ons goed voorbereid en de route exact uitgeschreven. Dat bracht ons vlot op de juiste plek. Het motel was schoon en prettig ingericht. Bovendien, niet onbelangrijk, het lag op loopafstand, zelfs op kruipafstand indien noodzakelijk, van ons favoriete restaurant: the Hungry Hunter. Daar waren we vorig jaar en we waren aangenaam verrast door de kwaliteit van het eten. Dus vanavond gaan we daar weer eten, een mooie afsluiter!

Dag 42 - 28 augustus: Sacramento

Dag 42 – Zondag 28 augustus: Sacramento

Vanmorgen hebben we eerst het blog bijgewerkt en geprobeerd even te skypen met de kinderen. De verbinding was echter heel slecht (zoals vaak het geval is) dus hebben we het maar bij de chat gehouden.
Onze tent stond op een lange strook gras (ja, GRAS, heerlijk!) die uitsluitend voor tenten bedoeld was. Opeens verscheen er een dame, sigaret in de ene hand en hondenlijn in de andere, die in deze tentstrook de ultieme uitlaatplek voor haar viervoeter zag. Ik keek het geheel enigszins verbouwereerd aan maar omdat de hond zich gedeisd hield zei ik niets. We aten iets en maakten ons gereed om naar Sacramento te gaan. Tot mijn stomme verbazing verscheen ook de dame met de hond weer. Ze moedigde Bello van harte aan te doen wat hem te doen stond. Toen kon ik het niet laten en vertelde haar dat dit voor TENTEN was, niet voor honden. Ik bedoel, je stelt je bij kamperen toch iets anders voor dan ’s morgens uit je tent meteen in de modder te stappen? Wat dan geen modder blijkt te zijn maar een heel andere, onwelriekende substantie?
Hoe dan ook, mevrouw werd furieus maar taaide wel direct af. Om gedoe te voorkomen heb ik het voorval even gemeld bij de receptie. Daar gaven ze me groot gelijk en meteen werd de manager op de hoogte gesteld. Nog geen vijf minuten later kwam het elektrische karretje voorrijden bij betreffende caravan en er ontspon zich een heftige woordenwisseling waarbij de eigenares van de hond zich niet onbetuigd liet. Ze wees woedend naar het gras, toen weer naar de andere kant en wist van geen ophouden. Uiteindelijk werd ze iets rustiger en het karretje-met-manager maakte zich uit de voeten.
Na dit oponthoud vonden wij het wel mooi geweest en we reden naar Old Sacramento. Dat bleek een ontzettend leuk, vrij authentiek gehouden stadsdeel te zijn waar zich toevallig van alles afspeelde. Net als vorig jaar in Bodie liepen er heel veel mensen verkleed rond en hoe onecht het ook mag zijn, het ziet er echt leuk uit. Bert ging zelfs met Uncle Sam op de foto, dat mag wel in de krant (een blog is ook wel goed)! 



We luisterden naar een redevoering van Mark Twain, dwaalden rond in de straatjes en vermaakten ons opperbest. 
Mark Twain in actie
Een heerlijke lunch van geglaceerde kippenvleugeltjes en een dip van crab en artisjok met eigengebakken brood in een schitterend oud Jugendstil pand droeg zeker bij aan de feestvreugde. Met prachtige glas-in-loodramen en Tiffany-lampen. Je snapt niet dat het eten dan zo goedkoop is...daar zou men bij ons wel een slaatje uit slaan.
Lady in Blue, uitgevoerd in glas-in-lood


Pas om zes uur reden we het kampeerterrein weer op. En ziedaar: onze hondenvrienden waren weg! Nu sluit ik dit stukje af en gaan we onze laatste kampeeravond vieren met – jawel – witte wijn en geitenkaas. Morgen brengen we alles naar de Goodwill, een nachtje motel en dan: op huis aan. We hebben nu al heimwee naar dit land….kan dat??

Dag 41 - 24 augustus: van Lassen naar Sacramento


Dag 41 – zaterdag 27 augustus: van Lassen naar Sacramento

Het is onwaarschijnlijk hoe goed we uitkomen met de planning. We hebben geen moment het gevoel gehad dat we ons moesten haasten, of ergens korter moesten blijven dan we eigenlijk wilden. Zes weken is precies goed voor dit rondje. Als je minder tijd hebt zul je echt moeten schrappen. Vandaag reden we door het zuidwestelijke deel van Lassen het park uit. Zoals we gisteren al dachten zijn de meeste bezienswaardigheden daar te vinden. We reden tot ongeveer 2450 meter hoog in de richting van de vulkaan en konden weer schitterende plaatjes maken. Wat een prachtnatuur! De kleuren lijken soms wel onnatuurlijk, alsof iemand ze handmatig heeft aangebracht.  









De sneeuw die er lag zorgde voor een bijzonder vormenspel:







Een bergmeer, het Emerald Lake, was zoals de naam al aangeeft diepgroen van kleur was door de algen die erin groeien. Dit in tegenstelling tot de andere bergmeren die eigenlijk altijd blauw zijn.



We zagen nog een mudpot maar na die van Yellowstone gezien te hebben viel deze toch in de categorie ondermaats. Nou, dat is niet helemaal waar, het is en blijft een merkwaardig fenomeen. Je wordt wel heel direct geconfronteerd met datgene wat zich onder de aardkorst afspeelt.



Met Lassen sloten we het natuurgedeelte van onze reis af. Via een lange, vrij saaie kronkelweg reden we richting Sacramento voor onze laatste twee kampeernachten. Omdat we moesten tanken gingen we bij Oroville even van de weg af. Daar zagen we, behalve een tankstation, ook een aanwijzing naar een Chinese Tempel: historisch erfgoed. En aangezien we nog steeds vakantie hadden zijn we erheen gereden. Het was echt iets bijzonders: ten tijde van de Goldrush kwamen er heel veel Chinezen, voornamelijk mannen, naar Oroville om goud te zoeken. (Oro = goud, vandaar de naam van het stadje). Op een goed moment was er een Chinese gemeenschap van 10.000 mensen. De tempel, gebouwd in 1863, en alle ruimtes eromheen zijn bewaard gebleven en gerestaureerd in 1949. Een juweeltje!








Bij een MacDonalds zochten we een camping in Sacramento. Om eerst de stad helemaal in te rijden en dan eindeloos te moeten zoeken leek ons namelijk niet zo’n goed plan. We vonden een KOA-camping, vlakbij de I-80 die we maandag naar San Francisco moeten hebben. Weliswaar vlakbij de snelweg dus, maar we kregen een mooie, rustige plaats aan het water. Oordoppen doen de rest dan wel.



Als avondeten maakten we ons laatste blik op, Irish Stew. En als je maar heel hard dacht dat het heus geen hondenvoer was, was het best eetbaar. Morgen een beetje luieren en even Sacramento bekijken. Het is bijna voorbij…..

zondag 28 augustus 2011

Even tussendoor

Even tussendoor: ik had per ongeluk dag 37 vergeten in te voegen. Om de chronologische volgorde te behouden heb ik daarom eerst bericht 38 verwijderd. Daarmee zijn ook de reacties weg. We kunnen iedereen geruststellen: van een orkaan weten en merken we hier helemaal niets! Het is 38 graden en windstil ongeveer hier in Sacramento....


Dag 40 - 26 augustus: Lassen


Dag 40 – vrijdag 26 augustus: Lassen Volcanic NP


Lassen was maar 75 mijl rijden. We hadden dus geen haast en deden rustig aan. Omdat we hier steeds zo vroeg gaan slapen ben ik ook steeds vroeg wakker: vanmorgen al om vijf uur…ik heb mijn boek toen maar uitgelezen. (Zeitoun is qua inhoud enigszins vergelijkbaar met de ervaringen die de twee Engelse jongens hadden in Guantánamo Bay, haast angstaanjagend verfilmd in ‘the Road to Guantánamo’. Erg aangrijpend en vooral angstaanjagend.) 
Na een uurtje rijden stopten we bij een klein ontbijtcafeetje. Het was ook een bakkerij  en we haalden er een heerlijk appel-kaneelbrood. Het probleem met de treintickets hadden we nog niet op weten te lossen dus we vroegen de eigenares van het café om raad. Bij de grote RV-campground hadden ze volgens haar wel internet, we moesten daarvoor een stukje terugrijden. Het klopte dat ze daar internet hadden, maar wij moesten natuurlijk juist printen. De dame van de receptie aarzelde even, en zei toen ‘Ok, I’ll let you, on our computer’…..wat geweldig. Tien minuten later waren de tickets gekocht en geprint. Geregeld! Wat een aardige mensen heb je toch. Het enige wat we nu nog moeten hopen is dat ons vliegtuig geen vertraging heeft.  Maar we hebben wel enige speelruimte gelukkig.
       Om 13.15 stond de tent op de Manzanita Lake Camgpround.  Ja, weer héél vrij….alleen wel in het grijze zand. Alles heeft zijn prijs tenslotte en schoon worden we later wel weer. Er zijn hier gelukkig wel douches.
       We reden het park in, tot ongeveer halverwege. Wel mooi, maar niet bijzonder. 










       Vermoedelijk lag het mooiste gedeelte aan de zuidwestkant maar die wilden we voor morgen bewaren. Rond half vier waren we dus weer terug op de campground. We hebben er heerlijk rustig zitten lezen. Eind van de middag gingen we richting douche. Expres niet eerder: als je het een beetje slim aanpakte kon je na het douchen sokken en schoenen aantrekken, hield je in elk geval tot de volgende ochtend schone voeten. Eerder op de dag was het daarvoor echter nog te warm. De douches moesten betaald met vier quarters, goed voor drie minuten douchen. Na tweeënhalve  minuut gaf hij een signaal en kon je er geld bijgooien. Deed je dat echter te laat, moesten er opnieuw vier quarters in. Het water was precies goed, lekker warm. Alleen maakte de douche zelf wel wat kabaal, alsof er iets niet helemaal goed was. Maar goed, de shampoo moest op dus maar eens flink in de fles geknepen en een heleboel schuim op mijn hoofd geboetseerd. Opeens….geen water meer……dus als een haas munten erbij gegooid, gelukkig, weer warm water. Dat wil zeggen: drie seconden. Toen niets meer. Nog een muntje erbij, hielp ook niet. Het rare geluid, wat ik ten onrechte voor een mankement had aangezien, bleek het signaal geweest te zijn….Daar stond ik, van top tot teen in het schuim. Er zat maar één ding op: alles afdrogen met de handdoek. Zo gezegd zo gedaan, en de handdoek daarna om mijn hoofd gedraaid. Die shampoo moest er dan maar met koud water uit, bij de wasbak. Nou, dat was écht koud!
       Even later vertelde Bert over een soortgelijke ervaring, alleen was het water bij hem de eerste minuut steenkoud geweest. Maar hij had er meteen de sokken ingezet en had z’n  haar bijna helemaal uitgespoeld toen het water er de brui aangaf.
       Na deze interessante ervaring hebben we maar gauw een flesje wijn opengetrokken en een geitenkaasje geslacht.
       Misschien moet ik even  uitleggen waar dit ritueel vandaan komt. Toen mijn moeder nog leefde kampeerde ze vaak een weekje met ons mee in Frankrijk. Ze was een kampeerder van de oude stempel en heeft tot ze werkelijk niet meer kon in een klein tentje gekampeerd, met een laag stoeltje om op te zitten. De laatste keer dat ze meeging was ze 75. Onze favoriete gezamenlijke stek was bij een boerenfamilie in de Bourgogne, in de buurt van Cluny. We kampeerden daar in hun boomgaard, het was geen officiële camping. De boerin maakte zelf geitenkaas en de boer was een ware wijnliefhebber die ons graag adviseerde over de wijn van de streek. Elke avond dronken we daar dus een witte Bourgogne, meestal een Les Charmes van het huis Meursault. Gecombineerd met de verse geitenkaas is dat in de zomer voor ons nog altijd een bijzondere herinnering die voor ons onlosmakelijk verbonden is met die tijd, en die we graag in ere houden.
Na het aperitief maakten we maar weer eens een pastasaus. Voor zover we het kunnen bekijken raken we precies op tijd door onze voorraad heen. Zelfs de gasflesjes waren goed uitgerekend: voor het afwaswater moesten we de laatste fles aansluiten. Met nog twee dagen te gaan zou het uit moeten komen.
Het kampvuur was geweldig en hield ons behoorlijk warm. Om half tien was het om ons heen al doodstil dus goten we een flinke plens water over het vuur en hielden het daarna zelf ook voor gezien.

Dag 39 - 25 augustus: van Crater Lake naar Lassen Volcanic

Dag 39 – donderdag 25 augustus: van Crater Lake naar Lassen Volcanic NP

We naderen het eind van onze reis. Over zes dagen vliegen we weer naar huis, een heel raar idee. Vooral omdat we deze laatste dagen nog redelijk gevuld hebben met onder andere een bezoek aan het Lassen Volcanic NP. Het is een echte vulkanen-vakantie dit jaar! En elke keer weer anders. Mount St Helens en Craters of the Moon, je kunt ze op geen enkele manier vergelijken.
Vandaag reden we rustig aan richting Klamath Falls, waar geen enkele waterval te bekennen viel. Voor we daar aankwamen  zagen we heel toevallig cowboys in actie, niet als toeristische act maar echt aan het werk, de lasso’s losjes over de zadelknop gedrapeerd.  Ze dreven met het grootste gemak een kudde kalveren in twee groepen uiteen. 








In Klamath zochten we een Starbucks, niet alleen voor de koffie maar ook om internet te kunnen gebruiken. We moesten informatie vinden over de trein terug, vanuit Düsseldorf en ook een motel voor de laatste nacht in San Francisco boeken. Helaas was Klamath, althans het centrum ervan, omgetoverd tot een ware spookstad. Veel leegstand en wat duistere winkeltjes. Buiten het centrum vonden we een Fred Meyer, het grote warenhuisconcern uit Oregon maar daar hadden we niets aan. Vele kilometers verder was er gelukkig de vertrouwde M van McDonalds al van verre zichtbaar, daar is ook altijd WiFi, dus hebben we daar maar een pitstop gemaakt. Het verslag van gisteren konden we posten op het blog, de foto’s laden duurde ons echter veel te lang. De treinverbinding die we zochten was snel gevonden, en ik had al bijna op de bestelknop voor de tickets gedrukt toen ik me realiseerde dat we die tickets uit zouden moeten printen….en dat ging niet….Zonder kaartjes zijn we maar weer vertrokken. Hopelijk lukt het ergens anders nog. Aan het loket zijn ze ook wel te krijgen, maar dan twee keer zo duur.  Het motel hebben we wel kunnen boeken. Alleen ben ik vergeten de naam ervan op te schrijven….het gaat prima hier! We waren in de buurt van de Mount Shasta aangekomen, die slapende vulkaan hadden we vanuit het vliegtuig al overal bovenuit zien steken. 











Hij is 4316 meter hoog en de kegel wordt bedekt door vijf gletsjers. Het bijzondere is dat die gletsjers zich na 1950 alleen maar verdubbeld hebben in grootte, terwijl ze mondiaal overal juist in omvang afnemen. Bij een uitkijkpost maakten we foto’s van deze imponerende berg.
Het was nog niet zo laat, maar we wilden een beetje op tijd een plek zoeken zodat we nog wat konden lezen en een beetje luieren. Dat was geen probleem: al na een half uurtje vonden we een uitstekende campground, Fowlers, in het Shasta-Trinity Forest. Die campgrounds in het bos zijn hier eigenlijk allemaal zo’n beetje hetzelfde: ze liggen vaak aan een rivier (deze ook) en hebben altijd ruime plekken met vuurplaats en picknickbank. Onze plek was gedeeltelijk geasfalteerd, alleen de tent stond op de zachte bosgrond. Nooit heb ik kunnen vermoeden dat we nog eens blij zouden zijn met asfalt…..maar het was heerlijk dat je niet meteen pikzwarte voeten kreeg. 





Het was verder  behoorlijk warm zodat we blij waren dat we onder de hoge bomen stonden. We lazen een tijdje (ik ben begonnen in Zeitoun, alweer een boek dat je niet loslaat) en kookten daarna uitgebreid: spinaziesalade met zelfgebakken knoflookcroutons en uitgebakken spekjes, puree en weer een heerlijk mals stuk entrecote. De ijsblokjes in de koelbox zorgen ervoor dat je alles echt lang goed kunt houden. Het enige wat je moet doen is om de dag nieuw ijs erin gooien, maar dat kun je echt overal krijgen.
Het vuurtje brandde daarna snel. We worden er steeds handiger in en verzamelen soms onderweg al sprokkelhout om het aan te maken. Het wordt hier wel heel vroeg donker, om half negen zie je geen hand voor ogen meer. Maar dat hoeft ook niet, door het schijnsel van de vlammen heb je genoeg licht in je directe omgeving. En meer is niet nodig.