vrijdag 8 augustus 2014

Dag 33 – Dinsdag augustus: Lone Pine – Calaveras Big Tree State Park

De FBI liet ons niet met rust. Met ontzettend veel moeite hadden we ze afgeschud, enkele dagen geleden, maar nu bleek dat toch een illusie.

 
We reden weg van onze wereldplek in Lone Pine. Om bij ons volgende doel te komen, Calaveras, moesten we bóven Yosemite langs, over de Sonorapas, en dan nog een flink stuk in noordwestelijke richting. In het Calaveras SP zouden we mogelijk onze vrienden Jan en José treffen die via een Facebook berichtje hun aanwezigheid daar hadden aangekondigd. Daardoor waren we ook op het idee gekomen erheen te gaan, voor die tijd hadden we nog nooit van het park gehoord. Aangezien we op zoek waren naar iets nieuws om de vakantie mee af te sluiten kwam het als geroepen.

Bij Mono Lake stopten we kort om een foto te maken en te constateren dat de meeuwen, die anders met tienduizenden neerstrijken op de rotsen, vakantie hadden genomen. Geen meeuw te zien! Waarschijnlijk waren ze weer terug richting Californische kust.

 

DSC09800

 

Rustig kachelend reden we verder. Vlak voor Sonora Junction, op de HW395, kwam een Highway Patrol Police met gillende sirenes ons tegemoet. Dat gebeurt wel vaker dus we schonken er geen aandacht aan. Echter, hij was ons nog niet voorbij of met gierende banden keerde hij, om vlak achter ons te gaan rijden. Een hele kerstboom aan knipperende verlichting voerde hij op het dak van zijn auto en de claxon loeide onafgebroken. Nou, ik kan je vertellen dat het behoorlijk intimiderend voelt. Inmiddels zat hij ongeveer op onze achterbumper en we kregen de indruk dat we misschien maar beter konden stoppen. Ik riep nog tegen Bert ‘raampje open en handen op het stuur!’ want dat je vooral niet uit moest stappen had ik wel begrepen. Met al het licht en geluid aan schoof de sterke arm der wet naast ons. Het raampje van zijn auto ging open. Nu zul je het hebben! Als de FBI op jacht is naar een lange Fries uit Nederland leg je altijd het loodje tenslotte. Hoe je het ook probeert te ontlopen. De politieman keek ons eens boos aan, keek nog een keer, draaide zijn raampje weer dicht en……spoot ervandoor! Niet omdat wij hem angst ingeboezemd hadden maar omdat wij kennelijk niet degenen waren die hij zocht. Pfff……Je weet dat je niets verkeerd gedaan hebt, zelfs de maximumsnelheid niet met een half mijltje overschreden, en tóch, en tóch…..je schrikt je gewoon het apelazarus. In dit land voelt het allemaal bovendien een haartje erger.

Na deze haast surrealistische ervaring overwonnen we in een rustig tempo de Sonorapas, die hoog en prachtig was.

P1050881

Vlak na het Columbia State Park reden we over een brug die het enorme New Melones Lake overspande. Het was een uur of zes, en alles leek in goud gedompeld.

                                      P1050887

Om een uur of zeven vonden we in het Calaveras SP een prachtplek, alweer een half bos voor jezelf. Dat bos bestaat voornamelijk uit oudere en jongere Redwoods en omdat die zo hoog zijn levert dat veel licht en lucht op. Bovendien keken we uit op een enorme bloemenweide waar een wandelpad overheen was aangelegd in de vorm van een plankier. Heel geschikt om twee dagen door te brengen. ‘s Avonds speurden we nog de hele camping af op zoek naar Jan en José, maar die bleken achteraf ergens in een huisje te zitten.

 

        P1050907  DSC09873 P1050911

                                  DSC09812 P1050893

Het is en blijft iets bijzonders. Zo’n hele grote campground waar het om half negen stikdonker is (nergens verlichting) en je dan alleen nog het schijnsel van de verschillende kampvuurtjes ziet. Haast mystiek…..

Dag 32 – Maandag 4 augustus: Las Vegas – Lone Pine

Om kwart over acht werd er op de deur geklopt. Omdat we niet meteen reageerden werd er aan de andere actie ondernomen: de deur werd opengemaakt. Door de huishoudelijke dienst. Ik stond net op het punt onder de douche te gaan en Bert lag nog te sudderen in bed, dus we begonnen heel hard NO te roepen. Pas toen ik daar een Spaans accent aan toevoegde werd de deur weer dichtgetrokken. Voortaan toch maar het kaartje ‘please do not disturb’ aan de deur hangen….

Het ontbijt namen we in het hotel. Dat is een ervaring die je net wilt missen. Alleen al om te zien hoe mensen maar weer eindeloos opscheppen van – in onze ogen – vieze vette dingen als biscuits in gravy (dikke zachte koekjes met een soort ragout die er meer uitzag als hondenkots), of pizza om acht uur ‘s morgens. Gelukkig was er ook vers fruit, toast en cornflakes. Om toch iets exotisch te proberen schepte Bert de broodpudding op zijn bordje en die was redelijk eetbaar, hoewel ik hem iets te zoet vond.

 

20140804_100314                                 De ontbijtzaal in het Main Street Station Hotel

Op weg. Vrijwel om de hoek werden we getroffen door een man, zittend op de stoep met wat rotzooi om zich heen, die erbarmelijk zat te huilen. Volkomen radeloosheid sprak uit zijn ogen. We voelden ons op een of andere manier bijna schuldig, hoewel we er niets aan konden doen. Als je hem geld zou geven zou dat zonder twijfel in geestverruimende middelen worden omgezet. In de trieste wetenschap dat het leven van deze meneer (en dat van vele anderen) nooit zou veranderen reden we toch maar verder. Het bleef even stil in de auto….

Door naar Death Valley. Dat is het laagstgelegen gebied ter wereld, op het diepste punt 86 meter onder de zeespiegel. Tegelijkertijd worden hier ook extreem hoge temperaturen gemeten. Vorig jaar maakten wij er 48 graden mee, dit jaar schijnt het warmterecord gebroken te zijn en werd het 58,3 graden. Nu was het ‘slechts’ een kleine 38. Met een windje erbij voelde dat best aangenaam.
We hebben het over woestijngebied, dat ooit geheel onder water lag. Vandaag maakten wij mee dat de weergoden een poging ondernamen dit gebied maar weer eens in oude staat te herstellen. Gisteren had ik, in de tien minuten dat ik natuurlijk tevergeefs naar iets interessants zocht op tv, wel gezien dat er een waarschuwing voor flash floods in de omgeving van Las Vegas werd afgegeven, maar veel aandacht had ik daar niet aan geschonken. We reden dus gewoon de route via Pahrump naar DV. Dat er heel veel regen gevallen was zagen we wel, met in de verte ook alweer een enorme hoosbui.

P1050803

 

Vlak voor de kruising die je in westelijke richting het park invoert, bij het Opera  House (annex hotel), zagen we auto’s aan de kant staan en een zwaailicht van een of andere hulpdienst erachter.

20140804_150700

P1050805

Tja, en toen zaten we er middenin. Het hele kruispunt stond al onder water, en niet zo’n klein beetje ook. Een bus, die erdoorheen probeerde te komen, moest maken dat hij achteruit terugkwam om niet meegesleurd te worden.

   P1050807 P1050809 P1050811

 

P1050814

                                             Deze zware auto kon er nog nét door

Tot op dat moment vonden wij het eigenlijk nog wel grappig, maar toen het water alle lager gelegen gebieden binnendrong realiseerden we ons dat het echt niet zo grappig was. Net als alle andere wachtenden keerden we de auto’s om ze hogerop veilig te stellen. En waar we een paar minuten daarvoor nog gewoon over het asfalt waren gelopen moesten we nu onze schoenen en sokken al uittrekken. Wadend door het water, zo geel ware het de Jang-Tse-Kiang, kwamen we bij de auto.

P1050816

Een eindje verder zetten we hem op een hogere plek, want teruggaan was ook geen optie meer. Intussen dreven de boomstammen die als hekje langs de weg fungeerden al los op straat. Overal om ons heen was water, het begon steeds harder te stromen.

P1050813

 

De mensen van het Opera House Hotel probeerden tevergeefs te voorkomen dat het water het gebouw binnen zou dringen. Ze gooiden er alles wat ze aan dekens en slaapzakken hadden tegenaan. Een medelander/Nederlander zei ‘ach, dat zijn ze wel gewend denk ik’ waarop ik hem lichtelijk verbijsterd aankeek. Nou én? Maakt dat het minder erg?

 

DSC09765

 

DSC09766

We liepen wat heen en weer, niet wetend wat te doen. Tot ik zag dat de plek waar de auto’s stonden óók helemaal ingesloten werd door zeer snel stromend water. Iedereen reed dus, door een flinke plas van zeker al 20 cm, z’n auto weer weg. Opeens werd er geroepen dat we erdóór konden. En dat klopte. Sneeuwschuivers hadden het water zo van richting doen veranderen dat het kruispunt min of meer begaanbaar geworden was. Langzaam rijdend konden we zo onze weg vervolgen. Maar hoe het verder ter plekke afgelopen is, dat weten we niet. Want het begon net weer te regenen toen wij weggingen, en een héle kleine hoeveelheid kan al grote gevolgen hebben. We zijn er goed vanaf gekomen, en werkelijk gevaar was er niet denk ik, maar je ziet wel met eigen ogen hoe ontzettend snel zoiets kan gaan.

Goed, de knop om en Death Valley binnengereden. Voor de derde keer konden we ons vergapen aan de wonderbaarlijke wereld vol kleurenspel en schaduwen, zich aftekenend op de scherpe vormen van het gebergte. Foto’s maakten we nauwelijks, we hébben er al zoveel. Maar eenmaal bij Zabriski Point konden we het toch niet laten. Zo´n bijzonder schouwspel van kleuren en vormen, dat is uniek.

 

DSC09775Op geen enkele manier doet de foto recht aan de werkelijkheid…..je moet echt het gebied in en dat deden we deze keer niet.
Meer foto´s in onze verslagen van 2010 en 2013.
 

 

We stopten ook nog even bij de Sand Dunes, om daarna het gebied weer uit te rijden.

 

DSC09777

Om zeven uur ‘s avonds reden we Lone Pine binnen. De lucht was wat onstabiel, dus ik vroeg bij een benzinestation of zij iets wisten van de weersvooruitzichten vannacht – op nog meer regen zaten we niet te wachten. Iedereen ging zich ermee bemoeien, en uiteindelijk zochten ze op hun smartphone voor ons op hoe het eruit zou gaan zien. Dat leek gunstig, en hoewel onze raadgevers ons voor gek verklaarden (koud immers, in de bergen!) reden wij spoorslags naar de campground waar we al twee keer eerder geweest waren. Op het eerste gezicht leek het vol, maar bij nader inzien waren er toch nog vrije plaatsen, en wat voor plaatsen! We vonden een wereldplek. Alweer. Met het mooiste uitzicht dat je je maar denken kon, bergketens aan twee kanten, aten we onze pasta met courgette, knoflook, ui, tomaat en parmezaanse kaas. De courgette lag al een tijdje te wachten en was enigszins rimpelig geworden, maar nu hij in de pan mocht bijkomen werd hij weer helemaal enthousiast. Kortom, een uitstekend maal. Het vuurtje brandde, wij konden ons geluk weer eens niet op. We gaan hier nooit meer weg!

   P1050850 P1050855 P1050861