zaterdag 12 juli 2014

Dag 6 – woensdag 9 juli: Quinault - Kalaloch

De grondmist had er zin in: hij slingerde zich met zichtbaar welbehagen rond onze kampeerplek. Maar gauw koffie gezet dus, ontbeten met een kaneelbroodje en alles ingepakt. We wilden in naar Kalaloch, ongeveer drie kwartier verderop. Vlak vóór K. kregen we in het Visitor Center een getijdentabel en de mededeling dat we heel vroeg op zouden moeten staan de volgende dag. We wilden namelijk de tidepools verkennen. Die zijn hier zeer bijzonder, met kleurige zeesterren en –anemonen. Nou ja, ik ben toch altijd vroeg wakker dus dat maakt voor ons niet uit.

Na deze informatie, ons verstrekt door een niet erg toeschietelijke indiaanse dame (alles is hier indiaans grondgebied en indianen monden niet altijd uit door vriendelijkheid, hoewel je dat van de gemiddelde Nederlander misschien ook wel niet kunt zeggen), reden we naar de campground van Kalaloch. Of we gereserveerd hadden? Nee, dat doen we liever niet. Tja, dan kunt u beter een uurtje wachten. Misschien dat we dan zicht hebben op eventuele vrije plaatsen. Hoewel….was er niet net een afzegging binnengekomen? O, u boft zeg, A11 is nog vrij! Wij kijken, blijkt een heerlijke plek te zijn. Aan de rand van de Pacific, licht maar toch beschut. Terwijl er ook héél veel plaatsen in het donkere-bomenbos te vinden zijn. Mazzel!
De eerste gang na het opzetten van de tent was naar een douche. Die was in het benzinestation bij Queets, een eindje terug. Een in het geheel niet geïnteresseerde indiaan overhandigde ons allebei een sleutel en we mochten een kwartier douchen voor $4 pp. De doucheruimte zelf was niet helemaal schoon te noemen maar de douche was heerlijk. Aldus opgefrist maakten we van het open wifi-netwerk gebruik om de stand Nederland – Argentinië via whatsapp door te krijgen, op dat moment nog 0-0.

Ja, en zo zit je in het regenwoud en zo zit je aan de kust. Dat is Olympic NP ten voeten uit.
We maakten eerst een wandelingetje over het strand.

 

DSC09000 P1040763 P1040771 P1040778

Het was druk, dat wil zeggen, er liep een man of tien. Wij roepen altijd om het hardst dat we geen strandmensen zijn, maar wat we eigenlijk bedoelen is natuurlijk dat we niets hebben met het verschijnsel wentelteefje-in-de-zon (bestaan er trouwens geen wentelreutjes? Emancipatoire discriminatie!!) Dit strand is prachtig, uitgestrekt en rustig maar met een dwingende zee op de achtergrond. Het doet je beseffen hoe nietig je bent als mens. We liepen er een tijdje en konden leuke plaatjes schieten. Daarna reden we naar Beach 4, daar zouden we al iets moeten kunnen zien van de bewoners van de getijdenpoelen. Zoals de naam als zegt, het zijn poelen die ontstaan op het moment dat het water zich terugtrekt. Er blijft een klein laagje staan op sommige plekken en daar kun je dan allerlei zeespul bewonderen. Je moet beslist wachten tot het eb is, als je door opkomende vloed overvallen wordt kun je zomaar vast komen te zitten op een rots. Als je geluk hebt tenminste. Wij hadden ook geluk, maar dan anders: het werd eb. We zagen inderdaad een paar zeeanemonen, voornamelijk groene. Een jongeman met overal ringen, piercings en tatoeages was iets van modder door een zeef aan het gooien. Een goudzoeker? Vermoedelijk niet, hij was vast naar kleine zeediertjes aan het zoeken. Hij vertelde dat er bij Ruby Beach, een stukje verderop, véél meer te zien was. En aangezien het ook daar eb werd reden we ernaartoe. Het was er beduidend drukker, waarschijnlijk ook omdat het makkelijker toegankelijk was. Voor Beach 4 moest je een stevig stuk afdalen en ook weer omhoog klauteren natuurlijk. Maar zoals zo vaak het geval is bleven de meeste mensen op een kluitje dichtbij de ingang. Wij liepen naar de rotsen die half in zee lagen, een stukje verder. Daar zagen we ze: geweldig grote gekleurde zeesterren en talrijke anemonen, meest groen en rood. Die anemonen lijken net olifantenslurfjes met aan de onderkant een franje van kleurige draden. Schitterend!

P1040794 P1040797 DSC09027 DSC09028 P1040813 DSC09029 P1040816 DSC09033  P1040833

We liepen er een hele tijd rond en maakten de ene foto na de andere. Uiteindelijk kwamen we met halfnatte broeken en doorweekte schoenen weer bij de auto. Maar we hoefden in elk geval niet vroeg op de volgende ochtend.

Een sms-je van Jette gaf ons een triest bericht: Nederland lag eruit! Don’t cry for me Arjen Robben…..Wij scoorden wél, te weten een bos brandhout. Die we bij de tent meteen weer omzetten in as, met als enig doel ons warm te houden. Want koud, ja, dat is het wel.

s Avonds liepen we nog even naar het strand. Daar ontmoetten we een jong stel dat inmiddels acht weken onderweg was vanuit Miami. Ze zouden nog verder trekken, naar Canada en Yellowstone. Hij had in de real-estate business gewerkt maar gaf nu les aan de universiteit van Miami. Hij had dus tot september vrij. Zij had ontslag genomen om deze reis te kunnen maken maar was door haar baas gevraagd alsjeblieft in december terug te komen omdat hij niemand kon vinden….ze deed iets met logistiek, vrachtwagens en water.
Na een mooie zonsondergang was het wel genoeg. We trokken alle mogelijke lagen over elkaar aan, legden de fleece slaapzakken in de gewone en vertrokken snel naar dromenland.

Midden in de nacht werd ik wakker door een lamp die fel in onze tent scheen. Toen ik de rits opendeed om te zien welke idioot daar bezig was keek ik recht in het gezicht van … de volle maan!