dinsdag 30 juli 2013

Dag 22 - 28 juli: City of Rocks

Dag 22 – zondag 28 juli: Carlsbad – City of the Rocks


De Mexicanen naast ons maakten aanstalten om te vertrekken. Natuurlijk moest er eerst wel uitgebreid ontbeten, dus een enorme gastank, dito brander en een pan ter grootte van een wagenwiel werden naar een andere picknicktafel gesleept, waar meer schaduw was. Wij hadden ons ontbijt al achter de kiezen, deze keer geen yoghurt met aardbeien en granola, maar de Engelse muffins die we bij Albertson’s hadden gekocht. De Walmart heeft ze niet, jammer genoeg. Deze muffins, in de vorm van een platgeslagen broodje, smaakten een beetje zoals de morningbuns van de Starbucks: naar kaneel en rozijnen. Geroosterd is het een goede vervanging. Want met die Starbucks wil het hier niet zo lukken, hebben ze wel een licentie voor New Mexico?

Om kwart over acht reden we weg, en een kwartier later stonden we bij de ingang van het Living Desert Zoo & Garden State Park. Toch even kijken. We waren er al een paar keer langs gereden tenslotte. Het bleek een beetje het midden te houden tussen een (aftandse) dierentuin en een botanische woestijntuin. Na een uurtje hadden we het wel gezien. 

Vosje achter tralies..... 

Een vleermuis heeft niet alleen scherpe tanden, maar ook kiezen! Een echt gebit dus. 
Deze zie ik toch liever zó dan in het wild....





Bij de Walmart in Carlsbad kochten we koffie, we gooiden een paar kaarten op de bus in een ‘drive through’ brievenbus die midden op de weg stond – echt waar! Alles om maar niet je auto uit te hoeven! – en zetten koers richting El Paso. Daarbij kwamen we door de schitterende Guadeloupe Mountains, en heel even overwogen we om dáár nog een tussenstop te maken (er was een campground). 



We reden toch maar door. Je kunt nu eenmaal niet alles en er lag nog zoveel moois in het verschiet.

El Paso was het meest zuidelijke punt voor ons. Deze stad bestaat in feite uit twee delen. El Paso ligt in de VS en het andere deel in Mexico. Dat andere deel is Ciudad Juárez. De gevaarlijkste stad van Mexico op dit moment. Elke dag vinden er talloze liquidaties plaats op de gruwelijkste manier. Het was dan ook heel gek om El Paso binnen te rijden en te ervaren dat het de welvarendste stad is die je in New Mexico bent tegengekomen. Veel dure huizen, compounds, bedrijven die nu eens níet grotendeels leeg staan, een golfbaan. En dat allemaal in de wetenschap dat er een paar honderd meter verderop afschuwelijke dingen gebeuren die het dagelijks leven er tot een heikele, gevaarlijke onderneming maken. De Amerikanen geven de schuld aan de Mexicaanse drugsbaronnen maar zijn natuurlijk zelf medeschuldig: die drugs waar het allemaal om gaat, zijn voor de Amerikaanse markt. Obama, legaliseren die handel! Een illusie. Ik ben soms zo blij dat ik alleen maar klassen met pubers hoef te besturen (met veel plezier overigens), en niet zo’n gigantisch land met alle bijkomende problematiek.

Van El Paso naar Las Cruces, dat is een weg waar niet bijzonder veel te beleven valt. Alleen zagen we duizenden koeien langs de kant van de weg, in corals, wel te verstaan. Na Las Cruces ging het richting City of Rocks.
Ik ben dol op kaarten. Niet alleen op klaverjassen, maar ook op topografische kaarten. Eén van de leukste bijkomstigheden bij het voorbereiden van een reis als deze is voor mij het eindeloos bestuderen van de kaart. Je kunt je er in feite geen enkele voorstelling bij maken maar doet dat natuurlijk wel. En dan kom je ter plekke. Blijkt datgene wat je op de kaart veronderstelde als dor en droog opeens fris en groen te zijn. En omgekeerd. Om maar iets te noemen. Ná de reis bekijk je dan diezelfde kaart met heel andere ogen.
Zo ging het ook bij City of Rocks. We hadden geen idee wat het voor zou stellen, hoe het in het landschap zou liggen. Ondanks de foto’s die we gezien hadden. We kwamen aanrijden, vanaf een hoger gelegen weg, en zagen …..letterlijk een stad van stenen! Héél bijzonder. Je zou zweren dat er een echte stad lag in de verte. 



Eenmaal in de stad aangekomen bleek het ook nog eens helemaal campground te zijn. We konden maar kiezen waar we wilden wonen in deze stad van steen. Dat was niet zo moeilijk en al snel vonden we de aller- allermooiste plek waar we ooit gestaan hebben. 














Tussen die reuzen van rotsblokken, prachtig uitzicht, helemaal alleen: werkelijk uniek! We deden dan ook niets meer dan zitten en kijken, genietend van zoveel schoonheid in de ondergaande zon. We werden er stil van. En dat mag op z’n zachtst gezegd bijzonder genoemd worden.   

Dag 21 - 27 juli: Carlsbad

De spiegels in het wc-gebouw zijn van staal. Er hangen er drie naast elkaar. Kijk je in de eerste, denk je ‘ hee, ik ben afgevallen!’ Kijk je in de tweede, denk je ‘hm….niets veranderd’. Kijk je in de derde: ‘ben ik zo aangekomen?’. De hamvraag is: welk spiegelbeeld spreekt de waarheid? Dat kom je niet te weten…..en dat is misschien maar goed ook.

Vandaag hebben we helemaal niets gedaan. Alleen maar geluierd en vooral gelezen. Op het eind van de middag zijn we nog even naar Carlsbad gereden om het blog bij te werken maar dat was alles. Lekker gekookt, meteen voor twee dagen. We kunnen etenswaren heel goed koel houden in de koelbox, zelfs de boter die we drie weken geleden gekocht hebben is nog keihard. Over die Amerikaanse boter, die in staafjes verpakt wordt, heeft Sylvia Witteman een leuk stukje geschreven een van haar boeken; dankzij datzelfde stukje smeren wij die boter nu ook zonder mes te gebruiken op onze toast.

Het was ontzettend rustig op de campground. Zeker driekwart van de plaatsen was nog vrij.

Ons konnijnenvriendje had het óók warm
en zocht verkoeling onder de auto




We zaten dan ook zeer ontspannen en genietend van de stilte ’s avonds te lezen toen er opeens een auto aankwam – ik wilde zeggen scheuren, maar dat was het nog net niet – en daar rolde een enorme Mexicaanse familie uit. Potten en pannen werden uitgestald, tenten opgezet, eten gekookt, gelachen en plezier gemaakt. Precies op de plek naast ons. Nu valt dat in Amerikaanse begrippen nog best mee, ze stonden nog wel zo’n meter of dertig van ons af, maar met de rust was het gedaan. Ach, dit had ook wel weer wat. Gezellige Spaanse drukte. Leuk om de dag mee af te sluiten! En om tien uur was het alweer stil.

zondag 28 juli 2013

Dag 20 - 26 juli: Carlsbad Caverns

(Foto's zijn inmiddels toegevoegd, maar doen geen recht aan alle schoonheid van de grotten. In het donker is het toch lastig goede foto's te maken.)


Carlsbad in New Mexico is voor ons het verste punt van de reis. Hierna reizen we weer terug in westelijke richting zodat we over drie weken het vliegtuig van San Francisco naar Chicago kunnen pakken. Maar zover is het nog lang niet!

Vandaag hadden we slechts één programmapunt: de Carlsbad Caverns. Dit was ook de enige reden om hier helemaal naar toe te rijden want verder is er in de buurt niet heel veel te beleven. Ja, de Guadeloupe Mountains, maar dat is alleen interessant wanneer je er toch langs komt. Op het AllesAmerika forum hadden we veel lovende verhalen gelezen over de grotten en ook werden we erdoor aangemoedigd vooral naar het uitvliegen van de aldaar huizende vleermuizen te gaan kijken.
Onze verwachtingen waren desondanks niet al te hoog gespannen. Grotten hadden we al vaker bezocht, de laatste keer een aantal jaar geleden in Slovenië.
Het parkeerterrein was nog niet halfvol toen we er rond één uur ’s middags aankwamen. We mochten op vertoon van onze America-the-Beautiful Pass zo doorlopen. Bij de ingang werden we eerst door een Ranger op de hoogte gesteld van de zwaarte van de tocht. Ruim anderhalve kilometer lang waarbij je 250 meter afdaalt om mee te beginnen, daarna een rondwandeling van nog eens dezelfde lengte alleen dan op min of meer gelijk niveau. Alles bij elkaar zeker zo’n tweeënhalf uur lopen. Dus als we zwakke knieën, versleten heupen of een hartprobleem hadden konden we beter met de lift gaan. We mochten alleen maar fluisteren en nergens van het pad afgaan. Ok, we beloofden trouw aan de Amerikaanse vlag en gingen aan de wandel. Je liep via de natuurlijke ingang naar binnen.



Het pad naar beneden. Je loopt zo de grot in!

Ooit zijn deze grotten ontdekt doordat iemand dacht dat hij rook ergens uit de grond zag komen. Bij nader onderzoek bleek het om duizenden vleermuizen te gaan, die uit diezelfde ingang naar buiten vlogen om hun kostje bij elkaar te scharrelen.
Er leek geen einde te komen aan het eerste stuk. We bleven om de haverklap stilstaan om de ene mooie formatie na de andere te bewonderen.




Sowieso spectaculair om zo een grot binnen te lopen. Je realiseert je tegelijkertijd hoe moeilijk dat vroeger geweest moet zijn, zonder goed pad en adequate verlichting. Hoe dieper we kwamen, hoe onwerkelijker het werd. Wat het nog indrukwekkender maakte was het gevoel haast alleen te zijn. Er waren wel andere mensen, maar het was niet echt druk. Bovendien hield iedereen zich aan het fluisteredict, zelfs gezinnen met vijf kinderen hoorde je niet. Aangekomen bij de ‘Big Room’ wisten we helemaal niet meer waar we kijken moesten. Zoveel schoonheid! Beeldhouwers zouden het zo niet voor elkaar gekregen kunnen hebben. Waar we in andere grotten geconfronteerd werden met allerlei gekleurde verlichting hadden ze hier de fenomenale ingeving gehad een lichttechnicus uit Broadway te vragen voor het uitlichten van de grotten. Dat resulteerde in een haast natuurlijke sfeer, hoewel dat natuurlijk nooit bereikt kan worden omdat het dan juist pikkedonker zou moeten zijn.

De bek van de walvis






































We liepen maar en liepen maar, eindeloos. Het geheel bestrijkt een oppervlakte van veertien voetbalvelden. Alhoewel het niet de allergrootste (ontdekte) grot ter wereld is, die is op Borneo te vinden, mag hij van ons wel als allermooiste te boek komen te staan. Al met al zijn we drieeneenhalf uur beneden gebleven. Je mág terug lopen, maar dat is niet gebruikelijk. En je moet vóór vijf uur dan de grot uit zijn, dat hadden we nooit gehaald. Dus met de lift in 60 seconden weer naar boven.

Het programma was nog niet afgelopen: om 19.30 mochten we ons in het amphitheater melden om het uitvliegen van de Mexicaanse Freetail-vleermuizen mee te maken. De tijd die we moesten overbruggen werd makkelijk gevuld door een hapje te eten in het restaurant en de foto’s te laden op de laptop en externe harddisk.

Om iets voor half acht zaten we, met vele anderen, paraat. Een vrouwelijke Ranger hield een heel goed en inspirerend verhaal over wat ons te wachten stond. Ze deed dat, zoals hier meestal het geval is, uit het hoofd en wist het op humoristische wijze te illustreren met voorbeelden uit het dagelijks leven. Zo vroeg zij aan alle aanwezige moeders of het hen óók een goed idee zou lijken ondersteboven te bevallen, hoeveel vleermuizen er in haar hoed zouden passen (tweehonderd) en of wij het op zouden kunnen brengen elke dag ons eigen lichaamsgewicht aan voedsel tot ons te nemen. Dat zouden dan wel heel wat pizza’s en hamburgers moeten zijn. Zij zelf zag er trouwens uit alsof ze dat wel probeerde, maar dat terzijde.

We kregen de instructie heel stil te zijn op het moment van uitvliegen, en kleine kinderen of baby’s die het niet vol konden houden moesten naar de parkeerplaats gebracht. Er mocht geen enkel fotoapparaat aan, ook geen mobieltje of iPad.
Opeens, het werd al schemerig, begon de lucht boven ons wat te bewegen. Ik dacht eerst dat de vogels, die ook hun nesten bij de ingang hebben, weer teruggekomen waren maar het waren al de eerste vleermuizen. Allengs kwamen er meer, tot ze met duizenden tegelijk uitvlogen. Kris kras door elkaar, soms namen ze weer een duik naar beneden om dan vervolgens rakelings over onze hoofden te scheren, op zoek naar voedsel.
Het was een unieke ervaring. Op het laatst zag je ze niet goed meer omdat het donker werd, en dat was voor ons het moment op te stappen. We moesten nog zeker drie kwartier rijden tenslotte.

In Carlsbad haalden we snel verse aardbeien en Engelse muffins met kaneel en rozijnen voor het ontbijt, De winkels van de grotere ketens zijn allemaal 24/7 open, voor ons wel handig maar voor het personeel? Een grootvader verkocht met zijn kleinzoon van een jaar of acht flesjes koud drinken op de parkeerplaats, vanuit een koelbox. Het was bijna tien uur. Wat een tegenstrijdigheden hier.

Bij de tent konden we natuurlijk nog lang niet slapen na zoveel indrukken. We openden dus onze eigen bar maar weer en namen tegelijk het besluit hier nog een dagje langer te blijven. Niet vanwege die bar hoor, die hebben we tenslotte bij ons (je moet toch wat als er nergens terrasjes zijn) maar gewoon om lekker te luieren en te lezen. Het bevalt ons hier wel!

Dag 19 - 25 juli: Alamogordo - Carlsbad

Naar Carlsbad vandaag. Via het Lincoln Forest en Cloudcroft naar Artesia, daarna is het dan nog een klein stukje.

In Cloudcroft was het tijd voor koffie. In het café waar we naar binnen gingen werden we verwelkomd door een alleraardigste jongeman, die verder echter geen aanstalten maakte ons te bedienen. Na een tijdje kwam hij toch naar ons toe, en vertelde dat hij hier slechts een klusje opknapte maar dat de eigenaar er zo weer aan zou komen. Daar wachtten we dus maar even op. Tien minuten later, we wilden bijna weggaan, kwam hij er inderdaad aan. Om te melden dat de zaak pas over een half uur open zou gaan. We mochten best wachten hoor. Nou, mooi niet. In het vlakbij gelegen Western Café kregen we direct een grote mok koffie aangeboden en we namen er meteen een ontbijtje bij. Er zaten alleen maar locals en er heerste een gezellige sfeer. In de aanpalende ruimte zaten nog veel meer mensen, en deze ruimte was letterlijk van onder tot boven volgeplakt met dollarbiljetten. Er zat ook een gezelschap Japanse Krijgers, in vol ornaat. En de dames-wc was voorzien van twéé closetpotten in één ruimte. Stereoplassen dus, gezellig! Kortom, genoeg te zien.

Na dit hartverwarmende onthaal reden we verder door het prachtige Lincoln Forest dat ons afwisselend deed denken aan de skigebieden in Oostenrijk, de Alpes Maritimes en aan Nederland (koeien en grasland). Het regende nog af en toe en de zon liet zich niet zien.
In Artesia stopten we voor een koel drankje. Er was een dame aan het werk die niet bijster veel te doen had, daarom maakte ze alles maar steeds opnieuw schoon. Elke keer hetzelfde rondje: vuilnisbak opendoen, de zak even rechttrekken, alle tafeltjes met de spuitbus te lijf ook al had er niemand gezeten sinds het vorige rondje, de koffiebar afnemen. Tja, zo kun je ook je dagen vullen.

Als je Artesia binnenrijdt vanaf het noorden word je blik direct getrokken door een enorm kunstwerk, een herinneringsmonument voor de eerste olieboringen aldaar. Heel natuurgetrouw waren daar de arbeiders nagemaakt die aan het werk waren. Ook het gezin van de betreffende oliebaron werd in brons vereeuwigd. Nog steeds wordt hier veel olie gewonnen, ook te zien aan het landschap dat gedomineerd wordt door jaknikkers.












In 1931 schreef M.H.Székely-Lulofs het boek Rubber, over het leven op een rubberplantage in het voormalig Nederlands Indië. Het zou wel een aangepaste Amerikaanse herkansing verdienen: de weg lag ook hier weer bezaaid met restanten van autobanden.

Een mijl of twaalf voor Carlsbad ligt het Bratley Lake State Park. Daar vonden we een mooie kampeerplek. Keus te over. De temperatuur was aangenaam en we hadden al snel de tent tussen de bomen opgezet. Heel fijn, ook hier hadden ze overal voor beschutting tegen zon en regen gezorgd in de vorm van een pseudo-hooischuuroverkapping.





Daarna reden we naar Carlsbad, niet veel bijzonders. We parkeerden de auto voor de McD en hadden daarmee genoeg internetbereik om het blog te kunnen bijwerken. Na een toertje door de stad, langs de rivier de Pecos en de daar vlakbij gelegen villawijk, aten we een hamburger bij Wendy’s om de avond met een glaasje uit de koelbox bij de tent af te sluiten. We zaten nog een hele tijd buiten te genieten van de rust en de heerlijke avondtemperatuur. Een heel verschil met gisteren!