donderdag 22 augustus 2013

Dag 43 – 18/19 augustus: Chicago – Düsseldorf – Groningen

Dag 43 – zondag/maandag 18/19 augustus: Chicago – Düsseldorf – Groningen

We mochten een uur langer in de hotelkamer blijven dan de officiële uitchecktijd aangaf. Dat kwam mooi uit, precies wat we nodig hadden. Om iets voor enen liepen we met de bagagekar naar de terminal. We waren de enigen die incheckten dus dat verliep vlot. En dan is het wachten geblazen. Ons vliegtuig vertrok mooi op tijd. Het was voor twee derde leeg, dat kan nooit uit natuurlijk. Maar het was wel een hele rustige reis, mede daardoor. Om zeven uur landden we in Berlijn. We hadden achteraf gewoon onze bagage niet door moeten laten labelen maar hem hier ophalen, dan hadden we rechtstreeks de trein naar Groningen kunnen nemen. Maar dat bedachten we pas thuis. Nu moesten we eerst tot kwart over tien wachten op de vlucht naar Düsseldorf, toen daar weer drie uur wachten op de trein. Je moet wat overhebben voor een goedkoop ticket.

Uiteindelijk kwamen we om kwart voor zeven ’s avonds aan op het station in Groningen, opgewacht door Jette en Inger. We waren behoorlijk afgedraaid na ongeveer 26 uur in touw geweest te zijn. Maar het was ook heerlijk alle verhalen van de dochters te horen – hoe het ons vergaan was wisten ze natuurlijk tot in detail door het blog.

Terwijl ik dit schrijf is het alweer woensdag. We proberen de jetlag te lijf te gaan door ons meteen aan het dag- en nachtritme hier te houden en vechten overdag tegen de slaap. Maar dat geeft allemaal niets, we hebben weer een geweldige reis gemaakt. Of we volgend jaar weer gaan? Geen idee. We hebben nu al zo ontzettend veel gezien dat het niet eenvoudig zal zijn een origineel programma samen te stellen. En we vinden het wel het leukst steeds zoveel mogelijk nieuwe dingen te zien. Áls we het al doen wordt het waarschijnlijk weer richting Canada. Maar het mediterrane trekt ook, met terrasjes en lekker eten en knapperig brood. Eerst maar eens dit allemaal verwerken. Het maken van een fotoboek helpt daarbij enorm, dat voert je steeds weer even terug naar de plek.


Alle lezers bedankt voor hun aandacht. Ik vond het leuk om te schrijven, maar nog leuker is het als je merkt dat het ook gelezen en gewaardeerd wordt. Het schijnt zelfs zo te zijn dat we hier en daar het kamperen gestimuleerd hebben! Wel een paar waarschuwingen voor wie dat nog nooit eerder deed: bij regen is het NIET leuk! Wc’s zijn niet altijd even schoon en op sommige campings sta je tussen of naast de mobil homes die soms ook nog urenlang een generator laten draaien (in bepaalde parken mag dat gelukkig niet, en er zijn ook veel campgrounds alleen voor tenten). Als je ’s nachts naar de wc moet is dat een hele onderneming. Maar daar tegenover staat: bij het wakker worden in een prachtige omgeving de heerlijke frisse lucht van het bos opsnuiven, overal de geur van houtvuurtjes ruiken, rust alom ervaren en ’s avonds naar een onwaarschijnlijk heldere sterrenhemel kijken….daar doe je het allemaal voor!


Dag 42 – 17 augustus: Chicago

Dag 42 – zaterdag 17 augustus: Chicago

De aller- allerlaatste dag. Met de Blue Train reden we weer naar het centrum. We deden wat inkopen, slenterden wat rond (bestelling meegekregen van Jette) en liepen naar wat de grootste fontein ter wereld zou moeten zijn. Of dat werkelijk zo is weet ik niet, maar het was een mooi gezicht zo met Lake Michigan op de achtergrond.




Er waren ontzettend veel bruidsparen, en ook meisjes die hun quinceañera (vijftiende verjaardag) vierden. Allemaal gingen ze daar op de foto.






Er hingen natuurlijk talrijke familieleden omheen. Eén daarvan, een meisje van een jaar of 18, had in plaats van een jurk een breed elastiek aangetrokken. Dat moest ze telkens met haar handen naar beneden trekken want het kroop op. Dat was nog niet het enige: ze liep op schoenen met hele hoge hakken waarop ze niet vooruit kwam. Dus met één hand de jurk vast, met de andere zwaaiend om zichzelf in evenwicht te houden strompelde ze achter het gezelschap aan. Wat doe je jezelf aan?? Maar ze scheen er niet onder te lijden.

Vlakbij was een moestuin aangelegd, een sociaal project. De sla zag er heel verleidelijk uit moet ik zeggen! Je zou het zo kunnen plukken, er stond geen hek omheen, maar het werd duidelijk door iedereen met rust gelaten.








Toen door naar het Milleniumpark waar de Lurie garden in volle bloei stond. 
Er was ook een expositie van een Japanse kunstenaar, Jun Kaneko, die allemaal keramieken beelden had gemaakt van een bijzonder dier: een kruising tussen een 'racoon' (wasbeer) en een hond. Dit dier komt veel voor in japanse folklore en heet dan een tanuki, ofwel racoon dog. Het leken wel stripfiguren en ik zou in eerste instantie niet denken aan keramiek maar aan polyester. Maar van dichtbij bekeken kon je het verschil wel zien. Daar zijn grote ovens voor nodig geweest, om ze te bakken!







Fietsen, dat doen ze ook in Chicago. Kijk maar:




Bruisend van beeld en geluid.


Al met al: een kleurige stad l!


Aan het eind van de middag wilden we een hapje eten. Allereerst gingen we naar The Purple Pig, een tapasrestaurant met goede recensies. Het was er smoordruk, en ook een beetje te fancy naar onze smaak. En omdat we gisteren goede ervaringen hadden gehad in de Ierse Pub, Belligan’s, besloten we daar ons vierde Amerika-avontuur af te ronden. Daar kregen we geen spijt van: we kregen de allerlekkerste spareribs die we ooit gegeten hebben! 






Om acht uur waren we terug in het hotel. Daar controleerden we nog even de bagage en dat was dat. Morgen konden we gelukkig rustig aan doen, we zaten tenslotte al op het vliegveld en onze vlucht ging pas om half vier ’s middags. Nu eerst maar eens genieten van de heerlijke zachte bedden.

woensdag 21 augustus 2013

Dag 41 – 16 augustus: San Francisco – Chicago.

Dag 41 – vrijdag 16 augustus: San Francisco – Chicago.

Bij het ontbijt raakten we aan de praat met twee Amerikanen waarvan er één in Nederland geboren was. Ze waren net terug van een halfjaar Europa en wilden nu in eigen land nog drie maanden rondtrekken. Omdat ze, zoals ze zelf zeiden, net als wij ‘on a budget’ reisden vroegen ze ons de hemd van het lijf naar de kampeermogelijkheden. Raar hoor, wij moesten als buitenlanders aan ingezetenen vertellen waar je kampeerspullen kon kopen, hoe duur het huren van cabins was en wat kamperen in de parken kostte. Of zijn we misschien toch langzamerhand zelf een beetje Amerikaan geworden??

In tien minuten waren we bij het autoverhuurbedrijf. Iemand scande de sticker met de barcode en dat was dat. Toch gingen we nog even langs het loket: we hadden tenslotte een standaars SUV geboekt maar een midsize gekregen. O, geen probleem hoor. We storten de laatste tien dagen huur terug, was dat akkoord? Waarmee de gehele huurprijs voor deze zes weken kwam op …..€245! Onvoorstelbaar.
Het inchecken voor de vlucht hadden we gisteren al gedaan, op mijn smartphone. Daar kreeg ik de boardingpassen digitaal op aangeleverd. Helaas had ik geen Wifi op het vliegveld dus ik had er niet zoveel aan, maar we konden ze wel ouderwets uitprinten daar. Tassen afgegeven, door de douane, tijd voor koffie.


De vlucht verliep verder voorspoedig, na de landing hadden we binnen vijf minuten de bagage en we konden met bagagekarretje en al zó het Hilton op de luchthaven inlopen. Het was nota bene vele malen goedkoper dan het enigszins shabby aandoende Best Western, waar we op de heenweg zaten. Daar moesten we ook nog met de shuttle heen. Nu konden we na aankomst direct de Blue Line richting centrum nemen. Dat deden we dan ook. Het was een beetje een gedoe met de kaartjes, de machine pakte onze dollarbiljetten niet. Geeft niets hoor, zei de dienstdoende beambte, loop maar door. Zo reisden we voor niets.
We zochten de Ierse pub op waar we op de heenreis ook gegeten hadden. Toen had ik de azijnzure chickenwings. Deze keer nam ik een Reuben sandwich, dat is toast met pastrami en een beetje zuurkool. Hij was heerlijk. Hierna gingen direct weer terug, het was een lange dag geweest en de rit naar het vliegveld duurde toch weer drie kwartier.




Het Hilton, daar stel je je wel iets bij voor. Nou, het is gewoon een redelijk hotel. Niets bijzonders. De locatie is perfect maar dat is het dan ook. De kamer was vrij klein zelfs en in de badkamer moest je niet proberen tegelijk je tanden te poetsen. Maar de bedden: heerlijk! Daar doken we dan ook maar snel in.

Rollator? Of bagagewagentje? Hoe dan ook, gewoon mee de hotelkamer in!

zondag 18 augustus 2013

Dag 40 – 15 augustus: Monterey – San Francisco

Dag 40 – donderdag 15 augustus: Monterey – San Francisco

Het zit erop. Vandaag nemen we afscheid van onze kampeeruitrusting. Maar niet nadat we voor de laatste keer onze ochtendkoffie hebben gemaakt en de allerlaatste Engelse Muffins hebben geroosterd en verorberd. Haast hebben we niet, we hoeven alleen maar naar het gisteren geboekte Super 8 Hotel te rijden zo’n 120 mijl verderop. Makkelijk te doen dus. Terwijl we nog aan het ontbijt zitten komt er iemand op ons af met een raceautootje achter zich aan. 


Ik had het nog niet vermeld, maar er is hier jaarlijks een enorme autoshow  van zowel klassiekers als hypermoderne bolides. Als je door de hoofdstraat loopt zie je ze overal: een Fiat 600 met van riet gevlochten stoelen, een Porsche die nog op hout gestookt wordt, een Jaguar….we kozen ons iets geschikts uit. Wij wilden de Jaguar wel, voor Inger leek de Porsche geschikt en Jette zou de Fiat-met-rieten-zitting wel kunnen bekoren als veredeld boodschappenmandje, tenslotte hééft zij al een leuk wagentje. 






Een blik op de prijskaartjes werkte ontnuchterend, we hadden net niet genoeg geld bij ons. 
Op de campground stonden veel mannen alleen, allemaal vanwege die autoshow. En nu was er iemand die heel graag onze plek over wilde nemen. Konden we een beetje opschieten? Nee, dat laatste vroeg hij niet. Maar we raakten aan de praat natuurlijk. Toen hij hoorde dat we alles in gingen pakken om het bij de kringloop in te leveren meldde hij zich direct voor ons gasstel. Vooruit, laten we wel staan. Maakte voor ons niet uit tenslotte. Even later kregen we daar wel een beetje spijt van: hij bleek er ontzettend Republikeinse ideeën op na te houden. Zo was hij faliekant tegen een verbod op wapens, hoe kon je dan jezelf verdedigen?? Maar goed, eens gegeven blijft gegeven dus we lieten het er maar bij.
De Goodwill was zo gevonden. Opeens voelde de auto wel erg leeg aan. Al die weken hadden we ons hele huishouden bij ons gehad, nu alleen nog de tassen met kleren en wat klein kampeerspul. We reden maar gauw weg, richting Santa Cruz. Daar hielden we een lunchpauze en aten we Amerikaans-Italiaanse sandwiches bij een geweldig leuke Italiaanse deli. Zoccoli's. Kom je er ooit in de buurt, ga daar dan wat eten! Binnen bestellen en op straat opeten.
Om half vijf checkten we in bij ons hotel. Dat was enige jaren geleden gerenoveerd en de kamers zagen er keurig en brandschoon uit. Ernaast was een uitstekende Mexicaan waar we onze dorst eerst maar eens gingen lessen. Honger hadden we nog niet, na de megasandwich van de lunch. En toen kwam de grote klus: alles weer op ordentelijke wijze in de tassen zien te krijgen. Dat lukte zowaar, al moesten we wel het een en ander achterlaten. We wilden namelijk eigenlijk de fleece-slaapzakken meenemen, maar uiteindelijk konden we er één in de rugzak proppen, de ander paste er echt niet meer bij. Dat gold ook voor de handdoeken die we gekocht hadden bij de WalMart, en wat ander klein spul. We zetten het op de tafel met een briefje erbij, het personeel zou er wel raad mee weten.

Eten deden we niet meer. Bij de Mexicaan hadden ze ons gevoerd met een grote bak zelfgebakken tortillachips en een kom pittige salsa en dat was meer dan genoeg. Wat we wél deden: de allerlaatste fles witte wijn opentrekken! 

Dag 39 – 14 augustus: Monterey

Dag 39 – woensdag 14 augustus: Monterey

De laatste dag met de tent. We willen ter afsluiting naar het zeeaquarium  waar we drie jaar geleden ook geweest zijn. Maar eerst bakken we pancakes voor het ontbijt; we zijn zowaar ontbijtmensen geworden! De zeemist is nog niet weggetrokken dus de donsjassen blijven aan. Om een uur of elf kachelen we rustig richting Cannery Row waar we de auto in de parkeergarage willen zetten. Tien dollar! Ongeacht de tijdsduur. Toe maar. We zoeken nog wat in de omgeving maar overal is de parkeerduur gemaximeerd tot twee uur. Toch maar in de garage dan. Bij het aquarium zelf schrikken we van de toegangsprijzen: $36 p.p. Dat gaat ons te ver, temeer waar we het allemaal al eens gezien hebben. Plan B wordt in werking gesteld: we slenteren de rest van de middag gezellig langs het water en door het stadje. Oók leuk. 






En terwijl we over de steigers lopen die overal zijn aangelegd zien w
e het opeens in de verte: otters! Zeeotters die aan het spelen zijn! We wisten wel dat ze hier zaten, maar ze ook daadwerkelijk zien is nog iets anders. Natuurlijk maken we direct sterk ingezoomde foto’s, later maar eens zien of dat gelukt is.

Niet heel duidelijk te zien, maar het zijn echt otters!


Al met al rijden we ’s avonds tevreden naar de tent terug om deze kampeervakantie af te sluiten. Jammer van dat vuurtje, dat wel…. 




Dag 38 – 13 augustus: Morro Bay – Monterey

Dag 38 – dinsdag 13 augustus: Morro Bay – Monterey

(Ik zag dat dag 35 ná 37 geplaatst is...en ik krijg het zo gauw niet goed)

Monterey is ons eindstation wat kamperen betreft. Op de Veteran Campground, die midden in de stad ligt maar toch een oase van rust is, kun je uitstekend je tentje opslaan. De tocht ernaar toe, over de beroemde Highway 1, is prachtig. De zee is op sommige stukken overdekt met een deken van wolken zodat het lijkt alsof je vanuit een vliegtuig naar beneden kijkt.



Dikke wolkendeken over de zee



En hoogtepunt is natuurlijk het punt van waaruit je naar de zeeolifanten kunt kijken; ze duiken voor je ogen het water in of gooien zand over zich heen met hun flapvinnen. De mannetjes gaan stoeipartijen met elkaar niet uit de weg in het water en laten zich daarbij ook qua geluid niet onbetuigd: ze knorren dat het een lieve lust is. Kortom, een feest voor het oog. 





Het is, zoals overal ter wereld langs de kust, wel toeristisch. We stoppen dan ook alleen om foto’s te maken maar laten alle veel te dure horeca links – of in dit geval meest rechts – liggen.
Rond half vier rijden we Monterey binnen. We vinden een prettige plek onder de bomen. Helaas mogen we er geen vuurtje stoken dit jaar! Dat is wel even een tegenvaller. Ten eerste omdat het ’s avonds behoorlijk afkoelt aan deze zeekant, ten tweede omdat we graag af hadden willen sluiten met een lekkere fik. Maar goed, niets aan te doen. In plaats daarvan gaan we de stad in. Er is een Farmers Market met allemaal kramen vol gezond voedsel, alle mogelijke soorten groente en fruit. Als je dan ziet hoeveel er gekocht wordt snap je niet waarom het eetpatroon van de gemiddelde Amerikaan zich over het algemeen zo beperkt tot fastfood, er is heus wel behoefte aan iets anders. Het water loopt ons in elk geval in de mond, maar we kopen niets meer. Na ons verlekkerd te hebben aan al deze heerlijkheden lopen we naar de Fisherman’s Wharf. Heel wat anders dan het gelijknamige geheel in San Francisco, wat meer weg heeft van een enorme toeristenkermis dan dat het ook nog maar iets met vis of zee te maken heeft. Hier is het natuurlijk ook wel een  toeristische aangelegenheid, maar veel minder erg. Je loopt door de haven, ruikt de zee en, wat erg leuk is, ziet en hoort overal de zeehonden. Ergens in het water ligt een groot vlot waar tientallen zeehonden zich verdringen om een plekje. Zelfs op de smalle reling liggen ze. Af en toe valt er een af, zo het water in. Een komisch gezicht.



Nee, jij mag er niet bij! Er past maar één zeehond op de boei en dat ben ik!



We eten bij Isabella’s, verrukkelijke pasta  met krab, kreeft, St Jacobsschelpen, gamba’s en kleine garnalen.  Ook nu is een gedeelde portie meer dan voldoende. Dit alles met uitzicht op zee natuurlijk. Ergens buiten staat een oude piano waar iedereen die dat wil zijn of haar muzikale kunsten op mag verklanken.  Er wordt druk gebruik van gemaakt, het niveau is zeer wisselend maar dat maakt allemaal niets uit.
We zwerven nog een tijdje langs de boten en de zeehonden en sluiten af in het centrum met koffie van de Starbucks.
Terug bij de tent trekken we ons winterkloffie weer aan en lezen we nog een tijdje. Zonder vuurtje is dat echter behoorlijk fris en om negen uur houden we het voor gezien. Morgen de laatste kampeerdag!