Dag 17 – 26 juli – Yellowstone-Grand Teton
Vanmorgen om 6 uur opgestaan, tent opgebroken en vertrokken richting Grand Teton. Dat opbreken gaat echt zó snel, onze buurvrouw sprak ons nog even vol verbazing aan: toen ze naar de w.c. ging lagen we nog in de tent, en toen ze terugkwam hadden we alles al in de auto…
Het is en blijft raar dat je zo voor dag en dauw op moet om een plekje te kunnen krijgen op een volgende campground, maar goed, ’s lands wijs ’s lands eer zullen we maar zeggen. We hadden onszelf opgelegd alléén te stoppen voor elanden en beren, helaas moesten we die gelofte al na drie minuten verbreken. Want wat doe je als je ongeveer 9 wapitiherten tegelijk ziet, waarvan één met jong? Precies, stoppen dus!
Onderweg kwamen we nog meer moois tegen, zoals een bison die de Yellowstone rivier aan het overzwemmen was, op de oever klom en zich vervolgens langs onze auto schurend naar de overkant van de weg begaf. Wat een kolossale beesten zijn het toch! Een ander exemplaar vond het ook nodig langs onze auto te schuiven, het was tenslotte zíjn weg en niet de onze..
In de buurt van een spectaculair verschijnsel, een zgn. moddergeiser, zagen we ook nog een mannelijk hert tussen de bomen. Onbeweeglijk bleef hij staan. Wéér een mooi plaatje.
Het komt er bij een reis als deze op neer dat je de rijtijden moet verdubbelen. In één keer doorrijden lukt gewoonweg niet. Gelukkig kwamen we nog net op tijd aan bij de Colter Bay Campground, de plek waar we eigenlijk naar toe wilden was al vol. En het was nog maar half elf!
We kregen, zoals altijd, een plek aangewezen. Vrijheid om zelf iets uit te zoeken heb je hier meestal niet, alleen als het helemaal niet bevalt kun je teruggaan naar de ingang en vragen om een andere plaats. Het bleek wederom een mooie, ruime plek. Wat doen ze dat hier toch goed! Op zo’n zelfde plek zetten ze in Frankrijk of Spanje met gemak zes tenten neer.
Omdat we zo vroeg waren hadden we veel tijd om van alles en nog wat te doen. We hebben dus eerst een lange rondrit gemaakt door het park, waarbij overal prachtige uitzichtpunten waren (die worden hier heel goed op tijd aangegeven). In de buurt van Jenny's Lake was er wat vertraging door wegwerkzaamheden. Dat is strijk en zet, maar ook wel logisch omdat het park maar een paar maanden per jaar sneeuwvrij is. Goed, we moesten dus even wachten. Toen we weer door mochten rijden ging dat toch wel erg traag...er stapte iemand uit...ja, en dan weet je het wel. Wild te zien! En in dit geval wederom een beer, een zwarte. Het heet natuurlijk ook niet voor niets Bear Country.
Verder hebben we nog Cunningham's Cabin bezocht en als je dan in zo'n houten hutje staat, in nowhere land, kun je je een héél klein beetje voorstellen hoe dat vroeger geweest moet zijn. Cunningham was een boer, uiteraard, en nam twee jonge mannen in 'huis' zodat ze onderdak hadden in de winter. Die knechten werden er echter van beticht dieven te zijn, en een waarschijnlijk zelfbenoemde Marshall nam het recht in eigen hand en knalde de twee overhoop. Voor de cabin waar wij nu voor stonden. Dit is wel een verkorte versie van het verhaal uiteraard!
Na de autorit weer een heerlijke pastamaaltijd gebrouwen op ons eenpitsgasje, met erg veel verse groenten. Om half tien hadden we de pijp helemaal uit, dus einde van deze dag.