donderdag 1 augustus 2013

Dag 24 - 30 juli: Holbrook - Flagstaff

Dag 24 – dinsdag 30 juli: Holbrook – Flagstaff


KOA staat voor ons gelijk aan de was doen, foto´s op het web zetten, blog bijwerken, uitgebreid douchen. Dat is dan ook meteen het enige voordeel van deze commerciële campingketen. We wilden vandaag dus proberen op weer eens op een campground van de National Forest Service terecht te komen, ergens tussen Flagstaff en Sedona. We hadden erge houtvuurbehoefte, iets waar we door de hoge avondtemperaturen de afgelopen dagen maar niet aan begonnen waren. Bovendien mocht het niet overal in verband met brandgevaar.


Maar eerst: het Petrified Forest. Waar denk je aan als je dat leest? Toch in elk geval iets met bos. Nou, geen boom gezien. Dat wil zeggen, geen lévende boom.
Het Petrified Forest NP bestaat in feite uit twee delen: de Painted Desert en het Petrified Forest. Nu hadden we al vaker ´painted hills´ gezien, de vraag was dus wat dit zou toevoegen. Nou, ten eerste was het héél anders van kleur, deels rood en deels blauwgrijs, maar ook de structuur was compleet anders.









Allereerst bezochten we het Kachina Point met als grote trekpleister de Painted Desert Inn. Dat is geheel in Indiaanse adobestijl opgebouwd door jonge werklozen ten tijde van de Grote Depressie in de jaren dertig. Zij kregen daarvoor één dollar per dag, en onderdak plus eten. Ze werden verplicht om $25 dollar per maand naar hun familie te sturen om die zo te ondersteunen. Wij zouden het nu een reïntegratieproject noemen waarschijnlijk, een opstap naar betaald werk. De Ranger die ons erover vertelde wist niet of het ook als zodanig gewerkt had….Hoe dan ook, een plaatje was het. Zowel van binnen als van buiten. Tot in de kleinste details afgewerkt, allemaal met Indiaanse bouw- en decoratietechnieken. Door de warme kleur van de adobe vormde het een schitterend geheel met de omgeving. Doe mij maar zo’n huis!




















Na dit juweeltje was het volgende indrukwekkende onderdeel: de Blue Mesa. Een mesa is een tafelvormige grote rotsformatie. Hier was een trail van ruim een mijl uitgezet. Natuurlijk liepen we die en daarmee kwamen we in het hart van de formatie terecht. Onwaarschijnlijk. Kleuren, vormen, versteende stukken hout buitelden om het hardst ons netvlies binnen. Niet uit te leggen zo mooi. Ik zou zeggen, als je in de buurt bent: gewoon de snoeihitte trotseren en gáán!





























Het Crystal Forest bestond uit een gebied met talloze versteende bomen. Die liggen daar allemaal op de grond.


Versteend stuk boom

In eerste instantie lijkt het alsof ze keurig met de cirkelzaag in stukken gezaagd zijn, waar zich vervolgens op de snijvlakken een kleurige laag van versteende kristallen (hopelijk klopt dit, mijn scheikundig inzicht is niet erg groot) heeft gevormd. De stammen, miljoenen jaren oud, zijn echter niet verzaagd maar onder druk van een enorme laag sediment in stukken gebroken toen ze door die laag naar boven gedrukt werden.















Heel bijzonder. Ook hier liepen we de uitgezette trail.
Na een picknick sloten we af met de Long Log trail, daar ligt het werkelijk bezaaid met 'hout'.





Er komt een vraag bij me op. Is het echt wetenschappelijk bewezen dat we maar één maan hebben bij planeet Aarde? Zijn het er geen tientallen? In het boek IQ84 van Murakami (ik kan niet stoppen met lezen in dat boek!) wordt gesproken van twéé manen. Maar dat lijkt mij veel te weinig. Ik weet zeker dat wij op onze reizen van de afgelopen vier jaar minstens twintig maanlandschappen hebben gezien!


Goed, exit Versteend Bos. Op zoek naar een kampeerplaats. In Flagstaff gaan we eerst naar de Woody Mountains CG, in de Trotter beschreven als de beste. Nou, ik zou mijn hond er nog niet naar toe sturen! Wat een trieste, depressieve, rommelige, vieze boel. Weg daar! Uiteindelijk vinden we een CG zoals we die graag hebben, zo’n 12,5 mijl voor Sedona. Zodra we de deur van de auto opendoen ruiken we het al: bos en kampvuur. Heerlijk! De tentplekken zijn helemaal vlak gemaakt en zeer ruim. We besluiten hier twee dagen te blijven. Er is slechts één minpuntje: de weg. Daar staan we niet ver vandaan, en hij wordt redelijk bereden. De beste strategie is: negeren. We stoken een vuurtje, maken een heerlijk maaltje en laten ’s nachts de oordoppen hun werk doen..






Dag 23 - 29 juli: City of Rocks - Holbrook

Dag 23 – maandag 29 juli: City of Rocks – Holbrook

In de stenen stad ontwaken, met helemaal niets om je heen dan die enorme rotsen. Dat is nog eens wat. 
Toch braken we de boel op, we hadden nog meer op het programma. Vandaag zouden we noordwaarts, via de Gila Cilff Dwellings. Na voor de laatste keer met volle teugen van deze wondermooie plek genoten te hebben, en met vers gezette koffie erbij lukte dat uitstekend, vervolgden we de reis.

We reden via de 61 naar Gila. Op deze weg moest je wel een beetje uitkijken, namelijk niet alleen naar het mooie landschap maar ook vanwege alle troep die er door de regens van afgelopen dagen op was geslingerd. Veel washes waarbij afremmen  het credo is, maar ook stenen en takken. De grond en de beplanting ligt hier zo los op de hellingen dat het bij regenval gewoon mee naar beneden gesleurd wordt.
Bij het Visitor Center van City of Rocks hadden we gelezen dat de rondleidingen bij de Gila vervroegd waren naar elf uur, in plaats van één. Ook alweer vanwege gevaar voor flashfloods. Toevallig waren we er om half elf, en omdat we eerst een stuk naar boven moesten lopen, waar ook deze rondleiding begon, besloten we maar aan te sluiten. 



Dat was een goede gedachte geweest. We waren met heel weinig mensen (er was sowieso haast niemand) en de gids wist ontzettend veel te vertellen over de leefwijze van de mensen in de rotswoningen. Want dat zijn het, echt woningen gebouwd in de rotsen. Net zoals je in Mesa Verde hebt trouwens, en Canyon de Chelly, maar daar waren we niet in geweest.



Een verhaal erbij maakt het altijd interessanter. Het vroegst wetenschappelijk gedateerde bewijs dat er mensen woonden dateert van 550 n C …….maar mogelijk gaat bewoning zelfs terug tot 6000 v. C. Hoe dan ook, je zou zo verschrikkelijk graag héél even met een tijdmachine teruggaan en een kijkje nemen. Je probeert je er nu iets bij voor te stellen maar dat lukt nooit echt. In 1400 n. C. is men er weggetrokken. De ontstaansgeschiedenis van dit gebied gaat nog veel verder terug. De uitbarsting van twee vulkanen, 28 miljoen jaar geleden zorgde voor enorme geologische veranderingen. De ondergrondse snijbrander die zich hier ooit bevond, een zogenaamde hotspot, heeft zich inmiddels verplaatst en ligt nu onder Yellowstone.    

De woningen zijn nog behoorlijk in tact. Hier en daar is er íets aan toegevoegd, maar vooral om instortingsgevaar of beschadiging anderszins te voorkomen. 










Veel artefacten waren er niet te zien. De meeste woningen waren compleet leeggeroofd in vroeger tijden, en wat er nog wel was kon je in het Visitor Center bewonderen. Maar wat er nog wel zichtbaar was: enkele petroglyfen. Als je daarnaar kijkt  besef je dat de permanente benzinestiften die wij tegenwoordig gebruiken bepaald niet bijzonder zijn. Deze afbeeldingen bestaan al eeuwen en hebben aan kleur haast niets ingeboet, ondanks de strenge weersinvloeden waaraan ze blootgesteld zijn. Ga daar maar eens aan staan, stiftfabrikanten!
In ons groepje zat ook een wat ouder echtpaar waarvan de man heel duidelijk een kunstbeen had
(hij liep in korte broek). Hij klauterde daarmee echter net zo snel, of sneller zelfs, over de rotsen en op de ladders als wij deden. We raakten met ze aan de praat. Bert zag er natuurlijk geen been in om te vragen hoe hij zich zó goed kon redden. Waarop hij vertelde dat hij het al vanaf z’n tweede had. Tja, en dan leer je daar wel mee omgaan. Hij liet zich op geen enkele wijze belemmeren. Grappig, zo’n gesprek loopt altijd uit op het noemen van elkaars namen, handen schudden, leuk jullie ontmoet te hebben! en dan gaat ieder weer zijns weegs.

Ongeveer twee  uur nam het geheel in beslag. We hadden nog een flinke tocht voor de boeg. De Catwalk bij Glenwood stond ook nog op het programma. En dan wilden we liefst een stuk noordelijker, in de buurt van Alpine, een kampeerplek zoeken. Via Silver City – leuk stadje! – en een late lunchpauze – reden we verder. Die lunch was trouwens het vermelden waard. We wilden snel iets eten, en niet te lang zoeken dus doken we de eerste de beste tent in die we zagen. Het was toevallig een Wrangler Café/Grill (of zoiets, precieze naam ben ik vergeten), vast een keten. Maar ze hadden er de heerlijkste potato-skins, gevuld met groenten en kaas, die ik ooit heb gegeten. Knapperig en voor de verandering eens niet druipend van het vet. Bert had ook al zulke goede quesadillas. We namen allebei een doggy’s bag mee, vier van die halve gevulde aardappelen krijg ik echt niet op!
Het was inmiddels al drie uur. De catwalk zouden we vandaag niet meer kunnen doen, daar loop je ongeveer anderhalf uur over. Je gaat tussen de rotsen door, over de rivier, op een pad van vlonders. Bij aankomst in Glenwood vroeg ik bij het Ranger Station naar campgrounds. Hier in de buurt kamperen, morgen de kattenloop en dan weer verder. Nou, mooi niet. De Catwalk was gesloten! Wegens – alweer – de overvloedige regenval in de regio en het daaraan gekoppelde gevaar voor al dan niet plotselinge overstromingen. En geloof maar dat het gevaarlijk is! Het water kan zó snel stijgen dat je werkelijk reddeloos verloren bent.
We gingen nog wel even kijken bij de campground. Daar hing het volgende briefje:

Er was, behalve dan dus kennelijk die beer, verder geen levende ziel te bekennen. Geen enkele voorziening,  zelfs geen pittoilet. Ook lag het terreintje laag, direct aan de rivier. We zagen het niet zitten. Maar weer doorrijden dus. Het was inmiddels begonnen met regenen en in de verte zagen we de bliksemflitsen naar hartenlust hun kunnen vertonen. In Alpine probeerden we een cabin te huren, maar de allervriendelijkste eigenaar begreep best dat wij $100 exclusief tax aan de hoge kant vonden voor een houten hutje. Hij vertelde en passant nog dat het in geen jaren zo geregend had, afgelopen week zelfs meer dan 10 cm in een uur, en dat het in de loop van de week weer zou toenemen. 
Nou ja, eind van het liedje was dat we helemaal doorreden naar Holbrook, een urenlange rit, waar we voor dertig euro een cabin op de KOA namen. We hadden de mazzel dat New Mexico en Arizona een uur tijdsverschil hebben (in ons voordeel deze keer) waardoor de receptie nog open was. De restanten van de lunch kwamen goed van pas, we aten het koud als avondeten en zelfs toen was het nog heerlijk. Alle apparaten aan de stroom gehangen, en wij laadden op onze eigen wijze de energie weer op: slapen!