Vanmorgen, bij het weggaan, ontmoetten we ook de mevrouw,
Shirley geheten. Die bedankte ons ontzettend voor de munten, en haar dag kon
helemaal niet meer stuk toen we zeiden wel het een en ander op te zullen sturen
uit Nederland. Ze schreef hun adres voor ons op en stond erop een foto van ons
te maken bij de totempaal voor de ingang. En zo hadden we alweer een leuke
ontmoeting!
De route ging over de
Kebbler Pass. We hadden hem nog nooit gereden maar wel gelezen dat het iets
bijzonders moest zijn. En dat was het. Na een aantal mijlen ging de weg over in
een lichte vorm van dirt road, en de omgeving was weer totaal anders dan die
van Telluride. We schoten dan ook niet zo erg op, zo vaak moesten we stoppen om
foto’s te maken en rond te kijken.
Aan de weg, die uitkwam in Crested Butte, lagen verschillende campgrounds. Bij één ervan, hoog in de bergen gelegen aan het Lost Lake, gingen we op onderzoek uit. Was het wat voor ons? Het lag er prachtig, en het was ook behoorlijk bezet. Onder andere door een groep genaamd ‘Fly Girls’, vrouwen van 60+ met vliegvissen als hobby. Allemaal in kleine tentjes. Daar kijkt hier niemand van op, in tegenstelling tot Europa waar je haast als zielig beschouwd wordt als je boven de vijftig bent en onder een katoenen dak slaapt. Hoewel de ligging zonder meer fantastisch was, besloten we toch door te rijden en iets dichter bij Crested Butte een plek te zoeken.
Vlakbij de echte pasovergang stapten we weer uit om foto’s te maken en stuitten we op een bordje met het verzoek de elanden niet te benaderen. Die hadden hier ook werkelijk het walhalla voor zichzelf…water om door te waden en te zwemmen, bos om zich te verstoppen. Jammer genoeg zagen we er geen een. Een voorbijganger liet ons wel op zijn telefoon een foto zien: gisteren waren er hier drie!
Aan de weg, die uitkwam in Crested Butte, lagen verschillende campgrounds. Bij één ervan, hoog in de bergen gelegen aan het Lost Lake, gingen we op onderzoek uit. Was het wat voor ons? Het lag er prachtig, en het was ook behoorlijk bezet. Onder andere door een groep genaamd ‘Fly Girls’, vrouwen van 60+ met vliegvissen als hobby. Allemaal in kleine tentjes. Daar kijkt hier niemand van op, in tegenstelling tot Europa waar je haast als zielig beschouwd wordt als je boven de vijftig bent en onder een katoenen dak slaapt. Hoewel de ligging zonder meer fantastisch was, besloten we toch door te rijden en iets dichter bij Crested Butte een plek te zoeken.
Vlakbij de echte pasovergang stapten we weer uit om foto’s te maken en stuitten we op een bordje met het verzoek de elanden niet te benaderen. Die hadden hier ook werkelijk het walhalla voor zichzelf…water om door te waden en te zwemmen, bos om zich te verstoppen. Jammer genoeg zagen we er geen een. Een voorbijganger liet ons wel op zijn telefoon een foto zien: gisteren waren er hier drie!
In Crested Butte vroegen we in het Visitor Center of er
misschien nog andere kampeermogelijkheden waren dan de Oh Be Joyful campground.
Hij verwees ons direct naar de Gothic Campground, een flink aantal mijlen
verderop. Ik vroeg me af waarom, we hadden geen van tweeën onze zwarte outfit
aan en ook de zwarte make-up onder en boven de ogen hadden we vanmorgen wegens
tijdgebrek gelaten voor wat het was. Maar de goede man was ervan overtuigd dat
dat nu juist perfect was voor ons. ‘Exactly what you’re looking for’ hield hij
vol. Hij kende ons kennelijk beter dan wijzelf, na deze ontmoeting van drie
minuten. We namen een wandelkaart mee en reden toch naar de ons vertrouwde, o zo
vreugdevolle camping. Daar vonden we dezelfde plek als vorig jaar nog vrij. Net
toen we wilden gaan bouwen zag ik dat de
overburen aan het inpakken waren. Zij stonden op een veel betere plek,
met zowel ochtend- als avondzon. Maar even gevraagd dus: ja, ze gingen weg! Na
een half uurtje konden we dus op plaats 6 aan de gang, en dat is zó mooi! Aan
de rivier, ruim, veel licht en die zon dus…
Aan het begin van het terrein stond een RV die ons bekend
voorkwam, met een hele stapel hout ernaast en een kettingzaag klaar om dat in kleinere
stukken te transformeren. We liepen erheen om te vragen of zij hier een paar
jaar geleden óók hadden gestaan, en ja hoor! Ze herkenden ons meteen. Het waren
toen (2016) onze redders in de nood geweest toen het weer omsloeg en we verrast
werden door sneeuw en hagel. Ze zorgden ervoor dat ons vuur bleef branden en
zelfs vóór we de volgende ochtend wakker werden kwamen ze al met houtblokken
aan om ons opnieuw warm te houden.
Bert zou koken terwijl ik wat zou schrijven. We hadden net
ons glaasje erbij ingeschonken toen we vonden dat het er toch wel erg
regenachtig uit begon te zien. Heel erg zelfs. Koken zou niet meer lukken dan.
Dus de wijn maar teruggegoten in de fles en veilig opgeborgen in de berenbox en
spoorslags naar het dorp. Dan daar maar iets eten. Onderweg kreeg ik weer wat
bereik, en ik appte Marianne om te vragen waar zij waren. Dat was in een motel
in Crested Butte! Whatsapp is dan zo handig, we spraken af om samen te eten. Marianne
appte een ontmoetingspunt door, en ik antwoordde dat we al voor hun motel
stonden. Nog geen minuut later stoven er twee uitbundig juichende mensen de
hoek om, Martin en Marianne! We schrokken ons drie slagen in de rondte…en
schoten toen in de lach die zeker vijf minuten aanhield.
We vonden een pizzeria die ons flink aan het werk zette. Je
moest namelijk alle ingrediënten zelf uitkiezen, en dat was ook aardig
geprijsd. Uiteindelijk deelden Bert en ik een grote, Marianne en Martin namen
allebei een kleine. En het was verrukkelijk! We hadden alweer een
reuzegezellige avond samen, geheel onverwacht. Bij het afrekenen stonden
M&M erop alles te betalen, tenslotte hadden zij ook twee keer bij ons
gegeten. Maar dat was voornamelijk blikvoer…Maakte niet uit. Ok, betalen wij de
volgende keer, zei Bert. En dat was een goed idee, voelden we ons niet meer bezwaard.
Zij konden in vijf minuten teruglopen naar hun hotel, wij
moesten in het donker nog een mijltje of wat rijden. En donker is pikdonker.
Gelukkig konden we maar één kant op, alleen leek de weg veel langer dan we
dachten. Maar toen stond er opeens een bord dat ons verwees naar iets vrolijks,
so much Joy here, en zo belandden we weer veilig bij onze tent. Geen druppel
gevallen.