vrijdag 10 augustus 2012

Dag 22 – maandag 6 augustus: Zion



Al vroeg maakten we ons op om de shuttlebus te pakken naar The Grotto, vanwaar we twee trails wilden lopen. Eigenlijk drie, die normaal gesproken te combineren zijn, maar aangezien flinke regenval onlangs een deel van het pad had weggeslagen was dat nu niet mogelijk. We moesten dus eerst naar een ander startpunt voor het laatste deel van de route. Voorzien van veel water en wat mondvoorraad vertrokken we om negen uur bij het startpunt. Nog geen honderd meter verder botsten we tegen een Ranger op die ons vroeg of we mee wilden lopen met de excursie over planten in het gebied. Ach, waarom niet. Het gezelschap bestond verder uit nog een Nederlandse familie en een stel Japanners met een zoontje van een jaar of tien.
Ook al denk je dat je best wat weet van planten, je hoort toch altijd weer iets nieuws. Bovendien zijn deze Rangers didactisch altijd zeer goed onderlegd: ze slepen tassen vol spullen met zich mee zodat ze heel veel voorbeelden kunnen laten zien en af en toe ook proefjes doen. 


Blauw vogeltje (Jacob, wat is het??)

De andere deelnemers


De deelnemers werden actief betrokken doordat ze heel veel vragen stelde, waarop het jongetje van tien altijd direct het antwoord wist (echt waar!). Onderzoekertje in de dop!
Ik weet zeker dat we, zonder deze Ranger, geen foto hadden kunnen maken van de Black Widow Spider, zeer giftig maar ogenschijnlijk een klein, miezerig spinnetje.
Spiderwoman!
Ook was het leuk te zien wat er met het mos op de stenen gebeurt als je er wat water over gooit: het opent zich direct en wordt groen van kleur, komt dus tot leven. De vegetatie is er helemaal op ingericht met zo weinig mogelijk water zo efficiënt mogelijk om te gaan. Want dat is wel gek: bij een woestijn denk je aan Omar Shariff, in wapperende gewaden door gele of rode zandheuvels galopperend met in de verste verte geen groen blaadje te bekennen – wat dan wel jammer was voor Shariff want die was zeker weten gek op groene blaadjes, maar woestijn kan net zo goed heel erg groen zijn. De planten dan, niet het zand natuurlijk.









We deden door alle verhalen vrij lang over de tocht, en na afloop gingen we nog dóór naar de Upper Emerald pool. Heet en klimmen, niet de beste combinatie maar de inspanning dubbel en dwars waard. In totaal waren we drie uur onderweg. Hoewel we niet erg actief aan sport doen zit het met onze conditie kennelijk toch wel goed, we  hebben geen enkele moeite met kimmen en lange enden sjouwen. Kennelijk is (veel) traplopen en fietsen toch ergens goed voor.
Na dit tochtje liepen we vanaf een ander punt nog naar het Lower Emerald Lake, dat was een hele korte trail van in totaal drie kilometer. Het water droop van de rotsen en dat betekende voor ons een gratis koude douche maar voor de planten en bomen een teken om deze plek tot hun thuishaven te maken. Prachtig groen overal, dat valt hier echt op.






Bij de tent lunchten we met zelfgemaakte pastramisandwiches en ijskoude drankjes uit onze koelbox. Als middagprogramma wilden we met de auto naar een veel noordelijker gelegen deel van het park, het Lava viewpoint. Daar kun je niet op een andere manier komen. De tocht ernaar toe was – natuurlijk weer – schitterend; bergen in de meest waanzinnige kleuren en vormen, met hele onverwachte leefgemeenschappen die opdoken op de bodem van de canyon. Bizar gezicht: alles dor en droog, en dan opeens een Nederlands aandoend frisgroen weidegebied. 










Het uitzichtpunt zelf viel wat tegen maar dat kwam ook door de snel naderende onweerswolken die het zicht onttrokken op het landschap. Er stond in rode letters een groot waarschuwingsbord: bij onweer het uitzichtpunt NIET betreden! We maakten dus maar snel een foto en reden terug naar het plaatsje Springdale, vlakbij de ingang van het park. Daar dronken we iets bij een Mexicaans restaurantje terwijl buiten een keiharde wind opstak, al snel gevolgd door een forse regenbui. Toen we echter bij de tent kwamen was het alweer droog. Overgewaaid! We konden dus koken. Helaas was het eten niet zo’n succes. In onze voorraaddoos zat een blik Chow Mein waar we zelf noedels en wat verse groenten aan toegevoegd hadden. Het smaakte echter voornamelijk naar afwaswater…..Omdat we toch iets in onze maag wilden hebben aten we er allebei een kleine portie van waarna we de vieze smaak wegspoelden met koekjes en een glaasje wijn. Je moet toch wat!

  

Dag 21 – zondag 5 augustus: Zion N.P.


Als je overal aanplakbiljetten, elektronische waarschuwingssystemen en verkeersborden ziet met het pictogram van een kampvuur en een groot kruis daardoorheen, wat is dan het eerste dat bij je opkomt? Juist, vuur maken verboden. Bovendien, als je ook maar iets van het nieuws hier gevolgd hebt weet je dat er heel veel bosbranden zijn geweest die grote schade hebben aangericht. Niet alleen aan de natuur, die herstelt zich ook wel weer op wat langere termijn, maar ook aan huizen en zelfs hele woonwijken. We keken dan ook raar op toen we terugkwamen van onze eerste dag in Zion en vlak achter onze tent vuur roken. Het bleek te gaan om camperbewoners, van zo’n megagroot huis op wielen met twee badkamers en vijf slaapkamers of zoiets, die eens lekker de fik erin hadden gezet. Gelukkig wel in de daartoe bestemde vuurbak, maar toch.
Het duurde niet lang of de beheerder kwam langs en vroeg aan mij of ik ook ergens vuur rook. Tja, waar rook is is vuur tenslotte. Omdat ik al redelijk de pest in had door die stomme mensen die letterlijk met vuur speelden wees ik enthousiast naar de boosdoeners: ja, daar!
De man reed weg in zijn golfkarretje en bleef bij de camper even staan kijken. Niet langer dan een minuut, toen reed hij weer door. Wij dachten dus dat het óf toch toegestaan was, óf al uit. Niets van dat al: binnen vijf minuten reed de parkpolitie voor. Een Ranger sommeerde de mensen het vuur direct te blussen en toen verdween ze met de boeven binnen in de camper. Wij denken dat er proces verbaal is opgemaakt, daar zijn ze  hier niet kinderachtig mee. Helaas konden we niet meer horen wat er gezegd werd, we hadden daar wel graag deelgenoot van willen zijn. We hoopten dat ze een flinke boete kregen. Hoe dan ook, het vuur werd met veel water geblust zodat er in elk geval geen gevaar meer was. Even daarna stak er een flinke wind op, zoals elke avond hier zou later blijken, en je moet er niet aan denken wat er had kunnen gebeuren als er een vonkje was overgevlogen.

Om half tien die ochtend waren we het Zion Nationaal Park binnengereden, het was nog geen uur rijden vanaf Glendale waar we overnacht hadden.

En dit zie je dan als je het park binnenrijdt...oneindig hoog...


Berg met schaakbordmotief



Welkomstcomité  

Alle wegen in het park zijn rood geasfalteerd. Zo worden ze goed opgenomen in de omgeving
Met gemak vonden we een plek op de South Campground. Terwijl ik dit schrijf, half zeven ’s avonds, is er nog steeds plaats. Geen enkele reden dus om een half jaar van tevoren al te reserveren op de andere, ernaast gelegen Watchmen campground, tenzij je perse daar wilt staan.
Wij hebben hier een mooie, ruime en lichte plek. Op loopafstand van de shuttlebus halte, ook erg handig omdat je tussen april en eind oktober niet zelf het park in mag rijden.



We namen de shuttle tot het eind en liepen daar de Riverside trail. Niet ver en niet moeilijk maar wel erg mooi. We liepen er trouwens niet alleen, het was wat je noemt een bont gezelschap. Hopelijk is de tocht die we morgen gaan maken wat minder popu;air, maar ja, het is ook zondag vandaag dus extra druk.
Zion onderscheidt zich op alle mogelijke manieren van alles wat we tot nog toe zagen. Echt 

Globetrotter op pad!

Moerassig...

Hangende tuinen

Nog meer hangende tuinen

En nóg meer hangende tuinen!

Met z'n allen...

Dit hebben wij maar niet meer geprobeerd


Na de wandeling deden we nog wat boodschappen in Springdale, bij de zuidingang. En geloof het of niet: daar hadden ze dan eindelijk het Wasa Knäckebrot dat we zo graag eten, noodvoorraad voor als het brood op is! Kost wel wat hier zeg, meer dan $4, tjongejonge…..ze weten van wanten.
Vorig jaar konden we van de prijs in dollars ongeveer een derde afhalen om op de euro te komen, nu is de dollar bijna hetzelfde in waarde als de euro. Dat maakt echt wel uit.
Vanavond maken we spaghetti met tonijn,  dat zal vast goed smaken. Maar nu eerst: glaasje wijn en geitenkaas (want zelfs dat hadden ze hier, in Springdale-gat-van-niks)!

Dag 20 – zaterdag 4 augustus: Capitol Reef – Bryce – Zion



In de Chinese astrologie heb je het jaar van de aap, van de slang, van de draak. Om maar wat te noemen. Wij hadden vorig jaar het jaar van de Beer, en dit jaar is voor ons het jaar van het Hert. Of aanverwanten in elk geval. Nog niet eerder zagen we er zoveel, en ook in zo’n variëteit aan soorten. In feite was de soort die we in Bryce zagen geen hert maar familie van de Impala. Voor het gemak scheren we ze echter over één kam.






Op weg naar Bryce stopten we in Boulder, daar kon je volgens onze trouwe metgezel de Trotter uitstekend ontbijten bij Hell’s Grill. We moesten wat lang wachten op een plaatsje, het was er druk. Na onze bestelling kregen we na enige tijd koffie. Heel on-Amerikaans, je wordt altijd razendsnel en attent bediend. Ons eten….het duurde en duurde maar, en na dik een kwartier vonden we het wel genoeg en stapten op. Het meisje achter de bar verontschuldigde zich wel tien keer, ze hadden bruiloftsgasten en kregen het niet voor elkaar. Tja, daar kunnen wij  natuurlijk niets mee. Maar de koffie kregen we gratis.
Op naar een volgende gelegenheid. Bij Kavi’s Coffeecorner dachten we een goed alternatief gevonden te hebben. Bovendien hadden ze er WiFi wat mij in de gelegenheid stelde een paar hotelreserveringen te maken in Denver en Las Vegas. Ook hadden we nog geen onderdak in Chicago.
Hier was de ontvangst zo mogelijk nog koeler. Men keek ons niet eens aan. Pas na een hele tijd, toen we de laptop al aan de praat hadden en voorzien van netstroom, kwam er iemand zeggen dat we bij de bar moesten bestellen. We hadden langzamerhand behoorlijk trek dus dat hebben we gedaan. Het eten was goed, Bert had fantastische pancakes van volkorenmeel en ik roerei op toast. Een lachje kon er bij de bediening echter niet vanaf.

In Chicago hadden we heel snel via Airbnb een kamer met eigen badkamer gevonden, weliswaar in het noorden van de stad maar wat wil je, voor $50. De standaardhotels beginnen zo rond de $100 dus dat tikt lekker aan als je vier dagen wilt blijven. En dit ziet er goed uit verder. Vlakbij Lake Michigan en ook vlakbij het openbaar vervoer.

In Bryce keken we voor de tweede keer onze ogen uit. De kleuren waren nog intenser door de regen die net gevallen was, het rood werd van steenrood dieprood. Schitterend. 











We waren van plan een trail te lopen maar vanwege het onweer overal om ons heen zagen we daar vanaf. De vorige keer hadden we dat wel gedaan, toen liepen we de Queens- en de Navajotrail. Al met al waren we ongeveer drie uur in het park. Daar hebben we ook onze bonnetjes met tot dan toe betaalde bedragen aan de Nationale Parken ingeleverd en ingewisseld voor een Annual Pass. Een geweldig systeem: zolang je niet aan de $80  komt betaal je gewoon per keer, en kom je wel aan dat bedrag wissel je alles alsnog in. Mocht je dus onverhoopt minder parken bezoeken zit je niet met een te dure pas
Na Bryce reden we richting Zion, tussen de rode rotsen van de – hoe toepasselijk – Red Canyon door. In Glendale stopten we bij een boerencamping, letterlijk, van de familie Bauer. Erg leuk gelegen, iets van de weg af en tussen de fruitbomen. Onberispelijk sanitair met douches, een wasmachineruimte en tenten op een grasveldje gescheiden van campers. Kosten: $20.

We waren expres hier al gestopt zodat we de volgende dag vroeg naar Zion konden rijden om een plek te vinden. Er zijn daar twee campgrounds, voor de ene moet je ongeveer 5 maanden van tevoren reserveren en de andere is ‘first come first serve’. Die laatste moesten we hebben.
’s Avonds schoven we nog even aan bij een gemeenschappelijk kampvuur. Nu eerst op naar dromenland, en dan naar het beloofde land