zaterdag 3 september 2022

Dag 10 – vrijdag 2 september: Glendale

Ons kampeerveld grenst aan een stukje land waar twee percelen met vakantiewoningen staan. Beide eigenaren kwamen vandaag aan. Het is immers het lange weekend van Labor Day, de dag waarop het hervatten van de werkzaamheden na de zomer ‘gevierd’ wordt. En men trekt er dan massaal op uit. Aan het hek maakten we een praatje. Het bleken broers te zijn van de eigenaar van de campground, al jaren kwamen ze hier. We kregen wat meer te horen over hun achtergrond: de Bauers kwamen oorspronkelijk uit Zwitserland, met de mormonen mee. Een van de mannen had een petje op dat volstrekt helder was over zijn politieke voorkeur, MAGA stond erop. De ander hield het bij een wat milder exemplaar, daarop een afbeelding van een kolibri en de tekst ‘hummingbird’. Mister Kolibri was ooit in Amsterdam geweest, toen hij in Duitsland gelegerd was. Hij sprak geen woord over de grens. In een café probeerde hij een glas limonade te bestellen, dat is in de US een veel gedronken dorstlesser. Hij slaagde er maar niet in om duidelijk te maken wat hij precies bedoelde, en eind van het liedje was dat hij een bord eieren met ham en kaas voor zijn neus kreeg. Met dat vrolijke verhaal konden we de dag wel aan!

Omdat de temperaturen nog steeds extreem hoog zijn, en dat komende dagen blijven, besloten we tot een tochtje waarbij we voornamelijk in de auto zouden zitten. We reden via Kanab naar het Pipe Spring Monument National Monument, waar we tien jaar geleden ook al eens geweest waren. Er is een kleine tentoonstelling met een filmzaal. In de koelte daarvan keken we naar het verhaal over de oorspronkelijke bewoners, de Paiutes, die te maken kregen met een invasie van mormonen. Die kwamen naar de streek om te ontsnappen aan de nieuwe Amerikaanse wetgeving rond veelwijverij. Ze zetten er een fort neer dat er ook nu nog staat: Winsor Castle. Daarmee wilden zij de waterbron beschermen (lees: zich toeëigenen). Dat pakte natuurlijk dramatisch uit voor de Paiutes. Toen ook de regering zich er nog mee ging bemoeien ging het helemaal mis. Er waren enorme slachtpartijen over en weer. Maar de Paiutes gaven zich niet gewonnen en bleven wonen op hun eigen grond. Tegenwoordig wordt het water door alle drie de partijen beheerd.

Het monument is, normaal gesproken, een oase in deze zo dorre woestijn. Maar al het groen dat er normaal gesproken te zien was, was nu geheel verdord. We waren er eigenlijk gauw uitgekeken, het was ook gewoon te heet om er langer dan absoluut noodzakelijk buiten te zijn. Dus reden we naar Kanab, dat op de route lag, en aten daar een hapje in het Rocket V café. Echt een aanrader, heerlijk eten. Ook voor vegetariërs is er meer dan genoeg aanbod.

Terug bij de tent konden we ons dus bepalen tot een glaasje witte wijn, meer smaken hebben we niet. Morgen willen we naar Wahweap, maar ook daar is het behalve waanzinnig mooi extreem heet. Nu is het dat altijd, dus we zullen morgenochtend definitief beslissen. Wordt vervolgd!

Links een stukje van Winsor Castle. 

Het waterreservoir



Dag 9 – donderdag 1 september: Glendale (Zion)

Een zeer schaars geklede dame liep met in haar kielzog  enkele kinderen, met gezwinde pas naar haar auto. Ze droeg een bikinibroekje, type string, met daarboven een kort afgeknipt t-shirtje. Zojuist waren ze aan de wandel geweest in Zion, waar het op dat moment 42 graden was. Enig idee hoe dat voelt, een autozitting die urenlang verwarmd is door een moordende zon? Ze kwam er dan ook direct weer uit, vers gegrild.

Zo warm was het echt gisteren. Toch lieten we ons niet uit het veld slaan, en om half twaalf vertrokken we om nogmaals van dat onbeschrijfelijk mooie park te genieten. Even afhankelijk van de drukte in de shuttlebussen wilden we de Narrows trail lopen. Niet de lange, die duurt minimaal acht uur, gaat door het water en vereist de nodige ervaring, maar die voor dummies. Ook wel de Riverside walk genoemd. Zo’n 2,2 mijl heen en terug, redelijk wat schaduw en aan het eind is er dan het verkoelende water van de rivier. Tot we bij het Visitor Center kwamen maakten we nog de nodige foto’s, het licht was nu heel anders dan twee dagen ervoor toen we er later op de dag langskwamen. Bij het VC konden we direct de auto kwijt, en van daaruit was het slechts enkele minuten naar de shuttle die ons naar het eind van de canyon zou brengen. Ook nu weer was het rustig, we konden meteen instappen. De bus was nog niet half gevuld. Niet voorzien van airco maar wel van open dakluiken en dito zijramen, dat gaf genoeg verkoeling.

Bij het eindpunt namen we eerst even de tijd om een literfles Gatorade (sportdrank) soldaat te maken zodat we goed voorbereid aan de tocht konden beginnen. Voor ons extra belangrijk, we zijn tenslotte geen 40 meer, ook geen 50 trouwens, geen 60, wat zeg ik, zelfs geen …..shit. Ik stop.

Het is qua niveau echt voor iedereen te doen, en je zag dan ook van alles lopen. Goed getrainde jonge mensen, soms gehuld in lange legging, shirt met lange mouwen en daarboven een sjaal die tot de ogen was opgetrokken, tot ouderen met kniebraces en stok (Nee! Dat waren wij niet!!!), en alles daar tussenin. Hele gezinnen met jonge kinderen, stelletjes, een enkeling alleen. We konden stevig doorlopen, in tegenstelling tot andere keren toen het gewoon filelopen was. De schaduw hier en daar zorgde voor precies die koelte die nodig was. Bij het water, aan het eind, gingen we op een steen zitten en vermaakten ons met het kijken naar alle waterliefhebbers. Sommigen gingen met bergschoenen en al te water maar de meesten waren goed voorbereid: die hadden waterschoenen bij zich. Wij werden intussen op onze beurt scherp in de gaten gehouden door de in overvloed aanwezige grijze eekhoorns. Na een minuut of twintig hadden we het wel gezien en gingen we terug. Dat is wel ontzettend goed geregeld allemaal, de bussen rijden af en aan. Ook nu konden we zo instappen, en een half uurtje later stonden we weer bij de auto.

In Springdale dronken we wat, met een bakje versgebakken tortillachips erbij om het zout aan te vullen. Terugrijdend zeiden we tegen elkaar dat we gewoon steeds vergeten hoe verschrikkelijk mooi het hier toch is, elke keer opnieuw staan we met de mond open van verbazing.

Bij de tent aten we een flinke bak chili con carne (in Nederland wel eens aangekondigd als ‘chili con carne met vlees’), blikje ananas en verse tomaten erdoor. Het werd alweer wat vroeger donker, om half negen moet je echt de lamp wel aandoen. Ook een fleece is dan niet overbodig, het kan overdag dan wel kokend heet zijn, tegen de avond koelt het af. Het krioelt hier dan ook van de vleermuizen. We lazen nog wat en doken de slaapzak in.

Midden in de nacht schrok ik wakker. Alarm! Het duurde even voor ik het thuis kon brengen, heel hard getoeter leek het. Welke idioot was nu op dit tijdstip aan het toeteren? Toen zag ik Bert rechtop in bed zitten, vertwijfeld op de knopjes van de autosleutel aan het drukken. In het donker. Wat was het geval? Hij wilde hem nog even op slot zetten, had daar opeens aan gedacht maar kon het goede knopje niet vinden. Nou, in elk geval was iedereen nu wakker. Met een lichtje erbij konden we de goede knop vinden en keerde de rust weer. Altijd wat te beleven hier.