Het was best gek om na zoveel weken opeens de slaapmatjes
weer strak opgerold in hun hoezen te doen (we hadden ze al die tijd los
opgevouwen in de auto gelegd, evenals de slaapzakken en de tent). We waren zo
gewend geraakt aan het stramien van koffie drinken, inpakken en door naar de
volgende plek. Maar aan alles komt een eind, en wat dat aangaat maakt het niet
zoveel uit of je nu twee weken weggaat, twee maanden of een jaar. Het moment
breekt hoe dan ook aan dat je teruggaat naar het gewone leven.
Omdat we heel veel tijd hadden en niet zoveel zin al vroeg
bij de cabin in Kingman (op de KOA) aan te komen maakten we een flinke omweg
voor een lekker biertje. Via Cottonwood reden we naar Flagstaff, een rit van een
kleine drie uur. Het had sneller gekund maar dit was een scenic route en daar
hoorden vele haarspeldbochten bij. We kregen er geen spijt van, het was beslist
de moeite waard. Vooral het gedeelte tussen Sedona en Flagstaff, met zijn rode
rotsen was prachtig. Dat vonden vele anderen ook, we waren weer eens vergeten
dat het zaterdag was…
In Flagstaff gingen we direct op zoek naar de Beaver Street Brewery.
Vijf jaar geleden aten we daar een fantastische pizza, de beste van Amerika
(naast een bierbrouwerij is het ook een pizzeria) en we wilden graag weten of
ze die standaard hadden kunnen handhaven. Nou, dat was gelukt! Alweer aten we
een overheerlijke pizza, nu eens normaal van afmetingen waardoor we hem bíjna
op konden. Het restant ging mee voor de avond, was koud zeker ook lekker. En ja,
er was ook bier voor Bert. Daarna liepen we nog even door de stad, om terecht
te komen in een groot Hopi-festijn op het grote plein. Nu mag je Hopi-indianen
normaal gesproken nooit fotograferen, sterker nog, je mag niet eens
aantekeningen maken van wat ze doen. Maar dat strikte verbod hadden ze nu
kennelijk losgelaten en hoewel met enige aarzeling maakte Bert toch enkele foto’s (die voeg ik later toe).
Ze voerden rituele dansen uit die horen bij de initiatieriten van meisje naar
vrouw. Mooi om te zien.
We moesten nog een eind rijden naar Kingman en onderweg kleurde
de hemel opeens helemaal rood. Niet van de ondergaande zon, maar duidelijk van
een grote uitslaande brand. Een eindje verderop stond een bord met het verzoek niet
de brandweer te bellen, het ging om het gecontroleerd afbranden van een stuk
grond….
In Kingman vonden we snel de KOA, waar we een soortgelijke
cabin betrokken als we in Tucson gehad hadden. De inrichting was grotendeels
hetzelfde, alleen was dit exemplaar veel kleiner en stond het bed in het
woongedeelte. Maar alles was weer picobello in orde, en we konden al onze
spullen ook kwijt op het ruime terras aan de voorkant.
In de receptie kocht ik wasmiddel, we hadden bedacht dat het
handig was alles nu vast te wassen zodat we het opgevouwen mee konden nemen.
Nam het minder plaats in en het scheelde bij thuiskomst weer wat werk. Terwijl
ik afrekende kwam er een stel binnen, zij met een draagdoek. Geïnteresseerd
keek ik naar het kindje dat erin zat, dat wil zeggen, erin zou moeten zitten.
Want er zat geen peuter of baby in, maar een hond!