woensdag 24 augustus 2011

Dag 36 - 22 augustus: van Boise naar John Day Fossil Beds

Dag 36 – maandag 22 augustus: van Boise naar John Day Fossil Beds

Het was nooit zo tot me doorgedrongen, maar nu begrijp ik waarom men in de VS het begrip Fahrenheit hanteert. Als het hier 100 graden is, heb je echt het gevoel dat je kookt (hoewel dat dan natuurlijk weer gerelateerd is aan Celsius). Dat hebben we de afgelopen dagen mogen ervaren. Met zulke temperaturen ben je echt wel blij met je airco in de auto! We verlieten ons motel om een uur of negen, in de wetenschap dat we de klok later weer een uur terug zouden mogen zetten als we de grens van Mountain Time naar Pacific Time  zouden passeren.
Over de Interstate 84 reden we in vlot tempo naar Baker City waar we de tank voor de zekerheid nog eens bijvulden.  We namen daarna de Hw 7 naar John Day. John Day was een pionier die overvallen werd door Indianen, uiteindelijk gered werd en nu als held te boek staat. Hoewel hij zelf waarschijnlijk nooit in deze streek geweest is draagt het plaatsje in Oregon toch zijn naam en is er zelfs een rivier naar hem genoemd.
Het doel van vandaag was het bekijken van de Sheep Rock Unit, onderdeel van de  John Day Fossil Beds. Dit gebied ontstond zo’n 44 miljoen jaar geleden door vulkanische lavastromen. De route erlangs heet de Oregon Scenic Byway en geeft je een heel klein beetje het gevoel dat de pioniers gehad moeten hebben toen ze met hun karren langstrokken, op zoek naar goud en een beter bestaan. Maar het blijft moeilijk voor te stellen. 






Het is hier ’s zomers gloeiend heet en ’s winters ijskoud, met bergen sneeuw. Hoe je dat moest overleven vroeger…
Vanaf het moment dat we de Sheep Rock zagen waren we stil. Niet iedereen: een jongen uit de enige andere auto die  bij het uitkijkpunt stond en aan het bellen was maakte tussen zijn ongetwijfeld belangrijke conversatie nog even de opmerking naar Bert: ‘I like your shirt!’. Waarvan akte.

Sheep Rock





Het was allemaal even prachtig en bijzonder. De vormen, de kleuren…  het Blue Basin, waar alle bergen fel turkoois gekleurd lagen te schitteren in het strijklicht van de namiddagzon….








Het was flink warm, ook al was het al later op de dag, maar de wandeling die we moesten maken om het bassin in te komen was de zweetdruppels meer dan waard.
Het werd tijd een kampeerplek te zoeken. We hadden bij het Visitor Centre gehoord dat er vijftien mijl na Mitchell iets was,  maar we moesten ook geld hebben want we hadden nog maar vier dollar. De dichtstbijzijnde geldautomaat stond in Spray, en dat betekende dat we het beste als het ware een lus konden rijden die dan wel 70 mijl lang was, maar ons meteen door een schitterend gebied zou voeren. Dat deden we dus. In Spray was niet alleen een ATM (geldautomaat) maar ook een camping, zo zagen we. Het was echter een beetje een vies gedoe daar, en er waren geen picknicktafels. Toch maar weer verder dus. Het was al zes uur, dus eigenlijk meer dan tijd om te stoppen. Tja, en als de nood het hoogst is……kom je opeens in het paradijs! Ter hoogte van Service Creek was een zogenaamde Walk In campground. Aan de rivier, omringd door bergen in de meest mooie kleuren in een warme avondzon. Er stond nog één ander tentje, een familie met drie dochters. Ze deden ons erg denken aan Onslow en zijn vrouw Violet, uit Keeping up appearences, en het was ons een raadsel hoe ze met zijn allen in dat kleine tentje pasten. We raakten aan de praat en ze waren ontzettend aardig en behulpzaam. Toen onze autolichten bleven branden kwamen ze het direct even zeggen en ze raakten haast niet uitgepraat over de schoonheid van de Painted Hills en het landschap eromheen. Wij gaan daar morgen heen.








Maar zoals gezegd: het paradijs! Op zo´n prachtplek hebben we nog nooit gestaan. We moesten wel onze spullen even een eindje sjouwen omdat de auto niet bij de tent kon staan (vandaar het Walk In) maar dat was peanuts. Na onszelf geregistreerd te hebben – je vult een envelopje in en stopt daar het overnachtingsgeld in ($5 in dit geval), werkt uitstekend.We hebben de tent opgezet en daarna eindeloos om ons heen zitten kijken om het op ons in te laten werken. Je kunt zoiets met de beste wil van de wereld niet uitleggen, woorden blijven maar woorden. Ondanks het feit dat we aan het water stonden waren er toch geen muggen. Dat scheelde weer. Vrij plotseling werd het donker. We moesten nog eten maar beperkten ons voor het gemak maar tot bijna kant en klare miesoep. De lamp erbij gezet en toen….werden we overvallen door een leger van mugjes en ander vliegend ongedierte waar de troepen van Napoleon bij in het niet vielen! Uiteindelijk is het ons gelukt de mie vegetarisch te houden, maar na het eten zijn we direct de tent ingevlucht. Dat is het ware buitenleven nietwaar??