zaterdag 14 september 2019

Woensdag 11 september – dag 18: Moab (vanuit Green River)


Hoewel het vandaag 9/11 was merkten we daar niets van. Ik dacht dat in heel Amerika wel iets gedaan zou worden aan herdenking, maar hier ging het leven door zoals elke andere dag. Wij hadden vandaag niet iets speciaals op het programma en deden erg lang over de opstart van douchen, ontbijten, bloggen. Om een uur of twaalf besloten we naar het Dead Horse Point State Park te rijden, dat ligt tegen Canyonlands aan. We waren er al een paar keer eerder geweest maar je kunt sommige dingen niet vaak genoeg zien.


De naam van het park is ontleend aan de functie die het ooit had: de cowboys dreven wilden paarden in een kraal bijeen, zochten de besten daaruit en lieten de rest aan hun lot over. Die verhongerden daar dan en niemand die daar enige aanstoot aan nam. Dierenactivisten? Nooit van gehoord. Maar ons ging het nu om de goosenecks, de slingers die de Colorado RIver in miljoenen jaren heeft uitgesleten en reusachtige canyons heeft achtergelaten. Het is werkelijk spectaculair. We liepen de East Rim Trail en genoten weer dubbel en dwars. Mag ook wel, de toegangsprijs is knap verhoogd naar $20 per auto…











Verder valt er niet zoveel te vertellen. We deden wat boodschappen bij de City Market in Moab, waar we helaas John niet meer aan het werk zagen (zie ons blog van 2016, dag 17) en waar ze ook gestopt waren met het maken van heerlijke hapjes zoals quiches, gezonde salades en andere hapklare brokken. Dat was voor ons niet heel dramatisch, we gingen hierna namelijk een hapje eten in de beroemde Moab Brewery. De hamburgers zijn er uitstekend, en het bier ook schijnt. Ik ben namelijk altijd de bob als we nog moeten rijden. Zero tolerance….


Al met al waren we vrij laat terug bij de tent, we dronken nog een glaasje wijn, lazen wat en aangezien het om 21.00 uur al doodstil en donker was op het terrein doken we vroeg de tent in.

Dinsdag 10 september – dag 17: Capitol Reef – Green River




Een leerling vroeg eens aan een collega of dat nou een beetje betaalde, docent zijn. Het antwoord kon niet duidelijker zijn: kijk maar op de parkeerplaats….oftewel, allemaal tweede- of derdehands auto’s. En het klopt: wij rijden al járen rond in een koekblik op wielen, het brengt ons van A naar B en meer hoeft niet. Zolang de kampeerspullen er maar in kunnen. Maar nu, nu rijden we in een hypermoderne auto rond en daar genieten we enorm van! Vooral het knopje waarmee je op afstand de kofferbak open- en dicht kunt doen, en het knopje in de rand van de kofferbak waarmee je hem óók met een druk op diezelfde knop weer dicht krijgt kan ons bekoren. Een versnellingspook ook is zó 2018, deze auto heeft gewoon schakelknopjes. Die druk je in, bijvoorbeeld de R voor achteruit en dan komt het met behulp van de achteruitrijcamera helemaal goed.  Daarnaast rijdt hij als een zonnetje, bijna geruisloos en heeft hij een superkleine draaicirkel…ons hoor je daarover dus niet klagen!


Martin en Marianne, waar we vanmorgen afscheid van namen, hebben ook een modern exemplaar. Met een sleutel waar je op kunt drukken zodat er ergens rode lampjes gaan branden. Waar die voor dienen weten ze niet (wij ook niet trouwens). Zij hebben hem op kleur uitgezocht,een rood exemplaar, zodat zij hem makkelijk terug kunnen vinden. Wel jammer dat op de parkeerplaats laatst alleen maar rode auto’s stonden. Ach, een kniesoor die daarop let nietwaar. We reden vlak na elkaar weg. Het waren twee geweldige dagen, of liever avonden (overdag gingen we onze eigen gang), en dat is echt zo.


Ons doel was Green River, dat ligt op een klein uurtje rijden van Moab waar de nationale parken ‘Arches’, Canyonlands en The Needles omheen gegroepeerd liggen, evenals de LaSal Mountains en Dead Horse Point State Park. In Moab zijn de campings of slecht, of niet meer te betalen. Vorig jaar wilden we het op de KOA proberen, maar ik meen dat we daar iets van $40 moesten betalen voor een mini-stukje gravel. In Green River State Park is een fantastische groene campground, je waant je in een park. We hadden daar voor 3 dagen plek nummer 10 gereserveerd, inclusief goede ruime en schone douches, water en elektriciteit naast de tent kwam dat op $35 per nacht. Maar voor we daar naar toe reden maakten we eerst een omweg: we wilden zien of we toch Little Egypt, dat we op de heenweg naar Hanksville voorbijgereden waren, konden vinden. En met de juiste aanwijzingen – tussen mijlpaal 20 en 21 – zagen we zo de dirt road die we kennelijk compleet over het hoofd gezien hadden. Little Egypt hadden we daarna snel gevonden en het was prachtig. Allemaal bijzondere rotsformaties, het leek een beetje op de figuren in het Goblin Valley SP, dat was hier ook niet zo ver vandaan. Het schijnt dat er in de weekenden veel gezinnen met kinderen komen die dan naar hartenlust op en over de rotsen kunnen klauteren, nu was er slechts één ander stel. We doolden er wat rond, maar er kwam een flink regenfront aanzetten dus maakten we ons niet veel later uit de voeten.






In Hanksville dronken we nog een kop koffie en rond drie uur kwamen we aan in Green River. Het is echt een oase. We installeerden ons op onze plek, aten ’s avonds een kop Chinese kippensoep met noedels die zowaar best te verteren was, zeker met de rabarber-aardbeien pie als ongeëvenaard toetje. Bij de receptie hadden we een zak hout gehaald à raison van $ 8,01 (die ene cent was de taks opgelegd door de plaatselijke overheid) en daarmee stookten we een flink vuur. Niet perse voor de leuk, maar vooral om ons warm te houden zodat we daarna rozig onze slaapzakken inkropen. Nadat we natuurlijk wel even de achterklep van de auto op afstand dicht gedaan hadden J  

Uitzicht onderweg, vanuit de auto