Zaterdag 14 september – dag 21: Telluride
Stoned in de bergen…het kan je zomaar over komen. Vanmorgen
hadden we net de ochtendkoffie achter de kiezen, genuttigd terwijl we in het
zonnetje van het fenomenale uitzicht genoten, toen we geroepen werden door de
buurman (de nacht hadden we dus overleefd. De slaapzakken waren, zoals beloofd
in de advertentie, meer dan warm genoeg om de temperatuur van 3⁰ C te
tackelen. Zolang je maar niet je neus er bovenuit stak was het prima te
doen). De buurman stond een eindje verderop, met een naar schatting twaalf
meter lang mobile home. Hij wenkte ons vanuit de achterdeur dus liepen we er
maar naar toe. Hij stond erop koffie voor ons te maken, ook al vertelden we dat
we die net op hadden. Niks mee te maken, kom maar binnen! Wij het trapje op dus.
Om meteen in een slaapkamer te komen waar iemand in bed lag die zo te zien
allang afscheid genomen had van het leven. Het was zijn moeder. Volkomen uitgemergeld en met
opengesperde ogen staarde ze in het niets. Hij gaf haar een aai over de bol, en
wij mompelden maar iets van ‘good morning ma’am’, enigszins uit het veld
geslagen door deze confrontatie op de vroege morgen. Maar de buurman liep door
naar de keuken en stelde ons voor aan zijn vrouw en nog iemand die er rondliep:
‘This are our friends from Holland!’. Zijn vrouw was zich nog aan het
aankleden, zij hadden in de woonkamer geslapen. Het was voor het eerst dat we
in zo’n woonwagen waren en het was…tja, wat je denkt dat het is. Een compleet
huis. Met nephaardvuur waarboven een enorme tv hing, nepleren bankstel waar je
gemakkelijk met z’n zevenen op kon zitten, een volwaardige keuken en badkamer
met douche. En dan die slaapkamer van oma dus.
Het mobile home van de buurman met links de invalidentoegang en rechtsvoor een hondenhok |
We kregen koffie, al duurde dat even. Om ons niet wakker te
maken hadden ze de generator nog niet aangezet, dat was wel ontzettend attent
van ze. Maar nu was er dus even geen stroom. Na een minuut of twintig kon het
koffiezetapparaat toch zijn werk doen en kregen we een grote (naar Amerikaanse
begrippen kleine) beker koffie. Natuurlijk was er ook een elektrische melkopschuimer
waaruit ik een flinke scheut toebedeeld kreeg, en met de cacao die er overheen gestrooid
werd was het een feestelijk gebeuren. Inmiddels was de vrouw aangekleed, en met
enige moeite strompelde ze het trapje af naar de keuken waar ze pancakes ging
bakken. De derde persoon was een wat jongere man waar we makkelijk mee aan de
praat raakten. Hij bleek buiten te slapen, in dat wat wij hadden aangezien
voor een hondenhok 😁.
Ze bleken elke dag naar het festival te gaan in Telluride, tot in de late
uurtjes bleven ze daar hangen. Wij vroegen hoe dat dan met de moeder ging. Nou,
die ging gewoon mee hoor! Overal mee naar toe trouwens. ‘Ik denk dat ze dat wel
leuk vindt’, zei de vrouw, ‘maar dat weten we natuurlijk niet zeker want ze
reageert nergens meer op’. Kortom, ze hesen haar eerst in een rolstoel waarin
ze half lag, dan werd ze vastgesnoerd op de passagiersstoel naast de
bestuurder, en rijden maar! We probeerden ons voor te stellen hoe dat eruit zou
zien, moeder in de rolstoel op het festival, tussen alle half- en geheel
beschonken bezoekers (gratis bier!). Ze moest zeker over de honderd zijn dachten we. Dat was niet zo, ze was drieëntachtig...Ik moest denken aan een paar mensen in mijn zeer directe omgeving die ook rond die leeftijd zijn en zeilreizen langs de Lofoten maken, danwel elk jaar maandenlang naar Mexico vertrekken of, echt waar, kamperen in een tentje in Amerika...
Nauwelijks bekomen van dit verhaal kwam de buurman, die zich
intussen even aangekleed had in de badkamer, naar ons toe met een sigarenkoker.
Daar zat een joint in, gisteren op straat gekocht in Telluride. Of we ook wat
wilden? Nou nee, we bedankten vriendelijk voor de eer. Maar we wisten toch wel
dat wiet legaal was in Colorado? Tja, dat wisten we wel. Alleen aan ons niet
besteed. We wilden nu ons eigen programma verder volgen en namen dus afscheid.
Wat een vreemde ontmoeting. Dat we een joint aangeboden kregen in Amerika, hoe
weird….
Toen we terugliepen naar de tent kwam er opeens een man uit
het bos met een aantal geiten en een ezel. Die ezel en enkele geiten droegen
bepakking. Even later kwamen er nog twee andere
mannen in camouflagekleding opdagen. De buurman vertelde dat ze ’s
nachts op jacht gingen om elken te schieten. Kennelijk zonder resultaat, want
we zagen alleen levende have.
De geitenman. Foto is niet zo duidelijk, ik was net iets te laat. |
Nadat ik het blog wat had bijgewerkt, althans, de teksten
alvast had geschreven, reden we richting Telluride. Dat was een feest, want de
omgeving is adembenemend. Zowel letterlijk als figuurlijk want we merkten heel
goed dat we erg hoog zaten. Al na de minste inspanning moesten we even gaan
zitten en ik had zelfs ’s nachts af en toe het gevoel gehad dat ik niet genoeg
lucht kreeg. Maar de bergen waren ook zó ongelooflijk indrukwekkend mooi dat
ook dát ons de adem benam. Dat je op zo’n plek mag kamperen is een groot
geschenk.
We reden naar Mountain Village, dat ligt iets ten zuidwesten
van Telluride. Het is een uit de grond gestampt skidorp voor de happy few want
onbetaalbaar. Om de stroom bezoekers in zomer en winter goed te kunnen bedienen
is er een gondel aangelegd die je eerst op de berg brengt waar je overstapt op
een andere, en die tilt je dan over een lagere berg heen naar het centrum van
Telluride zelf. Snel, prachtige uitzichten en ook nog gratis. Als je wilt kun
je vanaf de eerste berg allerlei wandelingen maken, maar gezien de lichte vorm
van ademnood zouden we dan langer moeten acclimatiseren. In de gondel raakten
we aan de praat met een dame die haar been in een brace had wegens een
ingeklemde zenuw. Zij kwam wel vijf keer per jaar naar dit gebied vanuit Texas
waar ze een farm hadden. Altijd leuk, zulke gesprekken!
Telluride zelf is niet groot maar wel gezellig. Het heeft een overzichtelijke Main
Street, met allerhande hippe winkeltjes en ook de nodige horeca. Qua prijzen
doet het niet onder voor Aspen maar dat vonden we veel minder leuk, alleen maar
Prada en Louis Vuitton. Hier had je toch nog het idee dat het niet alleen voor
de allerrijksten was. Sterker nog, Bert kocht er twee overhemden bij een van de
vele sportzaken. Omdat ik perse een paar blogs wilden plaatsen zochten we een
plekje in de schaduw bij een koffietentje waar we een heerlijke smoothie namen
en ik wifi kon gebruiken. Omdat we graag bij de tent van het uitzicht en de
ondergaande zon wilden genieten gingen we redelijk op tijd weer terug. In de
gondel troffen we nu een jongeman die bijna omviel van vermoeidheid. Niet van
het bier, nee, hij had vandaag een van de hoge bergen beklommen. Hij wees ons
even aan welke…nou, dat was zeker een hele prestatie! We vroegen of hij ook
naar het festival ging. Nee, dat deed hij niet. Op onze vraag waarom niet, gaf
hij na enig nadenken als antwoord ‘I’d rather climb a mountain!’. Het werd een
leuk gesprek. Hij was vorig jaar met z’n vriendin naar Europa geweest, had daar
in weet ik hoeveel landen gekampeerd en geconstateerd dat kamperen daar toch
heel wat geciviliseerder was dan in de USA. Tja, en dat is nu precies de reden
dat wij déze kant op gaan.
Bij de tent keken we in stilte naar het steeds roder kleuren
van de bergtoppen tegenover ons. Toen het kouder werd maakten we vuur en aten
we een stevige chili, vergezeld van een goed glas rode wijn. Om negen uur kwam
de maan op en verlichtte het hele gebied. De jagers doken het bos in op zoek
naar elken, en wij zochten ons bedje op. Ieder z’n ding.