woensdag 7 september 2016

Dinsdag 6 september – dag 15: Colorado National Monument


Het begrip ‘oogdruk’ kreeg vandaag voor ons een nieuwe betekenis. Als je al zoveel gezien hebt is het moeilijk je voor te stellen dat iets je nog in verwondering kan brengen. Toch was het zo. We moesten met beide handen tegen onze ogen drukken om te voorkomen dat ze uit hun kassen zouden springen. We reden namelijk de route door het Colorado National Monument, een 35 km lange weg langs de rand van het plateau. Overal waren uitzichtpunten en korte trails die we ook allemaal gelopen hebben. Waarbij we elke keer opnieuw geraakt werden door zoveel schoonheid maar ook door de impact van alle natuurlijke processen door miljoenen jaren heen.

DSC02810
Independence Rock
DSC02811
Independence Rock van opzij gezien
                            DSC02831    DSC02815                                  DSC02819    DSC02825 

Mr. John Otto heeft zich begin 20e eeuw hard gemaakt voor het opnemen tot Nationaal Monument en is daarin uiteindelijk geslaagd. De Independence Rock werd door hem als eerste beklommen. Nu wordt als eerbetoon aan hem en zijn verdiensten deze imposante rots elk jaar opnieuw door enthousiaste bergbeklimmers bedwongen, op Independence Day. Meteen wordt dan natuurlijk de Amerikaanse vlag geplant. Otto was vergroeid met dit gebied, zelfs zozeer dat zijn vrouw hem na enkele weken huwelijk al verliet omdat hij alleen maar in een tent dichtbij de dieren wilde slapen. Hij moest eens weten hoe er heden ten dage nog steeds volop genoten wordt van hetgeen hij voor elkaar heeft gekregen.
Grappig is dat je bij zo’n tochtje overal dezelfde mensen tegenkomt. Je raakt met elkaar in gesprek, soms langer, soms korter maar het zijn leuke ontmoetingen. Zo was er een stel uit Florida, zij waren net als wij naar Denver gevlogen. In Florida kon je alleen in november eigenlijk een beetje redelijk kamperen, daarvoor was het te warm en vooral te vochtig. Net als wij zouden ze hierna naar Moab afreizen.

Om een uur of twee kwamen we bij de andere uitgang van het park. We reden door naar Grand Junction waar we op goed geluk richting downtown gingen. Onderweg stopten we nog even bij een straatstalletje om meloen en perziken te kopen. Tot onze verrassing was Main Street weliswaar niet lang maar wel gezellig en vooral groen. Een beschaduwd terras bij een kleine brouwerij lonkte in de hitte. We dronken er niet alleen wat maar aten ook een hapje. Hoefden we bij de tent niet meer te koken. Erg lekker!

                                               20160906_142755

Daarna kuierden we wat door de straat en Bert dwong mij een paar schoenen te kopen Smile Dat doet hij wel vaker, zo zoekt hij in den vreemde ook altijd brillen voor mij uit. Die ik nu op heb komt uit Toulouse. Over brillen gesproken, er was ook een hele sjieke brillenzaak. Daar gingen we naar binnen om mijn zonnebril (ordinair uit Groningen) bij te laten stellen omdat hij in mijn neus drukte. Het was alsof we een privé-kliniek binnengingen. Compleet met receptioniste bij de balie. Maar de bril werd goed afgesteld en ook meteen goed schoongemaakt. Ook weer klaar dus. Het leuke in Grand Junction is dat het stadsbestuur het initiatief heeft genomen om op elke straathoek in Main Street een kunstwerk te laten plaatsen. Deze kunstwerken zijn van plaatselijke kunstenaars en gewoon te koop. Nou ja, gewoon, de prijs begint meestal bij $10.000…Maar het ziet er leuk uit in het straatbeeld.
  
DSC02854   DSC02856   DSC02857DSC02858      DSC02859     DSC02860

Bij de tent aten we nog een yoghurtje als toetje. Met een glaasje wit sloten we de dag af onder de stralende sterrenhemel. Morgen naar Moab.

Maandag 5 september – dag 14: Vernal – Colorado Monument


Onze eerste gang vanmorgen was naar het Dinosaur Monument. Niet dat we daar nu overmatig in geïnteresseerd zijn, ik heb er toch altijd een tekenfilmbeeld bij, maar als je er zo vlakbij zit is het ook dom om niet even te gaan kijken. Bij aankomst werden we met een shuttle naar de rots vervoerd waar heel veel originele botten in het steen verankerd lagen. Dat is wel een hele bijzondere gewaarwording, ze zijn zo ontzettend groot. Mr.Barnum Brown (bijnaam Mr.Bones), wereldberoemd paleontoloog had de dag van zijn leven natuurlijk toen hij op een dag in 1900 een halve ruggengraat vond in dit gebied. Het ging om de wervels van de Tyrannosaurus Rex. En dat was dus niet het enige wat er lag.

DSC02755    DSC02759

Na een half uurtje hadden we het wel gezien (het is niet zo heel groot) en reden we een eind verder het park in. Dat viel toch wat tegen. Het was voornamelijk hetzelfde landschap als je op veel andere plekken ook ziet en vergeleken met de schitterende tocht van gisteren viel het in het niet. Dus keerden we de wagen en zetten koers richting Colorado National Monument. Onderweg kwamen we door het plaatsje Rangely, aangekondigd als ‘een fantastische stad om te leven’. Nou, een dooiere boel kun je je haast niet voorstellen. Echt helemaal niets en niemand te zien. Maar gelukkig is er dan wel dat bord langs de weg zodat je, als je levensmoe bent, na het lezen daarvan er weer helemaal opgekikkerd tegenaan kunt! Hopen we dan maar.

Via de Interstate 70 namen we de afslag Fruita waarna we via een behoorlijke kronkelweg omhoog het Nationaal Monument binnenreden. Dat ontlokte Bert de opmerking ‘je zou er spontaan Jehova van worden’! Zo ontzettend mooi, de rode rotsformaties in allerlei vormen. Als klap op de vuurpijl was de Saddlehorn Campground een van de allermooiste tot nu toe. Met dank aan het AllesAmerika forum! We vonden een plek ter grote van ongeveer het halve Vondelpark (ok, beetje overdreven). Niets en niemand om ons heen, een enkele verdwaalde tent daargelaten. Het sanitairgebouw was nieuw en voortreffelijk geoutilleerd. Binnen een half uur stond de tent ,ingericht en al, zodat we nog ruim de tijd hadden om van het uitzicht op al het moois te genieten. Je staat hier namelijk ook nog eens hoog op de berg. Een ander stel had stoeltjes aan de rand van het plateau neergezet en zat stilletjes te genieten met een glaasje witte wijn in de hand Gelijk hadden ze, zo mooi!


20160905_184022       20160905_183942

De avond viel en het was nog steeds zeer aangenaam van temperatuur.Het verschil met de afgelopen weken was groot: na een gemiddelde van 22 graden overdag en 2 graden ‘s nachts zaten we nu ineens op 30. Eens kijken wat het vannacht wordt. De sterrenhemel was in elk geval spectaculair.

Zondag 4 september - dag 13: Grand Teton – Vernal


Een bericht in het plaatselijke sufferdje leerde ons dat de bezoekersaantallen zowel in Yellowstone als in Grand Teton dit jaar opnieuw alle records gebroken hebben. Dit jaar waren er in juli 815721 toeristen in Grand Teton,  78475 meer dan vorig jaar toen dat ook al de drukste maand ooit was. Een stijging van10,6 procent. In Yellowstone werden 996000 bezoekers geteld, 1,5 procent meer dan het record in juli vorig jaar. Geen wonder dat wij het druk vonden. Toch heeft Grand Teton ons aangenaam verrast. Er is voor elk wel wat wils te doen, op het water of in de omgeving. Er zijn korte en lange trails die veel afwisseling bieden in het landschap. Wij hadden het park, zoals al eerder gemeld, eigenlijk alleen maar in de regen gezien en dan is het nergens echt leuk.

Ons vertrek hebben we ingeluid met een goed ontbijt in het restaurant. Tot mijn verbazing nam Bert de Blueberry Hotcakes. Meestal is hij niet zo van het zoete. Mijn verbazing werd nog veel groter toen ik zag dat hij de enorme portie suikers en koolhydraten, aangevuld met een goed rantsoen ouderwetse boter, achter elkaar naar binnen werkte. Maar waarschijnlijk dacht hij hetzelfde van mij: ik verorberde een Rancher’s Breakfast oftewel – alweer – scrambled eggs met bacon en hash browns. Ik zie me dat thuis nog niet doen, gebakken aardappelen eten bij het ontbijt.

                    20160904_091027          20160904_091031

Het kan nog erger: naast ons zat een man iets van biscuits and gravy te eten. Dat lijkt op hondenkots. Ook niet een klein beetje, nee, een bord vol. Wij gruwelden ervan maar hij zat te smullen van de vette jus. Aan zijn postuur te zien deed hij dit wel vaker. Je moet er niet aan denken….

De weg naar Vernal voerde over Rock Springs. Tot die plaats was het landschap voor een groot deel echt Amerikaans: prairie alom met op de achtergrond de Wind River Mountains. Daar spookte het behoorlijk, de lucht werd zwarter en zwarter totdat het uiteindelijk zo inktzwart werd dat je helemaal niets meer kon zien. Het zag er onheilspellend uit. Bert was in slaap gevallen dus ik genoot alleen van het imposante wolkenspel. Op zo’n moment besef je dat het weer gewoon zijn gang gaat. Als er opeens een tornado ontstaat kun je helemaal niets doen behalve wachten tot het over is en hopen dat je zelf overeind blijft. Schuilplaatsen zijn er niet, er is helemaal niets. Hoe nietig  ben je dan als mens  temidden van al die natuur!

In Rock Springs pauzeerden we lang. Bij de Walgreens haalden we shampoo voor mij. Die had ik niet meegenomen met als gevolg dat ik mijn haar een paar keer met ‘nourishing bath and showergel’ heb gewassen. Wat trouwens heel goed werkte, daar niet van. De Wal-Mart was goed voor de aanvulling van wat groenvoer en tot ons plezier hadden ze hierheen liquor-store waar we twee flessen witte wijn scoorden. Tot nu toe waren er pas twee doorheen gegaan dus dat leek ons ook nu wel genoeg. De kassadame keek ons met vorsende blik aan. Naar Bert, naar mij en toen weer naar Bert. Daar kwam het hoge woord eruit: of we even een ID wilden laten zien. Alcohol hé, en dat mag pas bij 21+ …We schoten in de lach maar ze was bloedserieus.  Ze vertelde dat ze dat verplicht was. Zelfs een vaste klant, die elke dag terugkwam en hetzelfde kocht moest z’n ID tevoorschijn halen. De gekte ten top.
Bij Starbucks namen we een kop koffie. De kleinste maat, wat natuurlijk toch weer bijna een halve liter was. Wie heeft dat toch ooit bedacht, dat je niet uit een beker kunt drinken die kleiner is dan 400 ml?? Maar wij gingen niet alleen voor de koffie, vooral de gratis Wi-Fi was ons doel.  Ik kon vier blogs die als concept opgeslagen waren in één keer op het blog kon gooien. Nog even via Whatsapp met het thuisfront gebeld en daarna reden we door naar Vernal, door het natuurpark Flaming Gorge. Tjongejonge wat een weg was dat zeg! Van adembenemende schoonheid, en geen mens te zien. Urenlang niet. Alleen op een uitkijkpunt troffen we een echtpaar uit New York dat onderweg was met hun camper. Aangezien ze maar twee weken vakantie per jaar hebben hier deden ze elk jaar een klein stukje van hun eigen land. Vanuit NY heen en terug neemt al de nodige dagen, veel tijd om echt diep het zuidwesten in te duiken hadden ze niet.

Onderweg zagen we heel veel campings maar aangezien het weer behoorlijk onbestendig was zochten we in Vernal een hotel. Er is daar niet zo heel veel keus en onze eerste poging was bij het Landmark Inn hotel. Meteen raak! Een ontzettend aardige jongen bij de  balie gaf ons een ontzettend aardige prijs, namelijk $62. De kamer was picobello, ruim en schoon. In de lobby kon je 24 uur per dag koffie, sapjes, flesjes water en potjes yoghurt gratis krijgen. Helaas waren alle restaurants gesloten vanwege de zondag. Er was alleen één Mexicaan open. Heel veel trek hadden we daar niet in, we hadden nog iets teveel de nachos van twee dagen daarvoor in onze herinnering. Maar ja, je moet wat eten nietwaar? Die blueberries waren allang verteerd tenslotte. Dus vooruit met de geit. En het bleek een alleraardigst restaurant te zijn, vol kleur zoals dat bij Mexico hoort.    

20160904_202849                                  20160904_203236
  
                                          20160904_203252                                                    20160904_202954
       Gelukkig hadden ze Negra Modelo!
Bert bestelde enchilladas met garnalen. Ik stelde voor om dat te delen maar hij had wel honger dus nam ik een appetizer, een combo van nachos, quesadillas en taquitos met kip. Klein voorgerechtje met van alles een beetje, moet kunnen. En daar kwamen de borden:

                                 20160904_204021                  20160904_204031                                                    De borden waren zo'n 40 cm in doorsnee...even voor de beeldvorming!

Meer dan driekwart heb ik moeten laten staan. Het was óf dat, óf………nou ja, vul dat zelf maar in.