Om een uur of negen kwam Ampara (de gastvrouw) binnen met koffie, verse aardbeien, yoghurt en cruesli. Ze maakte daarmee een heerlijk ontbijt voor ons. We kwamen een beetje traag op gang daarna, en pas om 11.15 liepen we richting metro. Die is nog geen vijf minuten lopen, heel makkelijk. Het was alweer snoeiheet en erg vochtig.
De eerste gang was naar de Openbare Bibliotheek. We waren er al geweest maar het is echt zo bijzonder dat we er toch weer een tijdje rondgekeken hebben. Daarbij geholpen door ongeveer driehonderd gillende en schreeuwende schoolkinderen die er een leuk uitje hadden. Geen idee wat ze daar nu precies deden, maar het zag er fris en vrolijk uit met alle gekleurde t-shirtjes die ze per school of summercamp aanhadden. Ze waren zo makkelijk herkenbaar voor hun begeleiders.
|
Trappenhuis bibliotheek |
|
Een van de vele afdelingen met rijen en rijen boeken |
|
Helemaal in stijl gelaten..... |
|
...en voorzien van puntenslijpers! |
|
Een studiezaal |
In het aangrenzende Bryantpark, een slap aftreksel van de Jardin de Luxembourg in Parijs, hadden we op een stoel kunnen gaan zitten om de voorbijgangers te bekijken. Maar aangezien het niet onze hobby is om vrijwillig geroosterd te worden kozen we toch voor een cafe met airco. Eigenlijk wilden we nog een ander gedeelte verkennen van de stad, maar de hitte werd te erg. We zijn dus teruggegaan naar ons appartement en hebben wat gelezen, ik schreef een stukje voor het blog en we fristen ons maar weer op onder de douche. Om een uur of vier betrok het buiten, en er barstte een gigantisch onweer los met veel inslagen vlakbij, althans, zo leek het. Wij zaten hoog en droog, maar moesten er om vijf uur weer uit om te gaan eten bij onze vriend Alex. Dat wil zeggen, in Queens Ristorante in Brooklyn, waar hij werkt.
Om kwart over vijf durfden we het aan naar buiten te gaan. De regenponcho’s kwamen goed van pas daarbij en hielden ons redelijk droog.
Het was een hartverwarmend weerzien met Alex. We kregen een tafeltje toegewezen en de grote baas, die in werkelijkheid nog niet de 1.50 m haalt, bracht ons de kaart. We hadden net onze keuze gemaakt toen er al een voorafje voor ons neergezet werd, de onnavolgbaar lekkere mozzarella caprese, met warm gegrilde groenten.
|
Mozarella Caprese |
En er stond opeens een fles Montepulciano voor onze neus, niet de minste rode wijn. Zo ging het maar door. Het ene gerecht was nog niet op of het andere verscheen al. Steeds als hij even tijd had kwam Alex bij ons om een praatje te maken.
|
Dikke vrienden! |
Hij vertelde dat hij over zes maanden teruggaat naar Colombia, voorgoed. Na tien jaar werken in New York wil hij nu weer de vrijheid hebben en vooral buiten zijn. Hij heeft een stukje grond gekocht waarop hij koffie gaat verbouwen, zijn vader is daar al bezig om alles in orde te maken. Onze volgende trip zou dus best eens richting Zuid-Amerika kunnen zijn…We hadden stroopwafels voor hem meegenomen in een delfts blauwe pot (goede tip, Gera), en Groninger koek om met zijn collega’s te delen. Dat vond hij natuurlijk geweldig. Toen moesten we ook nog even mee naar de keuken, om daar kennis te maken met de eigenaar/chef-kok. Die vond het erg leuk om ons te zien, de vorige keer was hij er niet namelijk, toen hebben we wel zijn broer ontmoet. Wij vonden het vooral interessant om de keuken in vol bedrijf te zien. Een man of 12 waren er aan het werk, en alles liep op rolletjes zo te zien. Dat moet ook wel als je tot de top behoort in NY.
Eind van het liedje was dat we wederom niets mochten betalen. We hebben ernstig aangedrongen maar zonder succes. Nu blijven we via Facebook in contact, dat is dan toch een prachtig medium. Na een hartelijk afscheid namen we de metro terug, het was behoorlijk afgekoeld buiten en alles rook fris door de regen.
Morgen de laatste dag hier!