donderdag 19 september 2019

Maandag 16 september – dag 23: Paonia – Crested Butte (over de Kebbler Pass)


Vanmorgen, bij het weggaan, ontmoetten we ook de mevrouw, Shirley geheten. Die bedankte ons ontzettend voor de munten, en haar dag kon helemaal niet meer stuk toen we zeiden wel het een en ander op te zullen sturen uit Nederland. Ze schreef hun adres voor ons op en stond erop een foto van ons te maken bij de totempaal voor de ingang. En zo hadden we alweer een leuke ontmoeting!



De route ging over de Kebbler Pass. We hadden hem nog nooit gereden maar wel gelezen dat het iets bijzonders moest zijn. En dat was het. Na een aantal mijlen ging de weg over in een lichte vorm van dirt road, en de omgeving was weer totaal anders dan die van Telluride. We schoten dan ook niet zo erg op, zo vaak moesten we stoppen om foto’s te maken en rond te kijken. 



Aan de weg, die uitkwam in Crested Butte, lagen verschillende campgrounds. Bij één ervan, hoog in de bergen gelegen aan het Lost Lake, gingen we op onderzoek uit. Was het wat voor ons? Het lag er prachtig, en het was ook behoorlijk bezet. Onder andere door een groep genaamd ‘Fly Girls’, vrouwen van 60+ met vliegvissen als hobby. Allemaal in kleine tentjes. Daar kijkt hier niemand van op, in tegenstelling tot Europa waar je haast als zielig beschouwd wordt als je boven de vijftig bent en onder een katoenen dak slaapt. Hoewel de ligging zonder meer fantastisch was, besloten we toch door te rijden en iets dichter bij Crested Butte een plek te zoeken. 











Vlakbij de echte pasovergang stapten we weer uit om foto’s te maken en stuitten we op een bordje met het verzoek de elanden niet te benaderen. Die hadden hier ook werkelijk het walhalla voor zichzelf…water om door te waden en te zwemmen, bos om zich te verstoppen. Jammer genoeg zagen we er geen een. Een voorbijganger liet ons wel op zijn telefoon een foto zien: gisteren waren er hier drie!




In Crested Butte vroegen we in het Visitor Center of er misschien nog andere kampeermogelijkheden waren dan de Oh Be Joyful campground. Hij verwees ons direct naar de Gothic Campground, een flink aantal mijlen verderop. Ik vroeg me af waarom, we hadden geen van tweeën onze zwarte outfit aan en ook de zwarte make-up onder en boven de ogen hadden we vanmorgen wegens tijdgebrek gelaten voor wat het was. Maar de goede man was ervan overtuigd dat dat nu juist perfect was voor ons. ‘Exactly what you’re looking for’ hield hij vol. Hij kende ons kennelijk beter dan wijzelf, na deze ontmoeting van drie minuten. We namen een wandelkaart mee en reden toch naar de ons vertrouwde, o zo vreugdevolle camping. Daar vonden we dezelfde plek als vorig jaar nog vrij. Net toen we wilden gaan bouwen zag ik dat de  overburen aan het inpakken waren. Zij stonden op een veel betere plek, met zowel ochtend- als avondzon. Maar even gevraagd dus: ja, ze gingen weg! Na een half uurtje konden we dus op plaats 6 aan de gang, en dat is zó mooi! Aan de rivier, ruim, veel licht en die zon dus…






Aan het begin van het terrein stond een RV die ons bekend voorkwam, met een hele stapel hout ernaast en een kettingzaag klaar om dat in kleinere stukken te transformeren. We liepen erheen om te vragen of zij hier een paar jaar geleden óók hadden gestaan, en ja hoor! Ze herkenden ons meteen. Het waren toen (2016) onze redders in de nood geweest toen het weer omsloeg en we verrast werden door sneeuw en hagel. Ze zorgden ervoor dat ons vuur bleef branden en zelfs vóór we de volgende ochtend wakker werden kwamen ze al met houtblokken aan om ons opnieuw warm te houden.


Bert zou koken terwijl ik wat zou schrijven. We hadden net ons glaasje erbij ingeschonken toen we vonden dat het er toch wel erg regenachtig uit begon te zien. Heel erg zelfs. Koken zou niet meer lukken dan. Dus de wijn maar teruggegoten in de fles en veilig opgeborgen in de berenbox en spoorslags naar het dorp. Dan daar maar iets eten. Onderweg kreeg ik weer wat bereik, en ik appte Marianne om te vragen waar zij waren. Dat was in een motel in Crested Butte! Whatsapp is dan zo handig, we spraken af om samen te eten. Marianne appte een ontmoetingspunt door, en ik antwoordde dat we al voor hun motel stonden. Nog geen minuut later stoven er twee uitbundig juichende mensen de hoek om, Martin en Marianne! We schrokken ons drie slagen in de rondte…en schoten toen in de lach die zeker vijf minuten aanhield.


We vonden een pizzeria die ons flink aan het werk zette. Je moest namelijk alle ingrediënten zelf uitkiezen, en dat was ook aardig geprijsd. Uiteindelijk deelden Bert en ik een grote, Marianne en Martin namen allebei een kleine. En het was verrukkelijk! We hadden alweer een reuzegezellige avond samen, geheel onverwacht. Bij het afrekenen stonden M&M erop alles te betalen, tenslotte hadden zij ook twee keer bij ons gegeten. Maar dat was voornamelijk blikvoer…Maakte niet uit. Ok, betalen wij de volgende keer, zei Bert. En dat was een goed idee, voelden we ons niet meer bezwaard.


Zij konden in vijf minuten teruglopen naar hun hotel, wij moesten in het donker nog een mijltje of wat rijden. En donker is pikdonker. Gelukkig konden we maar één kant op, alleen leek de weg veel langer dan we dachten. Maar toen stond er opeens een bord dat ons verwees naar iets vrolijks, so much Joy here, en zo belandden we weer veilig bij onze tent. Geen druppel gevallen.


Zondag 15 september – dag 22: Telluride – Paonia


We werden wakker met het hoofd in de wolken. Nou ja, het was bewolkt. En er stond een stevige wind. Tijd om op te breken dus. Wat hadden we geboft met het weer gisteren en eergisteren! Een stralend blauwe hemel, een schitterende omgeving en een prachtplek om daarvan te genieten; wat wil een mens nog meer?


Het doel vandaag was Paonia State Park en wel de daarbij behorende campground. De tocht was alweer ongelooflijk mooi, er komt hier geen eind aan. We raken gewoon verwend! In Montrose zochten we de Walmart op, we tankten er en haalden brood plus beleg voor de lunch. Het was druk in de winkel. We constateerden dat de helft van de mensen in de kerk zat en de andere helft in de Walmart.


Onderweg viel ons weer op hoe anoniem de vrachtwagens hier door het leven gaan: er is nauwelijks reclame op te zien. Waar ze zich in Nederland als rijdende billboards manifesteren moet je hier raden naar de inhoud. In Delta namen we de afslag richting Paonia en waren we de drukte op de weg meteen kwijt. Wel dienden zich donkere wolken aan. Op mijn telefoon checkte ik de weersverwachting voor het gebied waar we heen wilden, daar zou het ’s avonds en ’s nachts flink tekeer gaan. We stopten nog even bij een boomgaard waar ze ook een kleine camping hadden, in de hoop dat er ook een schuilmogelijkheid was, maar er waren alleen maar rijen met volbeladen appelbomen. Daar kon je tussen gaan staan. We keken elkaar eens aan en zeiden gelijktijdig: hotel! In Paonia vroegen we eerst bij het Rocky Mountain Inn naar de prijzen. Die vielen ons niet mee: $115 voor een kamer met full kitchen, $100 voor een kamer zonder die voorzieningen. Hoewel het er erg aantrekkelijk uitzag, met een prachtig aangelegde binnentuin vol bloemen, planten en beelden, reden we toch door naar een ander motel. Om te horen dat de prijzen daar net zo hoog waren. Toen we vroegen hoe dat zo kwam vertelde het meisje van de receptie dat de prijzen in Colorado de afgelopen vijf jaar enorm gestegen waren, in navolging van Californië en Nevada. En het eind was nog lang niet in zicht…


We reden terug naar de Rocky Mountain Inn, waar we toch de kamer-met-keuken namen. Konden we ons eigen potje koken en ook de volgende ochtend ontbijten. Het werd geen teleurstelling. De kamer was ruim en de keuken van alle gemakken voorzien, inclusief oven en afwasmachine. We installeerden ons in de binnentuin met een glaasje wijn, voor de verandering eens in echte wijnglazen geschonken. Daarna dook Bert onder de douche en ik werkte het blog bij. Ieder z’n ding.







’s Avonds, toen we na het eten weer in ons prieel zaten, kwam de manager met een bijzondere vraag. Zijn vrouw spaarde munten, hadden wij misschien iets uit Nederland? Hij wilde er graag voor betalen. Na enig graven kon Bert hem twee munten overhandigen: 1x €1 en 1x €2. Nee, natuurlijk hoefden we er geen geld voor. We raakten aan de praat, complimenteerden de man met de schitterende tuin en hoorden toen dat ze er pas twee maanden zaten. Ze kwamen uit Texas, hij, zijn vrouw en hun zeventienjarige zoon, en hadden daar zo hard moeten werken dat ze elkaar nauwelijks zagen. Nu draaiden ze met z’n tweeën op als manager voor dit juweeltje van een motel, waarbij ze wel alle voorkomende werkzaamheden moesten doen. Ook de kamers schoonhouden, bedden opmaken, de tuin. Maar ze waren dolgelukkig met deze keuze. Hun zoon zat in het laatste jaar van de highschool en zou daarna de opleiding tot Park Ranger gaan volgen,  een studie van vier jaar.

Het was heerlijk om weer eens in een gewoon bed te slapen, en om genoeg licht te hebben zodat we niet helemaal om half negen de dag al af moesten sluiten. Wat een luxe!


P.S. Paonia is trouwens een bijzondere plaats, met een kleurrijk aanzien: