zondag 13 juli 2014

Dag 8 – Vrijdag 11 juli: Lake Ozette – Port Angeles

Onze buurvrouw hield ons flink aan de praat met een gezellige klets. Gisteravond was ze aangekomen, in een klein kampeerbusje. Ze stalde haar hele hebben en houwen uit op de picknicktafel, inclusief eten en drinken. Om het na een paar uur weer allemaal in te pakken. Ook zette ze een instant-tent op, daarbij zitten de stokken er aan de buitenkant aan vast zodat je het gevaarte alleen nog maar omhoog hoeft te trekken. Ze had er niet in geslapen maar het ding vooral meegenomen om haar schoondochter de loef af te steken: die zag namelijk niets in kamperen, tenminste niet op haar manier. De tent diende dan ook vooral als statement: het hoeft niet ingewikkeld. Het was een praatgrage dame, en na haar ochtendlijke ontboezemingen wisten wij ongeveer alles van haar.

Met een redelijke vertraging pakte we dus onze spullen in. Daarna zetten we flink de pas erin, we liepen de trail naar Cape Alava aan de kust. Dat ligt zo’n beetje op het meest noordwestelijke puntje onder Canada. Het pad bestond grotendeels uit vlonders die niet alleen de drassige bodem maar ook de hoogte overbrugden. Alles bij elkaar was het een wandeling van bijna 12 km. We konden er uitstekend onze hink-stap-sprong oefenen: de talrijke traptreden waren behoorlijk ongelijk van lengte. (Voor meelezende collega’s: stel je de trap naar de hoofdingang voor, en dan af en toe ook nog omgekeerd evenredig qua afmetingen….)

 

 

DSC09083Nee, ik heb geen witte kniekous aan, dat is het licht dat een beetje vreemd op mijn rechterbeen valt ;) Maar het is de enige foto die we onderweg gemaakt hebben en waarop je de vlonders kunt zien.

Bij de zee werden we overvallen door een troep kleine oranje kabouters. Nee, het was niet het Nederlands elftal dat door van Gaal op strafexpeditie was gestuurd, er was een kinderkampje ter plekke en de kinderen hadden allemaal oranje shirtjes aan. Heel handig, zo waren ze goed zichtbaar. De begeleiders waren net bezig alle tenten plus toebehoren weer in te pakken, knap om te zien hoe ze dat allemaal op hun rug hesen.

 

DSC09086

Wij hesen onszelf weer op aan een touw dat op het laatste deel van de route hing, het was daar namelijk redelijk glibberig en steil. Ook op de terugweg hielden we het tempo hoog, we sprongen als geiten over de vlonders. Al met al deden we er tweeëneenhalf uur over.

 

Weer terug bij de parkeerplaats aten we de laatste kaneelbroodjes op. We deden dat onder een afdakje waar ook een bankje in stond. Onder het afdakje zaten twee zwaluwnestjes, en hoewel we de jonkies hoorden piepen zagen we ze niet. Tot we naar beneden keken, en er twee vlak vóór ons op de grond bleken te zitten. Ze waren kennelijk net uit het nest, konden nog niet echt vliegen al probeerde eentje het wel. Het was aandoenlijk te zien hoe ze steeds weer dicht tegen elkaar aankropen, in het geheel niet voorbereid op de grotevogelwereld. We zijn maar weggegaan om de moeder gelegenheid te geven het stel weer onder de hoede te nemen.

 

DSC09095

Om kwart over vier reden we Port Angeles binnen. Dat is een behoorlijk uitgestrekte stad die ons verder niet zo interessant leek. We zochten eerst naar een campground, maar de KOA die we vonden trok ons niet bijzonder aan. We besloten terug te rijden richting centrum en een hotel te nemen. Lekker douchen en de batterijen van de fototoestellen opladen. Het werd de Days Inn, op een paar minuten van de haven. Wel zo handig, de ferry naar Victoria (Vancouver Island, Canada) zou de volgende ochtend om acht uur vertrekken maar we moesten er een uur eerder zijn. Vroeg opstaan dus.

Vlakbij het hotel zagen we een vrij onooglijk aandoend restaurantje, met als aankondiging ‘fish specialties’. Omdat we inmiddels weten dat de buitenkant hier meestal weinig zegt over de binnenkant (maar dat geldt in het algemeen natuurlijk ook voor de hele mensheid) gingen we kijken. Het was een topper! We aten er een heerlijke stoofpot van verschillende soorten verse vis. Erbij deze keer geen wijn maar een Blue Moon biertje, dat had ik vorig jaar in Chicago voor het eerst geproefd en dat was goed bevallen.

20140711_194920

Bij de receptie hebben we voor de zekerheid maar een wake-up call gevraagd, om kwart voor zes moesten we weer op. En ook al ben je aldoor vroeg wakker, zul je zien dat je juist als het móet je verslaapt….

Dag 7 – Donderdag 10 juli: Kalaloch – Lake Ozette

 

 P1040861                                                              De plek in Kalaloch

 

Het was nog steeds koud. Een graad of acht, toen ik om half zeven opstond. Een snelle rondgang leerde dat er al enkele mensen op het strand waren en ik bleef er even naar staan kijken. Teruglopend naar de tent zag ik ook het eerste wild van dit jaar:

 

20140710_065015

 

We zetten koffie, braken de boel op en togen voor het ontbijt naar de naastgelegen lodge. Die lodges zijn uitingen van een ver koloniaal verleden, dat men krampachtig probeert vast te houden zo lijkt het. Precies zoals je ze in films wel ziet, met grote lederen fauteuils en knapperend haardvuur. Meestal ook nog met een schitterend uitzicht en dan heb je het plaatje wel zo’n beetje compleet. Omdat we het te koud vonden om bij de tent te ontbijten – we hadden geen eieren of spek, en yoghurt is niet echt lekker als je ongeveer bevriest – leek het ons een goed idee dat bij de Kalaloch Lodge te doen. We zijn in Amerika reuze-ontbijters en namen dus hash browns, scrambled eggs, vers fruit, toast en jam. Aldus goed gevuld togen we naar het Hoh-regenwoud, dat lag een stuk verder naar het noordoosten. We werden niet teleurgesteld; hoewel we ook al veel vergelijkbare vegetatie in de omgeving van Quinault hadden gezien was dit toch weer anders. Ook het weer werkte mee: een stralend blauwe lucht en een aangename temperatuur. We liepen de kortere trails: Hall of Mosses en de Sturkes Trail.

DSC09039 DSC09041P1040863     P1040864                P1040882 P1040872 P1040880

Op de linkerfoto is goed te zien dat dit rijtje bomen ontstaan is op een ooit gevallen en wegrottende boom.

Er kwam een stel mensen aan, zwaar bepakt, duidelijk op weg naar de Olympus. Dat is de hoogste berg in het park, zo’n 2400 meter. De trail ernaartoe is 17 mijl ofwel ongeveer 26 km. Oma liep voorop, met gezwinde pas. Daarachter opa, en in hun kielzog twee pubers. De jongste volgde het gezelschap met de gezonde tegenzin die eigen is aan pubers. Hij liep nu al te puffen en te hijgen, en ze waren nog niet eens begonnen. Maar oma deed het enige juiste: zij keek niet op of om. Net als bij een hond was haar motto: ik let niet op jou, let jij maar op mij. Waardoor er voor de lijdzame dwarsligger niet veel anders opzat dan mee te hobbelen. Waar hij ongetwijfeld geen spijt van zou krijgen, als ze de tent eenmaal hadden staan in een majestueus landschap van besneeuwde bergtoppen en om een kampvuurtje zouden zitten.

De volgende etappe voerde ons naar Forks. Daar vroegen we in een bezoekerscentrum aan een niet al te goed horende dame wat de moeite waard zou zijn om nog te bekijken in de anderhalve dag die ons restte. Ze raadde ons met klem Ozette Park aan. Het enige probleem was dat daar slechts één kleine campground was, met 15 plaatsen. We reden toch maar die kant op. In Clallam,iets verderop, vroegen we het in het Visitor Center aldaar nog even na. Daar was een zeer vriendelijk mevrouw die het geweldig vond dat ze iemand zag, we waren de eersten (en het was al vier uur ‘s middags). Ze vroeg natuurlijk waar we vandaan kwamen en vertelde toen dat haar zoon net zes jaar in Denemarken was geweest om zijn PhD te doen. Natuurlijk had ze hem daar verscheidene malen opgezocht. Zelf kwamen haar grootouders uit Zweden. Het is tegenwoordig weer een trend om naar Europa te gaan, voor jonge mensen dan, terwijl die jarenlang juist gemaand werden om het verleden te vergeten en je alleen maar op Amerika te richten. Ze was verder zo vriendelijk om even naar een campground vlakbij die van Ozette te bellen zodat we verzekerd waren van een plek. Erg aardig allemaal. Wel een beetje sneu voor Bert, die in de auto was blijven wachten. Het duurde zeker twintig minuten……

Eenmaal bij Ozette bleek er op de campground van het National Park een mooie lege plek te zijn. Wat zeg ik, een wereldplek! In het gras, aan een meer, helemaal privé. Probeer dat aan de Côte d’Azur maar eens te vinden. Het enige nadeel: de wc’s waren niet op het terrein te vinden maar bij het Rangerstation, zo’n tweehonderd meter verderop. Gelukkig was er wel veel hoog gras in de buurt ;)

 

DSC09069

 

We deden $12 in een envelopje en gingen eerst maar eens een uurtje in de zon zitten lezen, intussen veelvuldig rondkijkend naar al het moois om ons heen. Toen kregen we, onaangekondigd,  bezoek:

 

 P1040886

Zelfs voor het vuur was het dier niet bang. Wij ook niet, en dus bleven we er net zolang zitten tot onze ogen dichtvielen.

Stand muggen – wij: 0-3 

 

20140710_220615

                        Weerspiegeling van de maan in het water