woensdag 9 juli 2014

Dag 5 – dinsdag 8 juli: Quinault

Het voordeel van slapen in een tent is dat je geen trapje nodig hebt. Dat had het bed in het hotel in Seattle namelijk wel. Zo’n 75cm hoog was het, naar schatting. Tafelhoogte zeg maar. Ik moest bijna op een stoel gaan staan om erin te klimmen en met mijn hoogtevrees viel dat nog niet mee. Het enige wat we nu hoefden te doen was flink door de knieën, en zo kregen onze stramme gewrichten vanzelf de broodnodige beweging. Je hoeft echt niet naar de sportschool voor een verantwoorde workout, kamperen is net zo goed en véél leuker!  

De slaapmatten hadden de test glorieus doorstaan: niets mis mee. Heerlijk geslapen dus. Ik zelfs tot half zes, wat voor mij een hele prestatie is, zeker na alle nachtelijke escapades van de laatste maanden. Soms sliep ik een paar keer per week maar drie uur per nacht. Zou de (werk)drukte in mijn hoofd dan nu toch werkelijk afnemen?
Om kwart over zeven zaten we aan de koffie, en iets later aan het ontbijt.

P1040700 P1040701

 

Het was nog erg vochtig en kil door de laaghangende bewolking. Maar de voorspellingen waren goed dus we togen om een uur of negen naar het Visitor Center voor wat extra informatie over te lopen trails. Vanuit de campground konden we een wandeling maken van zo’n 9,5 kilometer, met een beetje stijgen en dalen zouden we daar dan ongeveer tweeëneenhalf uur over doen volgens de ranger. We liepen het uiteindelijk in twee uur, en hoewel het niet onaardig was vonden we het toch een beetje tegenvallen. Afgezien van de vegetatie, die natuurlijk bijzonder was, had het ook een boswandeling in Frankrijk kunnen zijn.

 

DSC08934              DSC08944                DSC08936 

Wat je daar dan weer niet hebt is een waarschuwingsbord met wat te doen als er een poema in je nek springt. Je moet je groot maken, dingen naar hem toe gooien en agressief terugvechten. Ik weet niet of je wel eens ervaren hebt hoe het is om een tegenstrippelende huiskat in bedwang te houden, en dit beest is wel honderd keer zo groot…. Dat bord stond halverwege ongeveer, met de geruststellende mededeling dat je ze bíjna nooit ziet. Heel fijn. Maar het feit dat ik nu dit stukje typ maakt duidelijk dat we aan Een Ernstig Gevaar onstnapt zijn. En ik doe hierbij een oproep aan de Amerikaanse regering om deze bordjes voortaan aan het éind van een trail te plaatsen. Obamacare!

We namen een lange lunchpauze bij de tent, tot een uur of drie. Toen vonden we het toch tijd voor een volgend uitstapje. We reden met de auto naar de noordkant van het meer. Daar stond een bordje met een verwijzing naar de Quinault Big Cedar. Dat zou dus een grote boom moeten zijn. We dachten hem wel vlakbij de weg te vinden, maar het was nog een behoorlijke klim naar boven. Bijna waren we omgekeerd, maar gelukkig deden we dat niet want het was dubbel en dwars de moeite waard! Een enorme boom, van binnen hol en met restanten van dat binnenste als stalagtieten naar beneden hangend. Indrukwekkend!

 

DSC08954 DSC08951 DSC08955 


Daarna reden we naar de Maple Glade Trail. Dat was een sprookje! Allemaal esdoorns bekleed met baarden van mos. Het betoverde woud, het boek van Hella Haase, dat kwam als eerste bij ons op. Het was ook precies het goede moment van de dag: de bomen stonden gewoonweg te schitteren in het late licht.

 DSC08980 P1040724 P1040732 P1040743 P1040744            De foto’s doen geen recht aan de betoverende schoonheid zoals wij die ervoeren

Een sprookjesachtig geheel, door Bert omschreven als een kathedraal in het bos vanwege de grootsheid en de ruimte. Kortom, we waren diep onder de indruk. We combineerden deze trail nog met de Kestner Homestead Trail. Na dit natuur-architectonische hoogstandje reden we via een dirtroad (niet geasfalteerd) terug naar de campground. Daarbij passeerden we een verscheidenheid aan landschappen.

DSC08987 P1040751 P1040752

                                             Dan kun je opeens dit tegenkomen!

 Terug bij de tent was het natuurlijk tijd voor een glaasje en een stukje geitenkaas. We aten broccoli met kip en hashbrowns (een soort rösti, maar dan niet als koek gebakken) en dat smaakte uitstekend na deze vruchtbare dag. Morgen vertrekken we, in eerste instantie naar Kalaloch. Dat ligt aan de kust. Van daaruit bekijken we verder wat we gaan doen. Als het weer zo blijft als het nu is hebben we in elk geval niets te klagen: steeds zo’n 25 graden Celsius.

O ja, tussenstand muggen – wij: verslagen: 0-2. Nu eens zien of dat Nederland morgen óók gaat lukken tegen Argentinië!

Dag 4 – maandag 7 juli: Tumwater - Quinault

Bij alle papieren die ik in New York had laten liggen zaten niet alleen de e-tickets van de vliegreis, maar ook de treintickets voor de terugweg alsmede de ESTA-verklaringen, nodig om de VS binnen te komen. Nu waren we daar al, maar omdat we naar Canada gaan moeten we straks opnieuw langs de Amerikaanse douane. Hoewel je officieel de papieren verklaringen niet bij je hoeft te hebben werd er een paar jaar geleden toch naar gevraagd. Ik heb ze dus maar liever wél bij me. Gelukkig konden we in het hotel alles opnieuw uitprinten zodat we ons mapje weer compleet hebben.

We begonnen de dag met een bezoekje aan Fred Meyer, een groot Amerikaans concern ooit door een Duitser opgericht. Daar hadden ze nog precies twee fleece-slaapzakken, die hadden we bij de WalMart niet kunnen vinden. Volgens een medewerker daar waren ze uit het assortiment, maar op de site stonden ze nog gewoon als voorradig. Nou ja, zo kon het ook. Als je de fleeceslaapzakken in je gewone slaapzak legt verhogen ze de temperatuur met een graad of vijf. We hebben het nooit meer koud gehad als we ze gebruikten, zelfs niet bij vorst.

Na ook nog iets van groente ingeslagen te hebben – niet te veel, het moet zaterdag weer op zijn – reden we richting Quinault. Dat ligt in het regenwoud. Heel bijzonder, een groot deel van het Olympic NP is regenwoud. Door de hoge luchtvochtigheid én de hoge temperatuur is hier een heel bijzonder klimaat ontstaan. Twintig regendagen PER MAAND is hier heel normaal. Het gebied is niet alleen tot werelderfgoed verklaard maar ook uitgeroepen tot internationaal biosfeer reservaat.

We reden tegen half vier het gebied in. De eerste campground die we tegenkwamen viel tegen: kleine plekken en heel donker. Dus maar eens gevraagd bij de Lodge van Quinault, een eindje verderop. Daar schudde men ons hartelijk de hand, en wees men ons verschillende mogelijkheden. Eén ervan bleek maar een paar honderd meter verder te liggen: de Falls Creek CG. Ook daar waren de plekken niet echt geweldig, al zat je aan de rand van een heel groot meer. We wilden al bijna weer doorrijden toen we echt een schitterende, lichte en vrije plek zagen. Aan een riviertje, met een waterval op de achtergrond. Het werd onze eerste kampeerplek  deze vakantie.

 

P1040707

We haalden de auto leeg zodat we alles opnieuw in konden richten. Bij de WalMart hadden we drie kartonnen dozen gehaald, voor de etensvoorraad en de keukenspullen.

 

P1040686               Dit moet genoeg zijn om ons een kleine vijf weken in leven te houden…..

Heerlijk om alles weer een vaste plek te kunnen geven! Dat vonden de muggen ook, talrijk aanwezig: zij hadden collectief besloten onze gezichten als vaste verblijfplaats te bestempelen. Helaas voor hen waren wij in het bezit van zo’n nare spuitbus Deep Woods, en dat noodzaakte hen tot het blazen van een snelle aftocht. 1-0 voor ons!

De tent stond in no time, en wij zaten al snel met ons eerste glaasje vol verwondering te kijken naar het spel van licht en schaduw door de bemoste takken van de bomen die onze plek omzoomden. Dit kun je toch alleen maar zo intensief beleven als je middenin zo’n park kampeert.

Intussen had een ander gezin de plaats naast ons bezet. Dat naast moet je niet te letterlijk nemen: we moesten moeite doen om ze te zien. Ze hadden wel twee kinderen bij zich van een jaar of tien-twaalf, en het jongetje kwam heel beleefd vragen of ze langs onze tent mochten lopen om bij de rivier te komen. Natuurlijk mocht dat. Later kwam hij er zelfs nog even voor bedanken. Grappig joch was het, geen spoortje verlegenheid maar ook niet opdringerig.

Ons eerste avondmaal bestond uit verse spinazie, paddenstoelen, knoflook en blauwe kaas met spaghetti. Een vuurtje lieten we maar achterwege, in de wetenschap dat we het toch niet lang vol zouden kunnen houden deze eerste avond. Dat viel achteraf mee, het is hier veel langer licht dan in het zuiden. Vergelijkbaar met Nederland zo’n beetje. Om half tien liepen we dus nog maar even naar het meer waar het licht prachtig over het spiegelgladde oppervlak viel. Hierna hadden we het echt wel even gezien en besloten we tot een langdurige slaapmattentest.