Dag 23 - Zondag 1 augustus – Moab – Mesa Verde
Toen we vanmorgen de deur van onze cabin opendeden was het nog donker. Even dachten we dat we ons vergist hadden met het tijdstip van opstaan, maar bij nader inzien bleek de duisternis veroorzaakt door donkere regenwolken. En dat terwijl we de Fiery Furnace-walk zouden doen!
Toch maar onze spullen gepakt en richting Arches gereden. Daar bij het Visitor Centre navraag gedaan, maar er zou pas om negen uur besloten worden of de excursie door zou gaan.
We zijn dus naar het vertrekpunt gereden en hebben gewacht tot de Ranger zijn opwachting maakte. Het werd al iets lichter om ons heen, hoewel er wel enkele regendruppels vielen.
Ranger Joel begon stipt op tijd met zijn welkomstpraatje. Hij bleek een gepassioneerd geoloog. De groep bestond slechts uit achttien mensen, niet gek voor een excursie als deze. Meestal zijn de groepen veel groter, we zagen er een van 30 toen we vrijdag in het park waren.
Met name voor mij was het spannend: hoe hoog zou het zijn, en wat zou mijn hoogtevrees daarvan vinden?
We gingen van start in een vrij rap tempo. Op het allesamerika forum had ik gelezen dat velen het tempo wat laag vonden maar in dit geval was daar geen sprake van. Ook omdat de groep zo klein was waarschijnlijk.
Na enkele minuten gelopen te hebben stak Joel van wal. Het ging allereerst over de jeneverbes, over de ‘bobcat’’, de wilde kat die met zijn kaken in één keer een vegetariër (zo noemde Joel het) kon verslinden en alles werd geïllustreerd met foto’s en een model van een kattenschedel. Dat is allemaal erg leerzaam, maar het bijzondere was de manier waarop Joel ons wist te boeien. Hij dook als een bobcat in het zand, voerde een hele show op en hield daardoor de aandacht van iedereen goed vast. Deze manier van kennis overdragen paste hij de hele tocht (drie uur lang) toe en voor mij was hij dan ook het toonbeeld van een goede docent!
We liepen en klommen veel. De aller-moeilijkste passage moesten we met onze voeten op de ene rots en handen op de andere, een kloof(je) ertussen, overbruggen. Daarna moesten we gaan zitten, en met onze voeten op de tegenoverliggende rots onszelf doorschuiven als het ware. Op het laatst maakten we met onze linkervoet een ‘brug’, hak op de ene rots en teen op de andere, dan je rechtervoet laten zakken en yes! Je was er uit!
Toen Joel het voordeed zag het er heel simpel uit, maar het was toch best hard werken….
Waar ik het meest tegenop had gezien, een smalle richel langs een afgrond, bleek helemaal niets moeilijks. De richel was inderdaad smal, maar de ‘afgrond’ lag hoogstens drie meter lager. Dus tenzij je thuis geen trap op durft te lopen vanwege je hoogtevrees is dat voor iedereen heel goed te doen.
We hadden een geweldig leuke tocht, die ook nog eens in een redelijke temperatuur plaatsvond. Dat was natuurlijk mazzel, meestal is het snoeiheet. Al met al een aanrader! En kaartjes zijn toch wel vrij makkelijk te krijgen ter plekke: vanmorgen (zondag) stond op het bord aangegeven dat er voor maandag 16.00 nog plaatsen vrij waren.
Na dit avontuur hebben we in Moab ijs gehaald om in de koelbox te gooien. Dat hadden we nog niet eerder gedaan, we zijn niet zo ingesteld op het koelboxgebeuren. Meestal kopen we iets en dat eten we dan dezelfde dag op.
Om 13.00 reden we weg uit Moab, richting Mesa Verde. De tocht verliep vlot, en om half vier reden we het park binnen. We wilden eigenlijk onze tent opzetten maar het zag er toch erg dreigend uit boven ons hoofd. Daarom besloten we eerst alles te gaan zien in het park en daarna verder te kijken hoe of wat.
Het park was totaal anders dan wat we tot nu toe gezien hadden. We klommen eerst een heel stuk (met de auto) en reden door een mooi groen berggebied. In dit park zijn ongeveer 600 rotswoningen gevonden die in de 13e en 14e eeuw bewoond werden door indianen van de Anasazi-stam.
Enkele ervan konden we – van buiten – zien liggen en dat was erg indrukwekkend. Het museum was al dicht toen wij er uiteindelijk om 18.30 aankwamen dus dat hebben we moeten laten lopen.
Het was inmiddels mooi weer geworden dus we besloten naar de campground vlakbij de ingang in het park te rijden. We hadden er al even gekeken en het zag er prachtig uit.
Terwijl we van de ene kant van het park naar de andere reden betrok de lucht echter steeds meer. We raakten weer aan het twijfelen….ons tentje voldoet prima bij droog weer, maar bij regen?? Waarschijnlijk blijft alles de eerste vijf minuten droog maar langer zeker niet.
Toen we bij de camping aankwamen was het boven ons hoofd zo dreigend geworden dat we toch, met nog steeds wat twijfel, besloten tot een motel. Dus reden we door naar Cortez, dat lag maar een paar mijl verderop.
Het eerste motel vonden we wat aan de prijzige kant, en ook al hadden ze nog maar één kamer, we wilden toch iets wat meer bij ons budget paste. De receptionist begreep het helemaal en belde voor ons naar een ander motel, aan de andere kant van het stadje. Daar was plaats, en toen we er aankwamen werden we zeer hartelijk ontvangen. Het bleek een klein familiemotel te zijn. Een prima plek!