vrijdag 30 augustus 2019

Woensdag 28 augustus – dag 4: Las Vegas


Schreef ik twee dagen geleden niet iets over venijn en staart? Hoe waar…

Vandaag haalden we, na een lekkere trage start, de rest van de boodschappen bij de Walmart. Alle hardware (brander, rotspennen, grondzeil en dat soort dingen) lagen al achter in de auto, nu nog de software oftewel de etensvoorraad voor een week of vier. Met de lijst die we al jaren gebruiken hadden we het snel bij elkaar, alleen de kunststof borden die we een paar dagen eerder ook al niet hadden kunnen vinden bleven onvindbaar. Dat eet toch een beetje lastig. De uiterst vriendelijke jongeman die we ernaar vroegen nam ons mee de hele winkel door om uit te komen bij een plastic kinderserviesje, ook niet helemaal de bedoeling. Hij verwees ons naar een Walmart Supercenter, een stukje verderop. Dit was maar een kleine supermarkt vond hij, hoewel onze voormalige V&D er drie keer in had gepast. Maar hij had gelijk: bij de grote broer vonden we direct wat we zochten, namelijk 4 borden en 4 kommen voor samen $1,60. De winkelwagen puilde uit van al het eten, maar de praktijk had ons geleerd dat het vrijwel allemaal op is aan het eind van de vakantie.

Vlakbij de Walmart zagen we een AT&T telefoonwinkel. Kwam dat even goed uit! De gratis wifi, zo genereus door Hertz meegegeven, kregen we niet goed aan de praat en we hadden al besloten toch weer een Amerikaanse simkaart te kopen. Dat was niet alleen handig voor internet maar ook voor bellen; verschillende campgrounds kun je alleen telefonisch reserveren. Scheelt weer zoeken naar een telefooncel die je bovendien nooit kunt vinden als je hem nodig hebt. Toen we in 2010 voor het eerst in de States gingen kamperen speelde dat nog niet, je kon veel makkelijker zonder reserveren terecht.

In het hotel nam ik de tijd om aan het blog te schrijven. De jetlag leek zich langzamerhand uit de voeten gemaakt te hebben en dat werd tijd ook. Eind van de middag vervoegden we ons weer aan de bar, waar Bert z’n biertje kreeg – het hotel heeft een eigen brouwerij – en ik een fantastische Virgin Bloody Mary. De barman kwam uitgebreid vertellen hoe ze dat maakten en welke kruiden we ervoor konden gebruiken. Daar bleef het niet bij, hij kwam steeds bij ons terug met een ander leuk verhaal. Duidelijk iemand die hield van zijn vak!

’s Avonds besloten we om een uur of negen toch even naar de Fremont Experience te gaan, dat is hier om de hoek. Het is een onvoorstelbaar mooie lichtshow, duizenden ledlichtjes die steeds wisselende voorstellingen weergeven. We zagen in het verleden al Queen en Bon Jovi, nu was het meer dancemuziek. Het is echt een spektakel. Alle verlichting in de (overdekte) straat gaat uit, mensen beginnen te klappen en te juichen, en dan barst het los. Als het afgelopen is hervatten de straatartiesten hun acts en is het gewoon een gezellige boel. Na drie kwartier hadden we het wel weer gezien en gingen we op huis aan. Onderweg passeerden we enkele daklozen die zich op het nog steeds gloeiendhete asfalt ter ruste hadden gelegd. Twee vrolijk geklede kinderen, één van een jaar of acht en één van een jaar of tien, huppelend aan de hand van hun welgestelde ouders, keken er naar met de blik die kinderen van die leeftijd nog kunnen hebben: vol ongeloof. Het is wrang om die twee uitersten zo naast elkaar te zien en je te realiseren dat je er zo weinig aan kunt doen.

We moesten nog even een kruising over voor we bij het hotel waren. Ik keek eerst naar links, zoals we onze kleinkinderen ook leren, en lag bijna op het asfalt. Een stoeprand over het hoofd gezien. Mijn enkel klapte eerst naar buiten en toen naar binnen, Bert kon me nog net vastgrijpen. Ik voelde meteen dat het mis was, maar ook dat ik niets gebroken had. Een klassieke verstuikte enkel. En niet voor de eerste keer in de vakantie:  het gebeurde ooit in Noorwegen hoog in de bergen, met volle bepakking op de rug. Bert is toen met twee rugzakken naar beneden gelopen en ik schuifelde er achteraan. Na drie dagen rust, we mochten de tent bij een hut opzetten, konden we weer verder. Een keer in Spanje, dat liep met een sisser af en de laatste keer was in Antwerpen toen ik in een tramrails bleef haken terwijl er een auto aankwam. Dat was wel een stuk ernstiger. Maar goed, nu moest ik toch ook strompelend aan Berts arm hangend naar het hotel. Daar vroegen we of er misschien een drukverband was ergens om de ergste zwelling tegen te gaan. En dat hadden we niet bij ons. We werden verwezen naar de andere kant van het casino, naar de beveiliging. Die konden we niet vinden dus vroeg Bert een van de serveersters om hulp. Zij liep weg om even later terug te komen met de gevraagde rol verband, in fijne vleeskleur. Ook dat nog. Toen liep ze naar de bar, haalde een nieuwe stapel wegwerpbekers ergens vandaan en ontdeed die van het plastic. De leuke barman, die nog steeds dienst had, keek naar mij en riep uit: is that you???  Hij gooide dat plastic vol met ijs en dat kreeg ik mee, vergezeld van een meewarige blik. Goed gekoeld en met het been hoog probeerden we de slaap te vatten. Met in het achterhoofd, of eigenlijk meer in het voorhoofd, of we de reis wel zouden kunnen voortzetten.

Ik zei het al, ik héb het niet op schorpioenen.  

Dinsdag 27 augustus – dag 3: Las Vegas


Een geel briefje was bijgevoegd bij onze sleutelkaarten. De tekst: in verband met aangescherpte veiligheidsregels behouden wij ons het recht voor uw kamer te controleren als u meer dan één dag het ‘niet storen’-kaartje aan uw deur heeft gehangen. Tja. Ik moet zeggen, we voelen ons hier reuze op ons gemak. Gelukkig maar.

Vandaag hebben we ons met ware doodsverachting in de hitte van Las Vegas gestort: naar de Strip! Dankzij een forumlid wisten we dat je aan de achterkant van The Venetian gratis kon parkeren, en dat bleek heel makkelijk te vinden. Ideaal toch, zo’n Mondriaan-stratenplan, je kunt je nauwelijks vergissen. Nadat we de auto hadden weggezet op plek 1D, niet vergeten, liepen we via het Grand Canal met – natuurlijk – een echte operazanger in een gondel, naar de straatkant. Dat klinkt simpeler dan het is, we waren zeker een half uur onderweg. Maar ja, we moesten ons voor de zoveelste keer verbazen over de complete gekte van het complex. Wie verzint het toch, 12 minuten in een bootje varen en daar dan een bedrag van $36 pp voor neertellen!




Na dit Disney-achtige spektakel begaven we ons, zoals gezegd, in de hitte van nog veel méér gekte. Het was inmiddels 45⁰C en dat voelt alsof er een gloeiendhete föhn boven je hoofd hangt. Wat het nog een soort van dragelijk maakt is het feit dat het vochtigheidsgehalte erg laag is, in tegenstelling tot wat we in Europa kennen. Maar evengoed moesten we een liter Gatorade sportdrank wegwerken om op de been te blijven. En dat alles om een bestelling van de dochters op te halen in de Miracle Mall, nog een flink stuk lopen, bij Bath en Bodyworks…ach ja, voor je kinderen heb je alles over nietwaar?? Dit is natuurlijk een drogreden, we willen altijd toch weer een kijkje nemen in dat centrum van verderf. We dronken nog iets bij de Starbucks in het Hilton, daar zit je heerlijk in de airco achter glas aan de rand van het zwembad. En natuurlijk wilden we de French Connection met een bezoekje vereren, die hebben altijd een mooie uitverkoop (ik vermijd het woord SALE) in deze tijd van het jaar. Helaas zat er voor mij niets bij, maar Bert kwam met twee leuk geprijsde shirts weer naar buiten.

Net niet gesmolten kwamen we na een uurtje of wat weer bij The Venetian aan. Het duurde even voor we de ingang gevonden hadden maar met wat vragen lukte dat uiteindelijk toch. De lift uit, op naar vak 1D. De auto stond direct om de hoek. Nee dus. O wacht, daar, verderop. Ook niet. In de snikhete garage liepen we rondjes en rondjes, alle vakken…geen auto. Bert probeerde met de sleutel in de hand of er iets aan een auto oplichtte…niets. Dat vak 1D was ook maar heel klein en overzichtelijk eigenlijk, dus we begrepen er niets van. Zou het kunnen dat het 2D moest zijn? Gezien onze regelmatig optredende hersenverweking was dat zeker geen onmogelijke gedachte, en in deze hitte al helemáál niet. Ok, naar 2D. Nou, dat zagen we meteen wel, hier was het zeker niet. Toch maar een rondje gelopen voor de zekerheid maar tevergeefs. Dan maar weer terug naar de eerste etage. Opeens zagen we het: vak 1D liep een heel stuk verderop óók nog door! Ja, toen viel het kwartje: we waren op een andere plek de lift ingestapt…
Met blij gemoed stapten we in onze bolide, waar we werkelijk heel tevreden mee zijn. Hij rijdt als een zonnetje, heel soepel, superkleine draaicirkel en ontzettend veel opbergmogelijkheden. Daarbij geteld een stuk of tien usb- en 12V uitgangen en je hoort ons nergens meer over klagen. 

In het hotel troffen we een deur open die tot dan toe altijd gesloten was geweest. Nieuwsgierig als we zijn namen we een kijkje, en tot onze verassing kwamen we in een grote, prachtig in Jugendstil ingerichte zaal. Dit was de Pulman Bar. Het meest bijzondere was wel dat het gelijknamige treinstel, dat buiten staat opgesteld, aan de binnenkant een wand van de zaal vormde! De trein buiten hadden we natuurlijk vaak gezien, maar dit hadden we niet verwacht. Wat een verrassing!





We dronken ons gebruikelijke glaasje aan de bar in het casino, we aten onze eerste hamburger en lieten de Fremont Experience wederom voor wat het was. Morpheus was ons vele malen liever.