Word je wakker, staat er opeens een ezel voor je tent! Op
deze KOA liep dit beestje rustig los rond, natuurlijk tot groot vermaak van
alle kinderen die we hem gisteren al in zijn kielzog zagen volgen. Het leidde
nu af van de kou, want koud was het: twee graden vanmorgen toen ik uit bed
kwam. Voor het eerst kwamen al die attributen van pas waarvan we ons afvroegen
waarom we ze in vredesnaam hadden meegenomen: muts, handschoenen, sjaals,
donsjacks. We hadden wel de mazzel dat onze tafel in de ochtendzon stond, dat
warmde de boel redelijk snel weer op. Dat was wel nodig ook, want we hadden
yoghurt met cruesli, aardbeien en banaan op het ontbijtmenu staan en dat is niet
bepaald waar je zin in hebt als het bijna vriest. Dan wil je liever gebakken
eieren met spek, maar ja, dat hadden we niet.
Na het ontbijt gingen we douchen. Op zich niet
vermeldenswaard, maar in dit geval schenk ik er toch even aandacht aan. De
preutsheid van de Amerikanen, ik schreef er al vaker over, geldt alleen het
uiterlijk vertoon. Zodra je ergens een sanitairgebouw binnen gaat vallen de
enorme kieren tussen de wc-deurtjes op. Overal. In warenhuizen, restaurants,
campings, maakt niet uit. Hier was het nog een haartje erger: er zat zeker vijf
centimeter ruimte tussen het schot van de douche en een van de wc’s. Concreet
betekende dat dat degene die op de wc zat jou onder de douche kon zien, en,
erger, jij degene op de wc….Zo mocht Bert genieten van een heerschap dat
luidruchtig de verteerde etensresten van de avond ervoor naar buiten zat te
werken en tegelijkertijd aan het bellen was. Tja.
Om nog even op hetzelfde stramien voort te borduren: met het
grootste gemak laten hondenbezitters hun trouwe viervoeters uit op de
tentplekken. Op deze camping zagen we minstens tien honden – nou ja, meestal
hondjes, ze grossieren hier in mini-doggies – hun behoefte doen vlakbij de
picknickbanken die bij de tentplekken horen. Want ja, het hondenuitlaatveldje,
waar ze nota bene los mogen lopen, is toch zeker 100 meter verder. Veel te ver.
Alles werd overigens wel direct keurig opgeruimd door de baasjes, maar toch. Ik
wou dat ik een hond bij me had gehad, dan zou ik die voor de ingang van de RV
uitlaten. Nu konden we niet veel meer dan een klacht indienen waar met enige
verwondering – waar maakt u zich druk over? – op gereageerd werd.
Op weg naar Crested Butte stopten we eerst nog even in
Gunnison. Het leek namelijk best een aardig plaatsje met toevallig een klein
marktje. We vonden makkelijk een parkeerplaats maar het was ons niet helemaal
duidelijk of je nu moest betalen of niet. Er stond dat de maximale tijdsduur
twee uur was maar nergens een automaat. Ik vroeg het dus maar even aan iemand.
Die iemand, een vrouw, schudde me meteen hartelijk de hand en stelde zich voor.
Vervolgens begon ze te ratelen en binnen vijf minuten had ze haar hele
levensloop zo ongeveer op tafel gelegd. Ze was van oorsprong Italiaanse, uit
Lugano. Ze was 44 jaar getrouwd, en nu eindelijk weer ‘vrij’. Ik probeerde
steeds informatie over het parkeren te krijgen maar het was onbegonnen werk. Na
een minuut of tien had ik pas mijn antwoord: ze controleerden door een
krijtstreep op je banden te zetten en na twee uur te checken of je er nog
steeds stond. Ik maakte aanstalten om weer naar de auto te lopen waar Bert zat
te wachten, maar ik kwam echt niet zomaar weg. Ze vroeg of we misschien iets
wilden kopen in haar winkel. Wacht, beter, ze liep wel even mee. Alleen
creditcards. Oef. Hier zou alleen cold turkey helpen dus ik zei: “nee, we gaan
hier alleen koffie drinken en dan weer door. Mijn man wacht op me.” En toen
draaide ik me om. Pfff….ook ík was nu eindelijk vrij! 😁
Het was een biologische boerenmarkt met ook heel veel
esoterische producten. Daar zijn ze hier vrij goed in. We kochten er een vers
gebakken desembrood met kaneel en rozijnen, dat kun je heel lang goed houden en
smaakt ook geroosterd heerlijk bij het ontbijt. In Main Street zagen we
hetzelfde als in veel andere plaatsjes, een keur aan hippe winkeltjes die deels
nog hun roots hadden in de jaren zestig. We dronken er een uitstekende bak
koffie en liepen toen, enigszins omzichtig om ons heen kijkend, terug naar de
auto. Gelukkig geen Italiaanse meer!
Crested Butte was maar een half uurtje rijden. De omgeving
was nog net zo mooi als we ons herinnerden van twee jaar geleden. Het is een
beetje een aparte plaats, een combinatie van een zeer mondain ski-oord met ook
hier weer een hoog hippie-gehalte wat betreft winkeltjes en horeca. De eerste
campground die we bekeken lag in de buurt van Crested Butte –South en dan nog
een heel eind rijden over een dirt road. Er waren 13 plekken, allemaal bezet. Geen wonder natuurlijk op zaterdag.
Dus reden we door naar de plek waar we in 2016 in de sneeuw geëindigd waren,
ten noordoosten van Crested Butte. Een gratis campground beheerd door het BLM,
Bureau of Land Management. Moeiteloos vonden we de weg ernaar toe, hoewel het
veel verder weg was dan we in ons hoofd hadden. Ook hier moesten we een flink
stuk dirt road rijden. Bij aankomst bleek BLM ook de voordelen van een
camping-fee ontdekt te hebben, nu kostte een plek mét picknickbank $10 en
zónder $5 (het is een campground zonder faciliteiten als water, er zijn wel
compost-wc’s). Moest je wel een plek hebben natuurlijk. We schrokken even, het
stond er al erg vol. Een stuk of zes families met aftandse vouwwagens en
afgeragde caravans hielden een groot deel van de plaatsen waar je met de auto
kon komen bezet. We liepen wat rond en eigenlijk was alles wat voor ons
geschikt was al in gebruik. Alleen op plek nummer 5 stond nog geen tent, er lag
alleen een motorhelm op de picknicktafel. Even later kwam er een jongeman aan
die vroeg of wij ook op zoek waren. Ja dus. Hij was de eigenaar van de helm en
twijfelde erg, hij wilde liever een gratis plaats. “Nemen jullie deze maar
hoor!” zei hij. Ik stelde nog voor om de plek te delen, maar hij pakte zijn
helm, zwaaide naar ons en vertrok. Mazzel dus weer! De campground heet nu ‘Oh
be Joyful’, misschien kwam het daardoor??
|
Onderweg |
|
Plek 5 |
De rest van de dag liepen we wat rond in de omgeving,
ontdekten nog best veel lege plekken waar je dan wel een stukje naar toe moet
lopen, en genoten vooral van de kleurenpracht
op de omringende berghellingen. ’s Avonds roosterden we worstjes en
groenten op het vuur, met dikke kleren aan. Want hoewel geen sneeuw, koud was
het wel!
|
De stoeltjes bij de rivier gezet: heerlijk zitten lezen! |