Onze buurvrouw hield ons flink aan de praat met een gezellige klets. Gisteravond was ze aangekomen, in een klein kampeerbusje. Ze stalde haar hele hebben en houwen uit op de picknicktafel, inclusief eten en drinken. Om het na een paar uur weer allemaal in te pakken. Ook zette ze een instant-tent op, daarbij zitten de stokken er aan de buitenkant aan vast zodat je het gevaarte alleen nog maar omhoog hoeft te trekken. Ze had er niet in geslapen maar het ding vooral meegenomen om haar schoondochter de loef af te steken: die zag namelijk niets in kamperen, tenminste niet op haar manier. De tent diende dan ook vooral als statement: het hoeft niet ingewikkeld. Het was een praatgrage dame, en na haar ochtendlijke ontboezemingen wisten wij ongeveer alles van haar.
Met een redelijke vertraging pakte we dus onze spullen in. Daarna zetten we flink de pas erin, we liepen de trail naar Cape Alava aan de kust. Dat ligt zo’n beetje op het meest noordwestelijke puntje onder Canada. Het pad bestond grotendeels uit vlonders die niet alleen de drassige bodem maar ook de hoogte overbrugden. Alles bij elkaar was het een wandeling van bijna 12 km. We konden er uitstekend onze hink-stap-sprong oefenen: de talrijke traptreden waren behoorlijk ongelijk van lengte. (Voor meelezende collega’s: stel je de trap naar de hoofdingang voor, en dan af en toe ook nog omgekeerd evenredig qua afmetingen….)
Nee, ik heb geen witte kniekous aan, dat is het licht dat een beetje vreemd op mijn rechterbeen valt ;) Maar het is de enige foto die we onderweg gemaakt hebben en waarop je de vlonders kunt zien.
Bij de zee werden we overvallen door een troep kleine oranje kabouters. Nee, het was niet het Nederlands elftal dat door van Gaal op strafexpeditie was gestuurd, er was een kinderkampje ter plekke en de kinderen hadden allemaal oranje shirtjes aan. Heel handig, zo waren ze goed zichtbaar. De begeleiders waren net bezig alle tenten plus toebehoren weer in te pakken, knap om te zien hoe ze dat allemaal op hun rug hesen.
Wij hesen onszelf weer op aan een touw dat op het laatste deel van de route hing, het was daar namelijk redelijk glibberig en steil. Ook op de terugweg hielden we het tempo hoog, we sprongen als geiten over de vlonders. Al met al deden we er tweeëneenhalf uur over.
Weer terug bij de parkeerplaats aten we de laatste kaneelbroodjes op. We deden dat onder een afdakje waar ook een bankje in stond. Onder het afdakje zaten twee zwaluwnestjes, en hoewel we de jonkies hoorden piepen zagen we ze niet. Tot we naar beneden keken, en er twee vlak vóór ons op de grond bleken te zitten. Ze waren kennelijk net uit het nest, konden nog niet echt vliegen al probeerde eentje het wel. Het was aandoenlijk te zien hoe ze steeds weer dicht tegen elkaar aankropen, in het geheel niet voorbereid op de grotevogelwereld. We zijn maar weggegaan om de moeder gelegenheid te geven het stel weer onder de hoede te nemen.
Om kwart over vier reden we Port Angeles binnen. Dat is een behoorlijk uitgestrekte stad die ons verder niet zo interessant leek. We zochten eerst naar een campground, maar de KOA die we vonden trok ons niet bijzonder aan. We besloten terug te rijden richting centrum en een hotel te nemen. Lekker douchen en de batterijen van de fototoestellen opladen. Het werd de Days Inn, op een paar minuten van de haven. Wel zo handig, de ferry naar Victoria (Vancouver Island, Canada) zou de volgende ochtend om acht uur vertrekken maar we moesten er een uur eerder zijn. Vroeg opstaan dus.
Vlakbij het hotel zagen we een vrij onooglijk aandoend restaurantje, met als aankondiging ‘fish specialties’. Omdat we inmiddels weten dat de buitenkant hier meestal weinig zegt over de binnenkant (maar dat geldt in het algemeen natuurlijk ook voor de hele mensheid) gingen we kijken. Het was een topper! We aten er een heerlijke stoofpot van verschillende soorten verse vis. Erbij deze keer geen wijn maar een Blue Moon biertje, dat had ik vorig jaar in Chicago voor het eerst geproefd en dat was goed bevallen.
Bij de receptie hebben we voor de zekerheid maar een wake-up call gevraagd, om kwart voor zes moesten we weer op. En ook al ben je aldoor vroeg wakker, zul je zien dat je juist als het móet je verslaapt….