donderdag 1 september 2022

Dag 8 – woensdag 31 augustus: Glendale (en Bryce)

In de wandelgangen worden veel zaken snel geregeld. Tenminste, zo was het waar ik werkte. Pogingen om dat meer te reglementeren mislukten, en op een van de zoveelste verplichte scholingen (en in onze ogen vaak nutteloos) kregen we gelukkig te horen dat juist die praatjes bij het koffiezetapparaat zoveel opleveren. Konden we daar dus weer gezellig mee doorgaan. Hier is natuurlijk geen koffiezetapparaat, maar wel een ruimte met wasmachines. Drie jaar geleden barstte een mevrouw, terwijl ze de onderbroeken opvouwde, zomaar los over de toen zittende heerser van het Amerikaanse rijk: die man moet dood, gewoon dood! Nu was er wederom een dame bezig met de was, terwijl ik daar aan het blog werkte - mijn laptop kon er aan de stroom. We kregen het over de extreme hitte, dat wij ons programma daar op probeerden aan te passen. Zij deden hetzelfde, het was gewoon niet te doen. Zelfs niet in een RV. Opeens kwam ze iets dichterbij, vroeg een beetje voorzichtig wat onze opvattingen waren. Ik had nog niet eens antwoord gegeven of ook zij liet zich in een tirade ontvallen wat ze wel niet dacht van mensen die ontkenden dat er iets aan de hand was met het klimaat. 'Ze hebben geen boek gelezen, ze weten van niets en roepen maar wat ze willen'! Tja, dat kon ik niet ontkennen. 'Wat er op 6 januari gebeurde, in het Capitool, ik was zó boos, zó boos! Ze lopen gewoon achter de eerste beste schreeuwer aan en weten niet eens waar ze het over hebben!' 'Ach,' zei ik, ze horen gewoon wat ze willen horen'. Ze gaf me een schouderklopje en wenste ons een hele goede reis. Ontboezemingen in het washok. 

Het enorme voordeel van het terrein waar we nu staan is dat er zoveel groen is. Dat scheelt echt zo een graad of zeven, acht. En dat is heel veel, als je uitgaat van 41 graden elders. Wat niet wil zeggen dat het niet warm is, vooral ’s middags loopt de temperatuur aardig op.

De allerbeste plek is natuurlijk in de auto. En zo reden we aan het begin van de middag naar Bryce, het park waar je je in een andere wereld waant en met het grootste aantal hoodoos (een hoodoo is een aardpyramide, een rechtopgaande rots gevormd door erosie) ter wereld. Voor we in het park kwamen kom je nog door Red Canyon. Ook al zulke bijzondere rotsformaties, en inderdaad bijna knalrood. Dus ook daar moesten we een paar keer uitstappen voor wat mooie plaatjes.





Dan Bryce. De laatste keer liepen we er weer eens de Navajo trail, schitterend. Je daalt dan helemaal af in de kloof en loopt tussen die wonderlijkste rotspilaren. Nu was ons dat véél te heet, en daardoor ook te gevaarlijk. We hielden het dus bij de uitzichtpunten en verwonderden ons voor de zoveelste keer over al dat moois. Vooral als je al die pilaren in amfitheatervorm ziet opgesteld, schitterend. Zeker als de zon erop valt.

Bij het visitor center aten we uit de achterbak een ‘vers gebakken, elke dag!’ broodje dat zo slap was als een natte krant, maar met een plakje cheddar erop toch best te verteren. Ook in dit park was het rustig. Afgezien van wat schoolklassen, die hun nieuwe jaar aftrapten met een uitstapje, en een clubje bejaarde motorrijders, waren er niet veel mensen. Op de commerciële campings net buiten het park was nog heel veel plaats, in het park alleen op de Sunset campground. Zomaar op de bonnefooi kun je er echter toch niet naar binnen, alles moet via de site van Recreation Governement of telefonisch. Alleen als je ruim van tevoren annuleert krijg je je geld terug. Maar zeker niet als je door weersomstandigheden van een verblijf moet afzien, zoals wij gisteren bij verzengende hitte, of als het weer opeens omslaat en het dagenlang slagregent. De ‘administratiekosten’ van $10 krijg je sowieso niet terug. Je betaalt bij no show zelfs een boete. Ik schreef het al, een vreselijk systeem.

Om een uur of zes waren we terug bij de tent. Daar keken we nog eens goed naar de route, én naar de weersverwachting. Nou, die blijft bij heet, heet, heet. Onze volgende stop zou Wahweap zijn, aan Lake Powell. Het is daar zo ontzettend mooi, je zet je tentje op en kijkt uit op dat hele grote meer omringd door rode rotsen. Maar het is er normaal al snoeiheet, en nu nog een tandje erger. Daarna zouden we kamperen op een campground in de buurt van Mexican Hat, op een terrein waar geen boom te bekennen is. Dat alles leek ons niet zo’n goed idee. Na lang zoeken vonden we een oplossing. We blijven wat langer hier, dit ligt zo centraal dat je van alles kunt doen. Voor de prijs hoeven we het ook niet te laten, $20 per dag. En dan rijden we zondag naar San Juan Inn, in Mexican Hat, daar hebben we nu een kamer besproken (tot zaterdag te annuleren). Vandaaruit kunnen we dan onze reis volgens plan vervolgen. Hopen we.

Wat hier ook zo fijn is, ’s avonds koelt het af. Dat staat garant voor een goede nachtrust. Welterusten.







Dag 7 – dinsdag 30 augustus: Cedar City – Glendale (via Zion)

Je geld of je leven! Nou, we kozen toch maar voor dat laatste. Dan maar wat geld kwijt.

We begonnen vanmorgen met een tochtje naar de AT & T winkel, om een Amerikaanse prepaid telefoonkaart te kopen. Helaas, zei de meneer, die hebben wij niet. Wij verkopen alleen abonnementen en toestellen. Maar bij de Walmart kun je ze zo krijgen. Ach, we moesten toch nog wat vers proviand inslaan, dus dat kwam goed uit. We liepen direct door naar achteren waar de betreffende afdeling was. Een combinatie van vader Abraham en Catweazle was druk met een klant in de weer, maar uiteindelijk waren we dan toch aan de beurt. Een prepaid telefoonkaart graag, met veel data. ‘O’, sprak Abraweazle, ‘daar weet ik niks van. Om elf uur bent u de eerste, dan is er iemand die er misschien meer over kan vertellen’. Het was vijf voor elf. We deden toch maar eerst een paar boodschappen en verwonderden ons voor de zoveelste keer over de hoge prijzen van melk, kaas, brood, groenten en fruit. Een Kingcorn brood ( wie kent dat nog?) doet hier gemiddeld zo’n 4 dollar. En dan weet je zeker dat je geen enkele vezel binnenkrijgt. We zochten het nodige bij elkaar en gingen opnieuw op zoek naar iemand die ons kon helpen. Abraweazle zag ons aankomen en verwees ons direct naar een magere jongeman, die zo te zien wel wat boterhammetjes kon gebruiken. Jazeker kon hij ons aan zo’n kaart helpen! We konden kiezen uit $40, $50 of $60. Allemaal makkelijk te installeren via internet. ‘Ja, maar ik héb juist geen internet’. Dat werd een beetje te ingewikkeld. ‘U kunt ze ook bellen hoor’! ‘Ja, maar ik kán niet bellen zonder kaart’. Een beetje wanhopig vroeg ik of er dan misschien een T-Mobile winkel in de buurt was? O ja hoor, naast de Starbucks. Pfff…..

Na de boodschappen gingen we dus op zoek naar de Starbucks. We reden een kilometer of wat rond, om hem uiteindelijk te ontwaren vlakbij de Walmart. Met daarnaast, inderdaad, de telefoonwinkel. Hi guys, just a minute! Er waren nog 6 wachtenden voor ons. Maar, het moet gezegd, toen we aan de beurt waren werden we uitstekend geholpen. Alles werd gecheckt en gedubbelcheckt, de telefoon deed het en de databundel werkte ook naar behoren. Heel fijn! Nu is het echt niet zo dat je niet zonder kunt, maar aangezien alle campgroundreserveringen ook online gedaan danwel gecancelled moeten en je soms ergens pas kunt reserveren na een telefoontje maakt dit het wel veel makkelijker. Bovendien kan ik mijn telefoon dan als hotspot voor de laptop gebruiken, wat het bijwerken van het blog aanzienlijk vereenvoudigt. Eerder moesten we altijd een McDonalds of een Starbucks opzoeken voor internet, dat viel ook niet altijd mee. En daar moest Bert dan uren wachten tot de foto’s geladen waren. Dat wachten is hij trouwens wel gewend. Jaren geleden, toen we nog als gezin met vakantie gingen, schoten de dochters altijd alle mogelijke kleding- en schoenenwinkels in. Bert posteerde zich dan ergens buiten, op een stoeprand of zo, en wachtte geduldig tot we uitgewinkeld waren. Dat kon soms wel even duren.

Aldus voldaan reden we richting Zion, waar we vandaag een plek hadden en de twee dagen erop een andere, maar beiden in de A-loop. In Springdale, het plaatsje vlak voor je het park inrijdt, was het helemaal niet druk. Gek, normaal gesproken moet je je auto hier parkeren en met de shuttle het park in (behalve natuurlijk als je er kampeert). Ook in het park was het rustig. We vonden onze plek al snel, lekker met een beetje schaduw. Hoewel, lekker….het was inmiddels 41 graden! We keken elkaar eens aan en wisten direct: dit gaan we niet doen. Snoeiheet werkelijk, en het zou nog erger worden de komende dagen. Het besluit was gauw genomen, we reden door naar de Bauertjes in Glendale. Daar komen we eigenlijk altijd wel een paar dagen als we in de buurt zijn, heerlijk kamperen in het gras onder de appelbomen. Onderweg namen we het er natuurlijk wel van, Zion is zo ongelooflijk mooi! Om de haverklap stopten we om foto’s te maken en gewoon rond te kijken. Daarna wisten we dan niet hoe snel we weer in de auto waar de airco ons koel hield moesten komen. Weer viel het ons op hoe rustig het was. Voor de kenners: we waren helemaal alleen in de tunnel…

De tent stond snel, en de pasta smaakte na alle exoten van de laatste dagen uitstekend. Zion, je kunt ons wel van alles beloven, maar met deze temperaturen zoeken wij ons heil in elk geval wat betreft kamperen toch even elders. Het kampgeld hebben we, onder dwang, afgegeven aan het reserveringssysteem. Ons leven was ons liever.







De beroemde 'schaakbord'berg