zondag 4 augustus 2013

Dag 27 - 2 augustus: White Pocket (Kanab) – Glendale

Dag 27 – vrijdag 2 augustus: White Pocket (Kanab) – Glendale

Terry stond ons al op te wachten bij zijn rode Jeep. 
Gisteren hadden wij al wat foto’s genomen van zijn fotozaak en dat was op zich al de moeite waard. Eén grote uitdragerij van zowel fototoestellen, onderdelen en accessoires als gitaren, cd’s behorende bij de Suzukimethode voor cello, viool en piano en nog veel meer muzikaliteiten.




Deze man zou ons de hele dag meenemen naar The White Pocket. Zoals altijd hadden we niet echt een idee van wat ons te wachten stond, behalve dat het iets unieks moest zijn. Maar dat is er zoveel hier. We stapten dus vrij onbevangen in. Het was al vrij warm, en zo’n jeep heeft natuurlijk geen airco. Dat was wel even zweten dus. Maar Terry bleek een goede prater, en al luisterend naar zijn levensgeschiedenis vergaten we de hitte.
We maakten één stop, bij een pittoilet. Daar liet hij wat lucht uit de banden lopen om makkelijker door het mulle zand te kunnen rijden. In het weiland ernaast stond een levensgrote afbeelding van een condor afgebeeld met tussen de vleugels een spanwijdte van drie meter. Vroeger werden die hier geringd en van zenders voorzien, nu schijnt dat niet meer nodig te zijn omdat men weet waar ze naar toe gaan en welke afstanden ze afleggen.




De weg werd allengs hobbeliger, het zand muller. De jeep kon het uiteraard moeiteloos aan en wij deden ons best met ons lichaam de schokken op te vangen. Het is een gebied waar je alleen maar met het juiste vervoermiddel naar toe kunt, en je moet daarnaast zorgen voor voldoende brandstof en water. Lijkt logisch, maar Terry vertelde toch dat hij verscheidene keren slecht voorbereide toeristen heeft moeten lostrekken uit het zand. En het is daar héét hoor! Overleven lukt alleen met ruim voldoende water bij je. Europeanen zijn niet gewend aan zulke omstandigheden en vatten het vaak veel te licht op, terwijl de natuur hier onbarmhartig is. In de krant stond een geval van twee mensen die het niet overleefd hadden in deze contreien, een paar dagen geleden. Terry zelf belt altijd zijn vrouw als hij ergens aankomt en als hij weer wegrijdt zodat hij in geval van bijvoorbeeld autopech snel gevonden kan worden.
Goed, na een rit van bijna drie uur waren we ter plekke. Via een zandweg liepen we het gebied in….en onze ogen rolden uit de kassen. Dit was werkelijk uniek. De foto’s moeten het verhaal maar vertellen, woorden schieten te kort. 


Sporen van een Mountain Lion? Er zat er wel een, volgens Terry 
































Een heel bijzonder natuurverschijnsel! 

En zo hebben we nog een paar honderd foto's......We zoeken ze altijd een beetje op gevoel uit omdat ze op ons schermpje de grootte van een postzegel hebben. Het is niet goed te zien hoe de kwaliteit is. Thuis maken we een definitieve selectie voor in het fotoboek, jullie moeten het hier voorlopig maar mee doen!
We kregen ruim drie uur om er zelf rond te banjeren en eindeloos veel foto’s te schieten. Wat ik héél fijn vond: nergens afgronden of enge hoogtes, zodat ik zonder last te hebben van hoogtevrees ook overal op en af kon klimmen.
Na drie uur zochten we Terry weer op. Het eerste uurtje was hij met ons meegegaan om ons bepaalde fotogenieke plekken te wijzen, daarna ging hij z’n eigen gang (daar hoorde volgens mij een dutje in de auto ook bij).
Toen weer drie uur terug. Maar wat een onvergetelijke dag!!

Hierna reden we naar Glendale, een plaatsje in de buurt van Zion. Daar hadden we vorig jaar al bij de Bauertjes in de boomgaard gekampeerd en nu gingen we in de herhaling. Gras, open, uitzicht, superschoon sanitair en vooral: heel rustig. 
Dat gaf ons de gelegenheid al het moois van de dag rustig te verwerken. Want soms knapt je hoofd bijna uit elkaar van zoveel moois. En dat geeft dan ook weer zo’n rommel, nietwaar?


Dag 26 – 1 augustus: Flagstaff – Jacob’s Lake

Dag 26 – donderdag 1 augustus: Flagstaff – Jacob’s Lake

Het was niet eenvoudig Terry Alderman te pakken te krijgen. Terry is een fotograaf met domicilie in Kanab. Hij organiseert excursies naar White Pocket, een vrij ontoegankelijk gebied tussen Page en Kanab. Hoewel we geen voorstander zijn van begeleide excursies gingen we na heel veel lovende verhalen op het AA-forum toch overstag. Hij neemt je namelijk mee in zijn jeep, zonder anderen erbij en laat je ter plekke heel veel je eigen gang gaan. De afspraak stond gepland voor 2 augustus. Om er op die datum daadwerkelijk te kunnen zijn moesten we ad  hoc nog wat schuiven in ons programma: we besloten Page – en daarmee Coalmine Canyon alsmede de Upper Antelope Canyon - te laten vallen. Gezien de overvloedige regenval van afgelopen dagen zou het zelfs zo kunnen zijn dat we de laatstgenoemde niet een in zouden kunnen. En de Lower hebben we vorig jaar al uitbebreid bezocht.

De dag begon met het inpakken van de natte tent. Geen probleem, je propt hem gewoon nat en al in een vuilniszak en drogen komt dan later wel. Daarna koffie en YES, een morningbun bij de Starbucks waar we ook nog even de laatste blogberichten online zetten. We werden er trouwens heel hartelijk ontvangen door de lady-in-charge. Ze had een mooie bos grijze krullen en nam als betrof het een unieke aangelegenheid onze bestelling in ontvangst. Bij het afrekenen keek ze zó verheugd en vol blijdschap naar de door ons aangereikte dollarbiljetten dat je haast zou denken dat we ze haar persoonlijk cadeau hadden gedaan. 

Eerst reden we tussen de magnifieke Vermillion Cliffs en over de Navajo Bridge van Flagstaff naar Jacobs Lake. 







Daar was meer dan genoeg plaats. We wilden net de tent opzetten….regen. Een strenge dame kwam aanrijden in haar golfkarretje en vertelde dat het met de regen heus wel meeviel. Af en toe een buitje, daar konden we toch wel tegen? Zij keek ons vorsend aan vanonder haar brillenglazen. Ze had een vrij vierkant gezicht, met een kapsel dat daar nog eens de nadruk op legde. Zoveel overwicht, daar konden we niet tegenop en natuurlijk wilden we ook graag kamperen. Na enig overleg en een droog moment prikten we dus onze mobiele slaapkamer vast in de grond. 

Het was nog vroeg in de middag. Tijd genoeg dus om naar de North Rim van de Grand Canyon te rijden. Het is zo’n 40 mijl rijden, maar wel een hele mooie tocht. Het eerste wat ons opviel: er moest tussen 2010 en nu een enorme bosbrand gewoed hebben. Over een lengte van tien mijl waren alle bomen rondom ons verbrand. Er stond al wel weer jong groen tussen, het herstelt zich snel. Ze bestrijden  hier ook niet alle branden maar laten ze vaak gecontroleerd uitbranden. Op de weg kom je dan borden tegen met het verzoek de brandweer niet te bellen als je een forse rookpluim ziet.   
Goed, we namen een kijkje bij de lodge, vanwaar je ook heel mooi uitzicht hebt op de Canyon. Als het niet regent. Dat deed het wel, en niet zo’n klein beetje ook. Toch konden we door de druppels heen snel een paar foto’s schieten en wederom constateren dat we de North Rim toch echt heel veel mooier vinden dan de South Rim.  


Hierna namen we een douche bij de Public Showers en geheel opgefrist reden we naar de tent terug. Waar het nog steeds hoosde. De strenge mevrouw kwam ons melden dat zij het toch niet bij het rechte eind had gehad. Daar hadden we natuurlijk niet veel aan. Behalve dan dat we besloten dat we nu wel genoeg regen hadden gezien, en dus de tent weer afbraken. Nu toonde de strenge dame zich van haar beste kant: ze gaf ons de helft van het geld terug (normaal doen ze dat nooit). We zetten koers naar Kanab, waar we ons de volgende ochtend om acht uur bij Terry zouden melden. I
k had hem een paar dagen geleden gemaild dat we eventueel in Jacobs Lake wilden kamperen. Dat lag op de route zodat hij ons daar op zou kunnen pikken. Mailtje van Terry: ok, laat maar weten als je daar een plek hebt. Nou, dat was makkelijker gezegd dan gedaan, dat laten weten. 
We hadden vandaag eindeloos geprobeerd hem te bellen om te vragen of hij ons inderdaad bij Jacob’s Lake wilde oppikken. Nu waren we heel blij dat alle communicatiemiddelen gefaald hadden, anders hadden we moeten blijven. Zo komt het vanzelf dan weer goed.

In Kanab namen we onze intrek in het Rodeway Hotel. Mocht je er ooit in de buurt komen: niet doen! Ik was blij dat we ook hier na enig aandringen flink wat van de prijs afkregen, we kwamen nu op $70  maar de helft was meer passend geweest. Ach, we hingen de batterijen van de fototoestellen aan de stroom en hebben daarna verrukkelijk gegeten in de Rocking V, dat is dan wel een echte aanrader. Heel smaakvol ingericht en een geweldige kok. En deze keer waren we zo slim om alle porties te delen, waardoor we niet alleen van een voor- hoofd- én nagerecht konden genieten maar bovendien de rekening erg meeviel.


Nu op naar morgen! White Pocket it is!