Een leerling vroeg eens aan een collega of dat nou een
beetje betaalde, docent zijn. Het antwoord kon niet duidelijker zijn: kijk maar
op de parkeerplaats….oftewel, allemaal tweede- of derdehands auto’s. En het
klopt: wij rijden al járen rond in een koekblik op wielen, het brengt ons van A
naar B en meer hoeft niet. Zolang de kampeerspullen er maar in kunnen. Maar nu,
nu rijden we in een hypermoderne auto rond en daar genieten we enorm van! Vooral
het knopje waarmee je op afstand de kofferbak open- en dicht kunt doen, en het
knopje in de rand van de kofferbak waarmee je hem óók met een druk op diezelfde
knop weer dicht krijgt kan ons bekoren. Een versnellingspook ook is zó 2018,
deze auto heeft gewoon schakelknopjes. Die druk je in, bijvoorbeeld de R voor
achteruit en dan komt het met behulp van de achteruitrijcamera helemaal
goed. Daarnaast rijdt hij als een
zonnetje, bijna geruisloos en heeft hij een superkleine draaicirkel…ons hoor je
daarover dus niet klagen!
Martin en Marianne, waar we vanmorgen afscheid van namen,
hebben ook een modern exemplaar. Met een sleutel waar je op kunt drukken zodat
er ergens rode lampjes gaan branden. Waar die voor dienen weten ze niet (wij
ook niet trouwens). Zij hebben hem op kleur uitgezocht,een rood exemplaar,
zodat zij hem makkelijk terug kunnen vinden. Wel jammer dat op de parkeerplaats
laatst alleen maar rode auto’s stonden. Ach, een kniesoor die daarop let
nietwaar. We reden vlak na elkaar weg. Het waren twee geweldige dagen, of
liever avonden (overdag gingen we onze eigen gang), en dat is echt zo.
Ons doel was Green River, dat ligt op een klein uurtje
rijden van Moab waar de nationale parken ‘Arches’, Canyonlands en The Needles
omheen gegroepeerd liggen, evenals de LaSal Mountains en Dead Horse Point State
Park. In Moab zijn de campings of slecht, of niet meer te betalen. Vorig jaar
wilden we het op de KOA proberen, maar ik meen dat we daar iets van $40 moesten
betalen voor een mini-stukje gravel. In Green River State Park is een fantastische
groene campground, je waant je in een park. We hadden daar voor 3 dagen plek
nummer 10 gereserveerd, inclusief goede ruime en schone douches, water en
elektriciteit naast de tent kwam dat op $35 per nacht. Maar voor we daar naar toe reden maakten we eerst een omweg:
we wilden zien of we toch Little Egypt, dat we op de heenweg naar Hanksville
voorbijgereden waren, konden vinden. En met de juiste aanwijzingen – tussen
mijlpaal 20 en 21 – zagen we zo de dirt road die we kennelijk compleet over het
hoofd gezien hadden. Little Egypt hadden we daarna snel gevonden en het was
prachtig. Allemaal bijzondere rotsformaties, het leek een beetje op de figuren
in het Goblin Valley SP, dat was hier ook niet zo ver vandaan. Het schijnt dat
er in de weekenden veel gezinnen met kinderen komen die dan naar hartenlust op
en over de rotsen kunnen klauteren, nu was er slechts één ander stel. We
doolden er wat rond, maar er kwam een flink regenfront aanzetten dus maakten we
ons niet veel later uit de voeten.
In Hanksville dronken we nog een kop koffie en rond drie uur
kwamen we aan in Green River. Het is echt een oase. We installeerden ons op
onze plek, aten ’s avonds een kop Chinese kippensoep met noedels die zowaar
best te verteren was, zeker met de rabarber-aardbeien pie als ongeëvenaard
toetje. Bij de receptie hadden we een zak hout gehaald à raison van $ 8,01 (die
ene cent was de taks opgelegd door de plaatselijke overheid) en daarmee
stookten we een flink vuur. Niet perse voor de leuk, maar vooral om ons warm te
houden zodat we daarna rozig onze slaapzakken inkropen. Nadat we natuurlijk wel
even de achterklep van de auto op afstand dicht gedaan hadden J
|
Uitzicht onderweg, vanuit de auto |