Na deze educatieve voorstelling en goed doorvoed reden we naar het centrum van Taos. Het eerste wat we zagen was een winkel met zúlke leuke kleren dat ik er toch echt even naar binnen moest. Met de eigenaresse raakten we aan de praat, ze bleek jaren in Rozenburg (Zeeland) gewoond te hebben. Ze vond Nederland helemaal geweldig, vooral vanwege het totaal andere politieke klimaat. Toen we de winkel weer uitliepen hadden we opeens een kledingstuk extra mee te nemen….
Daarna bezochten we Taos Pueblo. Dit is een dorp dat geheel in pueblostijl bewaard is gebleven. De huizen zijn allemaal van adobe, klei met stro en zand gemengd. Door op deze manier te bouwen ontstaan vanzelf veel afgeronde vormen. Het geeft het geheel een heel bijzondere uitstraling.
We betaalden aan de kassa en namen er ook twee tickets bij om foto’s te kunnen maken. Later kwamen we mensen tegen die daar erg op mopperden, maar ze hadden ook de toegangsprijs kunnen verhogen en dan had niemand er wat van gezegd. Ik snap ook wel dat de Natives, en zeker die er nog wonen, proberen er iets van inkomsten uit te halen.
Er waren niet erg veel mensen, sterker, het was er uitgesproken rustig. Dat gaf ons kans prachtige foto’s te maken want ook het licht viel erg mooi.
De kerk die op een nieuwe herbouwd is, de oorspronkelijke is door de Amerikaanse troepen verwoest |
De deuren zijn door de Spanjaarden geïntroduceerd: vroeger ging men via ladders en het dak naar binnen. Meteen een mooie manier om indringers buiten de deur te houden. |
Hier de resten van de oorspronkelijke kerk. Na de verwoesting werd de grond in gebruik genomen als begraafplaats. |
Hier is goed te zien hoe de muren (elk jaar opnieuw) met leem opgebouwd worden. |
We zijn nog even met een rondleiding meegegaan, maar het meisje dat ons informatie zou moeten verschaffen praatte zó snel en raffelde haar verhaal zo ongeïnteresserd af dat we er bijna niets van meekregen. We zijn op eigen houtje verder gegaan. Bij een klein winkeltje kochten we brood dat gebakken was in een van de ronde houtovens die buiten als een soort kamelenbulten overal te zien zijn.
We raakten met de eigenaresse aan de praat en zij vertelde dat ze nog nooit verder was geweest dan South Dakota. En wij reizen het halve land door….
Na dit juweeltje van alle kanten goed bekeken te hebben reden we naar de campground, zo’n tien mijl buiten Taos. Hij was prachtig gelegen met rondom uitzicht op de bergen. In de Trotter stond hij aangekondigd als de beste in Taos, en hoewel we dat niet konden vergelijken vonden wij het er fantastisch. We werden uitermate hartelijk ontvangen. Heel grappig, voor de tenten waren een soort ‘corals’ gebouwd, zoals je voor paarden hebt. Dat was tegen de wind, want er was verder geen beschutting. Het sanitair bestond uit twee grote, goed ingerichte badkamers die je helemaal voor jezelf had. En er was een zitruimte met wasmachine en droger. We zetten dus maar gauw ons tentje hier op. Het paste makkelijk in de coral. ’s Avonds kwam er nog een ander stel, met een grotere tent en die moesten nogal wat manoeuvreren om het passend te krijgen….
Past precies! |
Deze tent kon er met moeite in..... |
Uitzicht vanaf de camping |
Allereerst reden we nog naar de brug over de Rio Grande vanwaar je 198 meter naar
beneden de gorge inkijkt. Een dame liep er op de weg, in plaats van op de stoep. Bert vroeg
zich af waarom maar ik herkende het onmiddellijk: hoogtevrees! Toen ik haar later
even sprak bleek dat ook te kloppen. Gelukkig had ik er zelf niet zo’n last van deze keer.
Op naar Taos. Er was dus een groot fiësta, en het hele plein in het centrum was omgetoverd tot een groot festivalterrein. Het is heel gek, het deed absoluut niet Amerikaans aan maar veel meer Mexicaans. Hoewel, helemaal niet gek natuurlijk. Dit was vroeger gewoon onderdeel van Mexico maar werd in 1848 na een oorlog door Mexico afgestaan aan de VS. Er werd meer Spaans gesproken dan Engels. Ook de bouw hielp mee een Mexico-gevoel op te roepen met alle galerijen rondom. De plaatselijke dansschool gaf kennelijk haar jaarlijkse uitvoering op het podium, en ervóór zat het publiek op zelf meegebrachte stoeltjes.
Mariachimuziek uitgevoerd op moderne wijze |
We laafden ons in Eske’s Café aan een lekker drankje en aten er de lekkerste sla die we ooit in Amerika gegeten hebben.
Terug op de campground (Montebello RV-park, met maar vier tentplekken) deden we eerst de was. We konden gezellig in de huiskamer zitten en namen dus maar een flesje wijn mee. Er was razendsnel internet en dat was weer mooi voor het plaatsen van het blog. De eigenaar, John, kwam een praatje maken. Hij bleek oud-militair te zijn, nu met pensioen. Omdat al zijn sociale voorzieningen door het leger gewaarborgd waren en hij ook van inkomen verzekerd was leverder hem dat de vrijheid op iets voor zichzelf te beginnen, samen met zijn vrouw. Dat werd het RV-park. Op deze mooie plek, met slechts ruimte voor een beperkt aantal RV’s. Ze hebben het nu heel goed voor elkaar. Reclame hoeven ze nauwelijks te maken, mensen komen graag terug.
Terwijl we daar zo zaten kwam iemand ons halen: we moesten even buiten kijken naar de zonsondergang!
Toen we, met de schone was, naar de tent wilden was van mooi rood licht geen sprake meer, het góót! In no time stond het halve terrein blank. Het water zakt niet makkelijk in de grond dus je hebt direct plassen. We hebben maar wat zitten lezen in de huiskamer tot het droog was. Bij de tent gekomen viel het mee: alleen op het grondzeil ervóór stonden plassen maar binnenin was alles droog.
Einde van een geweldige dag.