'Keeping up appearances', de dolkomische en briljante Engelse satirische serie
waarnaar je met plaatsvervangende schaamte naar zat te kijken. Die schoot door
me heen toen we vandaag naar het plaatsje Winslow reden. Die naam deed me
namelijk denken aan Onslow, de meer dan morsige schoonzoon van Mrs Bucket,
oftewel ‘Bouquet’. Helaas is de serie allang afgelopen.
Vanmorgen vertrokken we, na een goed ontbijt in Modern
General (ik zeg goed, niet heerlijk of fantastisch, omdat de cruesli niet
knapperig was. Minpuntje.), naar het plaatsje WInslow. Vlak voor Winslow heb je
het Homolovi Ruïns State Park, met bijbehorende campground. Hoewel we dan het
Petrified Forest National Park voorbijgereden zijn is dat de enige kampeeroptie
voor als je dat laatste park wilt bezoeken. En dat was nu net het plan. Dus
wilden we ons installeren, morgen terugrijden, het park bezoeken en dan door
richting Williams.
Het was een saaie rit, de saaiste van de vakantie. Gewoon
rechttoe rechtuit over de Interstate. Het enige leuke intermezzo was een
ontzettend vriendelijke mevrouw bij de benzinepomp waar we de dorst van de auto
lesten. De bankpas werkte namelijk niet. Ook niet na drie keer proberen. Wel
klonk er steeds een stem door de intercom, maar dat was moeilijk te verstaan.
Ik liep dus maar met een briefje van $20 naar binnen, toen er iemand aan kwam
rennen, een oudere dame die duidelijk haast had. En even later, toen ik bijna binnen
was, rende ze weer terug, mij toeroepend ‘hij doet het al hoor!’. Bleek dat de
pas gedraaid moest, terwijl we precies het plaatje gevolgd hadden. Maar we
waren niet de enigen die het niet goed begrepen hadden, na ons kwamen nóg twee
mensen met hetzelfde probleem. Oftewel, plaatje correspondeerde niet met de
werkelijke situatie. De mevrouw van de kassa had er dagwerk aan. Maar het hield
haar wel in conditie zo te zien, gratis beweging onder werktijd.
Na enkele uren reden we de campground van Homolovi op. Om
erachter te komen dat de plaatsen daar voornamelijk uit zwart asfalt
bestonden. Er waren enkele tentplekken waar ze tentpads hadden aangelegd maar
die waren veel te klein. Bovendien was er geen enkele beschutting, de boompjes
waren zó iel dat ze nauwelijks iets van schaduw gaven. Niet geschikt voor ons
dus. Wat nu? Het enige wat we konden bedenken was toch vast terug te rijden
naar Holbrook, dat lag vlakbij het Petrified Forest NP. En daar was een KOA.
Die wilden we eigenlijk vermijden maar nood breekt wetten. En het zou ons
morgen een uur terugrijden schelen. Zo gezegd zo gedaan, en om vijf uur reden
we de KOA op. We vonden er een prima tentplek op een groot grasveld, met water
en elektriciteit. Je zag (en hoorde) de snelweg wel, maar ’s nachts hebben we
daar eigenlijk nooit last van. Dan slapen we namelijk.
We zochten uit de laatste restanten etenswaren een maaltje
bij elkaar, de bodem van de doos met voorraad kwam in zicht. Als toetje namen we een
Granola-reep, alles moest op tenslotte. Alleen de wijn, daar komen we gek genoeg
niet doorheen…en dat verzin ik niet (met een knipoog naar Sylvia Witteman). De
wonderen zijn de wereld nog niet uit. Misschien toch Onslow eens uitnodigen.
Hoewel, die dronk alleen bier…