Na een waanzinnig mooie nacht onder de sterrenhemel, we hadden alleen de binnentent opgezet en die is grotendeels van gaas, brachten we enige orde in de chaos. Bij de Walmart hadden we weer kartonnen verhuisdoosjes gekocht, kleintjes deze keer, en daar gingen alle etenswaren in. De koelbox hadden we gisteren onderweg al volgegooid met ijs zodat we onderweg konden kiezen uit ijskoude Cola, Rootbeer, Clamato, Gatorade sportdrank of gewoon water. Na een ontbijt van geroosterde muffins en een halve liter koffie maakten we een paar kleine wandelingetjes door het gebied. Eerst bij de Red Sand Dunes, waar kinderen met emmertjes en schepjes in het zand speelden, daarna een stukje van het Whiptail Trail en tot slot klauterden we de petrified Dunes op. Het had iets weg van White Pocket, het gebied waar we een aantal jaren geleden met fotograaf Terry Alderman uit Kanab geweest waren. Helaas is de goeie man onlangs overleden lazen we, jammer. Hij wist zo ontzettend veel en het was leuk geweest nog een tocht naar een ander gebied te kunnen maken. Maar dat terzijde.
Bij Snow Canyon denk je natuurlijk aan sneeuw. Daar heeft het echter niets mee te maken, dat zou ook wel gek zijn in deze streek. Oorspronkelijk heette het gebied Dixie State Park, zo genoemd door de pioniers of meer precies de Mormonen die er neerstreken rond 1850. Daarvóór werd het het vanaf 200 na Chr gebruikt door de Anasazi Indianen, en vanaf 1200 tot 1850 door de Paiute Indianen. Later is het park vernoemd naar Lorenzo en Erastus Snow , prominente pionierleiders in Utah. Wij hadden trouwens best graag een beetje sneeuw gehad hoor, het was zó snoeiheet. Zul je zien dat we op onze wenken bediend worden op een andere plek, als we het juist al koud hebben. 😁
Het is geen groot park, ik denk maximaal 10 km lang en gemiddeld 5 km breed. Wel kun je er van alles doen op het gebied van klimmen, paardrijden of mountainbiken maar dat hebben we maar aan anderen overgelaten. Daarom pakten we onze spullen in en reden we door naar Glendale, een klein half uurtje rijden van de oostelijke ingang van het Zion National Park. Om er te komen moet je wel via Springdale het park door. Nou, dat hebben we geweten. Zo druk hebben we het er nog nooit gezien. Al een kilometer of acht vóór Springdale stonden werkelijk overal auto's langs de weg. Dat hield niet op tot we in het park zelf waren en ook dáár waren alle parkeerplaatsen bezet. Voor de eerste grote tunnel stond de zaak ook stil, en toen we er eindelijk door waren zagen we de file de andere kant op: kilometers! Dat moest er nog allemaal doorheen, en als je dan bedenkt dat er maar één rijstrook is voor beide kanten kun je je voorstellen dat veel mensen heel erg lang hebben moeten wachten.
Het laatste stuk, bij de schaakbordberg, was het weer veel rustiger. En dat is zó mooi dat je je afvraagt waarom er daar zo weinig mensen zijn. Om half vier reden we het park weer uit. Vlak daarbuiten is ook een mooie campground en zo te zien was daar plaats genoeg, maar we wilden toch naar Glendale, naar de Bauertjes. Dat is zo'n fijn terrein, je kampeert er op gras wat vrij uniek is hier, er zijn heerlijke douches en we konden er de was doen. Om vier uur kwamen we aan bij de Bauertjes waar alles nog precies hetzelfde was. Er stonden een paar kleine tentjes maar onze favoriete plek, helemaal achteraan, was nog vrij. Ons tweegangenmenu van tomatensalade en tonijnpasta, met heel veel peterselie, smaakte uitstekend. We hadden ons voorgenomen deze keer extra veel aandacht aan gezond eten te besteden, wat hier soms wel lastig is, maar dit paste zeker in die categorie. Later koelde het erg af zodat we blij waren met onze hele dikke slaapzakken. Nu maar hopen dat ze ons inderdaad warm houden vannacht. Ik vrees het ergste voor de twee Fransen die alleen een piepklein tentje van gaas hadden....waarschijnlijk moeten we die morgenvroeg eerst ontdooien voor ze aan hun eerste sigaret kunnen beginnen 😊
Is Bert hier zijn golfvaardigheidsbewijs aan het halen?? Nee, hij harkt de appels weg zodat onze tent mooi vlak staat 😁 |