dinsdag 27 september 2016

Zondag 25 september – dag 34: Leadville–Denver


Een blik naar buiten leerde ons dat het vandaag een stralende dag was. Tijdens het ontbijt gooiden we dus gauw een was in de machine, dat was hier gratis.  Schoon opgevouwen neemt het minder plaats in. We pakten daarna alles bij elkaar en vertrokken naar – in eerste instantie – Grand Lake. Elke keer weer verbaast het ons hoeveel mensen er onderweg zijn. Het houdt maar niet op, iedereen trekt erop uit. Ook wel logisch, als de winter hier eenmaal invalt ben je veel beperkter in je bewegingsvrijheid. Ook is de daglichtperiode dan waarschijnlijk vrij kort, het wordt hier nu om een uur of zeven al donker. Dus pak je nu elk moment mee natuurlijk.
Grand Lake ligt in een mooie, heuvelachtige omgeving.

20160925_115516             20160925_152743

Het meer is enorm zoals de naam al aangeeft en watersporters maken daar goed gebruik van. We hebben er een aantal jaren geleden gekampeerd, op de Stillwater campground. Eigenlijk had ik dat nu ook wel willen doen, zo lekker was het buiten. Maar ja, we hadden alles al zo ingepakt dat het direct door kon naar de Goodwill. Bovendien zou het ‘s nachts weer erg afkoelen. We deden dus verstandig en vroegen bij een paar lodges naar de prijzen. Zoals te verwachten bij een watersportgebied en óók nog best een leuk plaatsje was het niet goedkoop. Het was nog vrij vroeg, half drie, en we wilden eigenlijk nog wel wat verder rijden. Dus trokken we het Rocky Mountains National Park in. Bij de ingang kregen we een waarschuwing: gisteren was de pas afgesloten geweest wegens hevige sneeuwval, nu was hij weer open maar het was erg koud boven. Op de weg konden we te maken krijgen met winterse omstandigheden. Ok, voor kennisgeving aangenomen. Het viel alleszins mee. De weg was helemaal schoon, alleen helemaal boven in de bergen, rondom het hoogste punt van ruim 4000 meter, lag sneeuw aan de kanten. De bergen zelf waren wit besuikerd en indrukwekkend groot. Ook deze pas reden we al eens, maar toen was het hoogzomer en dan krijg je een heel ander beeld.

Rockies sneeuw
Dit was de dag ervóór.....
20160925_160744
.....en zo was het vandaag!
                           

20160925_160022  IMG_20160925_160023750  P1070708

                     P1070723         P1070724

Nadat we de pas over waren en richting snelweg reden liepen we vast in het dorp Estes Park. Het was daar onvoorstelbaar druk. Alle winkels waren open in het gezellige plaatsje en er was veel te doen. Bovendien waren er om de haverklap stoplichten, het verkeer stagneerde volledig. Het kostte ons ongeveer drie kwartier om eruit te komen. Eenmaal erdoorheen zaten we al zo dicht bij Denver dat we maar doorgereden zijn naar het hotel waar we voor de laatste nacht ook al besproken hadden. Om precies 19.11 reden we de parkeerplaats op. We kregen deze keer een iets kleinere kamer maar nog steeds heel ruim en comfortabel. Ook weer geregeld dus!

Zaterdag 24 september–dag 33: Leadville


Alles was wit vanmorgen. En het was heel koud. De zon scheen af en toe maar niet al te uitbundig. We volgden toch een deel van ons programma, zij het een beetje in aangepaste vorm: we reden de Independence Pass tot Aspen. Het was zaterdag en héél veel andere mensen waren klaarblijkelijk op hetzelfde idee gekomen. Het was dus weer druk. Toch genoten we, niet in het minst van alle kleuren. Hier en daar kwam er al wat rood tevoorschijn maar ook zagen we dat veel bomen hun blad al aan het verliezen waren. Hoe dan ook, de rit was zeker de moeite waard. Boven, bij het hoogste punt, gingen de donsjacks aan en mutsen op en liepen we naar het uitzichtpunt. We zagen ook mensen op teenslippers en in korte broek maar die kwamen niet zo ver…..Ondanks het weer konden we toch heel ver kijken, de omliggende bergtoppen waren duidelijk te zien. Het wakkerde ons wintersportgevoel sterk aan, we kregen een haast onbedwingbare behoefte aan glühwein en kaiserschmarrn!

DSC03551   P1070691  

P1070693   P1070695  DSC03558DSC03552

In Aspen waren we nog niet eerder geweest, wel veel over gehoord. Skigebied bij uitstek voor de jetset. Ongetwijfeld zijn er schitterende skipistes, maar het plaatsje zelf stelt werkelijk niets voor. Met veel moeite vonden we een koffietentje, heel hip, dat dan weer wel. Hip is hier het equivalent van duur. Een heel groot diep bord met een klein kuiltje in het midden werd voorzien van drie vingerhoedjes soep met daarin een echt Oostenrijkse knödel. Die laatste deed de soep haast overstromen in dat kleine kuiltje. Prijs: $13. De jonge meiden aan de tafel naast ons vonden het volstrekt normaal en betaalden het grif. Je kon je geld overigens ook heel goed kwijt bij de paar dure winkels van bijvoorbeeld Prada en Gucci. In de winter moet het verkeer vaak vast staan, we hadden nu al moeite het dorp in te komen. Kortom, het viel ons erg tegen. Maar de weg ernaartoe was mooi, ontegenzeggelijk.

                   DSC03568   P1070701

We reden dezelfde weg terug en zochten daarna naar het restaurantje waar we enkele jaren geleden ook al eens gegeten hadden. Je kreeg je drankjes in een jampotje. Het was er nog, dat moet je tegenwoordig ook maar afwachten, en ook nog net zo leuk. Terug in het hotel vouwden we de tent op die inmiddels droog was en troffen we vast wat voorbereidingen voor ons vertrek aanstaande dinsdag. Kamperen zouden we niet meer, gewoon te koud, dus alles wat naar de kringloop kon pakten we al in. Morgen gaan we in elk geval richting Grand Lake, daar ter plekke zien we dan weer verder.

maandag 26 september 2016

Vrijdag 23 september - dag 32: Crested Butte - Leadville


Het zachte getik van regendruppels op het tentdoek maakte me vanmorgen wakker. Het regende niet erg hard, bovendien was het nog vroeg en het geluid werkte een beetje hypnotiserend.  Ik draaide me dus nog maar eens lekker om. Koud was het wel, zodra je je neus boven de slaapzak uitstak bevroor hij. Even later werd ik weer wakker, nu regende het aanzienlijk harder. Ik trok de stoute schoenen aan en stak mijn hoofd naar buiten. Naast een paar roodbonte koeien zag ik een lucht vol water. 


20160923_075607
Op dit moment viel het nog een beetje mee met de regen. 
Van de omliggende bergen was niets meer te zien. Ik maakte Bert nu ook maar wakker. Omdat het niet alleen nat maar ook koud was porde ik in de overblijfselen van het vuur van gisteren in de hoop dat er nog ergens iets zou ontvlammen. Tevergeefs. We kropen de tent weer in, wachtend tot het ergste voorbij zou zijn. Opeens werden we geroepen. Buiten stond de (volwassen) kleinzoon van de buurman van gisteren. ‘We komen jullie even helpen’, zei hij. En daar kwam de vuurbrigade weer aan, armen vol houtblokken en aanmaakhoutjes. Het hout brandde niet echt makkelijk, het kostte zelfs hen moeite het aan te krijgen nu. Maar het lukte en we warmden onze handen boven de vlammen. Intussen bleef het miezeren en we twijfelden erg wat we zouden doen. Het plan was om hier te blijven en in de omgeving te wandelen, zo ontzettend mooi was het. Eerst maar eens koffie. In de regen kookten we het water, regenjacks aan. Kwamen ze toch nog van pas. De koffie dronken we in de auto, bij het vuur staan was geen optie meer. Het kwam nu met bakken tegelijk uit de lucht. Achter ons zag ik in de spiegel dat de mannen van het vuur druk bezig waren, met opbreken. Waren ze niet van plan geweest dus ik liep er maar even heen. Ze deden alles zo snel dat ze al bijna weg waren. De voorspelling voor vandaag was heel slecht hadden ze net gehoord. Regen en sneeuw tot zeker twee uur, sterke daling van temperatuur en ook nog harde wind. Ik bedankte ze uitbundig voor al hun hulp. We mochten al het hout hebben van ze (ongeveer 1 kuub!), goede reis en tot ziens!

De campground veranderde langzamerhand in een modderpoel met overal diepe plassen. Dat betekende maar één ding: wegwezen! Anders kwamen we ook met de auto niet meer weg. Terwijl Bert rustig de kaart aan het bekijken was en nog niet in de gaten had dat het zo erg werd, ruimde ik alles in de tent op en gooide het zo in de auto. Toen kreeg Bert ook door dat er iets aan de hand was Samen braken we in de stromende regen razendsnel de tent af, alles klets natuurlijk. Het begon te sneeuwen. We sprongen in de auto en maakten dat we wegkwamen, net als de andere kampeerders. We konden dankzij de four wheel drive nog wel het pad opkomen gelukkig, met een gewone auto was dat nog maar de vraag geweest.
20160923_100750
Het lijkt hier minder erg dan het is....
     20160923_100747               20160923_102346

De eerste gang nu was naar het dorp om te ontbijten en vooral op te warmen. Onze handen waren echt helemaal bevroren en de rest van ons bijna. Bij het Paradise café gingen we naar binnen….om terecht te komen in een enorme rij. Onze naam werd genoteerd op een lijst met de mededeling ’over drie kwartier zijn jullie wel aan de beurt’. Tja. Ach, het was er warm. We gingen op de trap zitten waar we aan de praat raakten met twee dames die door hun echtgenoten van een flinke Bloody Mary waren voorzien. Mét vodka. Om half elf ‘s ochtends. Moet kunnen, toch? Om kwart over elf waren wij aan de beurt. Aan de bar gezeten smulden we van de warme maaltijd en vooral ook veel hete koffie.

20160923_102341
De goten liepen in no time vol met water dat heel hard naar beneden stroomde
20160923_104650
Een Bloody Mary op de trap
Na deze belevenis reden we helemaal om, via Gunnison, terug naar Buena Vista. We wilden de pas waar we gisteren overgekomen waren niet over in deze weersomstandigheden. Zelfs nu zagen we af en toe helemaal niets door de mist en sneeuwbuien. De temperatuur daalde naar –2.

                                                        20160923_140406

We spraken af even een kop koffie te halen in Buena Vista en daarna door te rijden richting Leadville. Zo gezegd zo gedaan. Eenmaal over de pas heen werd het weer iets beter hoewel het nog steeds snijdend koud was. Donsjassen aan en mutsen op dus. In Leadville, waar we tegen vijven aankwamen, vroegen we eerst om een kamer bij de Super8. Gelukkig zijn we tegenwoordig zo slim om te vragen of we de kamer eerst mogen zien voor we iets accepteren. Dit was een naar, donker en klein hol dat ook nog aan de prijs was met $112 excl. tax dus we bedankten vriendelijk voor de eer. Net aan de andere kant van Leadville zagen we de Silver King Innl. Daar hadden ze voor ons een heerlijke lichte en ruime kamer voor $75. Die hebben we direct genomen. We waren nog steeds niet helemaal warm geworden maar een goede hete douche deed wonderen en helemaal opgeknapt besloten we direct maar een nacht bij te boeken. Van hieruit konden we ook heel veel doen tenslotte en kamperen met deze kou was gewoon geen optie. We zijn geen twintig meer…..De tent hingen we te drogen in de kamer, binnentent over een kast en de buitentent over de rail van het bad. Zo kon hij mooi uitdruipen zonder meteen voor een overstroming ter plekke te zorgen. Ook weer geregeld!

Omdat we laat en vooral stevig ontbeten hadden aten we wat restjes uit de koelbox op in de kamer. Behoorlijk gevloerd als we toch wel waren ging, net als op de campground, het licht vroeg uit. Morgen maar weer verder zien!

zondag 25 september 2016

Donderdag 22 september–dag 31: Colorado Springs–Crested Butte


Dat er in de 19e eeuw veel goudzoekers naar Amerkia kwamen is bekend. Dat velen van hen berooid van deze tochten terugkwamen ook. Onbegrijpelijk, want het goud ligt hier echt voor het oprapen. Wij haalden het tenminste met handenvol binnen. Figuurlijk dan. De bomen op de hellingen op weg naar Crested Butte waren werkelijk allemaal van puur goud.
    
We reden via Highway 24 naar Buena Vista waar ze ons bij de Coffee Brown Dog van een uitstekende kop koffie voorzagen. Van afstand leken de bergen gespikkeld doordat het goudgeel van de loofbomen sterk afstak tegen het groen van de groenblijvende naaldbomen. Sprookjesachtig mooi, de intensiteit van de herfstkleuren lijkt veel groter dan we het ooit in Europa gezien hebben. Voornamelijk geel nog, hier en daar al met een lichte neiging naar rood. En dan ook nog zoveel geluk met het weer! We moesten dan ook weer vaak stoppen om foto’s te maken en alles goed in ons op te nemen. Op de foto's komt het lang niet zo goed over maar we doen een poging:

P1070663 DSC03498 DSC03510

Wat het niet zo prettig rijden maakte waren de fietsers die we onderweg moesten passeren. Er was een groep meiden uit een busje gezet, duidelijk vrij onervaren op de fiets, en die mochten bergafwaarts. Op deze smalle weg, met een hoogstens 50 cm. brede strook ernaast waar zij het stuur recht moesten zien te houden. Wat de meestenn niet lukte, die slingerde van links naar rechts over de streep. Aangezien het ook nog een tweebaansweg betrof was het voor de automobilisten af en toe een hachelijke onderneming. Vooral als er net na de bocht weer een tweewieler opdook en er tegelijk een tegenligger vanaf de andere kant kwam. Dan kon je niet anders doen dan vol in de remmen, wat ook weer gevaarlijk was. Een eind verderop zagen we dat ze bezig waren met de aanleg van een echt fietspad, enkele meters naast de autoweg. Kennelijk is het een bekend probleem hier.

Na Buena Vista doken we de 306 op, de weg over de Cottonwood Pass. Het valt niet te beschrijven, zó mooi was dat. Op de pas zelf konden we, ondanks enkele wolkenvelden, heel ver kijken naar de hoge besneeuwde bergtoppen (boven de 4000 m). 
Na het hoogste punt, waar ook de Continental Divide* loopt, reden we verder naar Crested Butte over een onverharde maar heel goede weg. Langs Taylor Lake, ook alweer zo prachtig. In de buurt van Crested Butte veranderde het landschap en was het een groot kleurenfeest. Overal om ons heen die gouden gloed…..

* De Continental Divide is een bergketen dwars door Amerika die fungeert als waterscheiding. Aan de oostkant lopen de rivieren naar de Atlantische Oceaan, aan de westkant naar de Pacific. Het klopt niet helemaal maar wordt wel zo aangeduid.
DSC03529  P1070674  DSC03516    DSC03512
P1070667    P1070668
DSC03524    DSC03522  DSC03520

Crested Butte zelf is een echte wintersportplaats maar in de zomer ook goed voor wandeltochten. Er zijn ontzettend veel trails uitgezet en is dan ook een paradijs voor wandelaars. Het geheel heeft een vriendelijke uitstraling. Neem wel een goedgevulde portemonnee mee, de prijzen zijn niet misselijk over het algemeen.

Op zoek naar een campground vroegen we bij het Visitor Center naar de mogelijkheden. De man ratelde in onverstaanbaar Engels een verhaaltje af waarbij het erop neerkwam dat we wel héél veel geluk zouden moeten hebben om iets te vinden. Vanwege drukte,logisch, nietwaar? De een nog verder weg dan de andere. We reden eerst naar de dichtstbijzijnde, langs de Slate River. Al gauw werd de weg ernaar toe onverhard. Nog wat verderop zat hij vol kuilen en nog steeds niets van een aanwijzing te zien. We waren al ongeveer zes kilometer van het dorp verwijderd. De weg werd slechter en slechter. Bert wilde al omkeren toen ik in de verte iets van een camper zag. Toevallig kwam er net iemand langsrijden dus vroegen we het maar even. Nee hoor, het klopte, gewoon doorgaan en dan de afslag naar links nemen. Even later stopte hij weer om naar ons te roepen ‘And it’s free!’ Het was allemaal waar. Eenmaal naar beneden gehobbeld kwamen we bij een pracht campground aan waar een paar andere kampeerders stonden. Er was geen water maar dat hebben we altijd bij ons. Wel een schoon wc-hokje met genoeg wc-papier voor het hele decennium. Voor de zekerheid hadden ze er ook nog twee losse wc’s, zogenaamde Dixies, neergezet. We zetten de tent neer op een redelijk open plek met uitzicht op de gouden heuvels.

   P1070677      P1070676                                                                                                                                            P1070678

Het was er wel koud! Omdat we nog maar twee houtblokken bij ons hadden zocht ik in andere fire pits naar resthout. Vaak vind je daar nog wel wat, niet iedereen neemt ongebruikt hout mee naar huis. Hier lag echter niet veel. Nou ja, dan maar een klein vuurtje. Ik wilde net weer teruglopen toen ik een soort jeep vlakbij onze plek zag. Was die nou helemaal gek geworden, zo dicht naast ons staan terwijl er een hectare leeg was?? Maar toen ik dichterbij kwam zag ik de mannen van de camper honderd meter verderop, die een hele bak met houtblokken leegstortten naast onze vuurplaats! Ze hadden mij zien zoeken…..Het ging nog verder. Vijf minuten later kwamen ze terug met aanmaakhoutjes, een hele bos, en een fles aanmaker. Ze bouwden vakkundig een vuurstapel en in no time zaten wij heerlijk warm bij een groot vuur. Veel dank aan de mannen uit Oklahoma!


P1070679  DSC03537      

                                                                                       DSC03540

De avond viel vroeg in. Terugkijkend op de dag constateerden we dat dit de mooiste tocht was die we ooit gereden hadden. We warmden een van onze laatste blikjes pastaprut op en kropen met héél veel kleren aan de slaapzak in. 



Woensdag 21 september–dag 30: Colorado Springs


Onze Truus heeft er sinds een paar dagen niet zoveel zin meer in. Ze doet haar mond gewoon niet meer open, ondanks herhaald aandringen van onze kant. Waarschijnlijk heeft ze, zonder aankondiging vooraf, een paar dagen vrij genomen. Wij vakantie, zij ook vakantie tenslotte. Nu moeten wij dus zelf maar zien hoe we de weg vinden. Gelukkig laat het display óók zien hoe we moeten rijden dus perse nodig hebben we haar niet. En er is de ouderwetse wegenkaart die we regelmatig raadplegen. Blijf maar lekker weg Truus, we redden ons prima zonder jou! Here we go! 

De weg naar Garden of the Gods was snel gevonden. Het is een piepklein parkje maar beslist de moeite waard. Het stuk land met de bijzondere rotsformaties, aan de rand van Colorado Springs, is ooit aangekocht door een echtpaar dat het weer aan hun kinderen naliet. Zij deden het vervolgens cadeau aan de stad, onder de voorwaarde dat er nooit toegangsgeld gevraagd mocht worden zodat het voor iedereen toegankelijk zou blijven. 

IMG_20160921_123327634


Het leuke is dat er nu ook veel gebruik van gemaakt wordt door de plaatselijke bevolking. Mensen wandelen er met kinderwagens of joggen een rondje samen met hun hond. Het is mooi en toegankelijk aangelegd. Maar niet groot, met een uurtje of twee waren we er wel doorheen.

P1070639

 DSC03432  DSC03458 

DSC03467  P1070648  DSC03470 

P1070645  DSC03449  IMG_20160921_123207388
  20160921_115331  DSC03473

Dan maar naar de stad. Gisteren hadden we aan de behulpzame mensen van het Visitor Center al gevraagd of er iets bijzonders te zien was, iets dat de moeite waard was. Daar deden ze nogal aarzelend over. Achteraf begrijpen we wel waarom: er is niets, maar dan ook vrijwel niets te beleven. Ja, een groot en modern Pioneer-museum. Alleen hadden we daar nu toevallig geen zin in. We beproefden ons geluk daarna in Manitou Springs, dat was een stuk leuker. Wel een beetje blijven steken in het hippie-tijdperk en veel van de obligate wierookwinkeltjes (wat haat ik die geur!) maar ook gezellig.

DSC03478    DSC03479    DSC03480
DSC03481    DSC03484    DSC03487
20160921_144813  DSC03486   DSC03485


Het werd nu alweer hoog tijd voor een biertje en omdat we gisteren zo lekker gegeten hadden bij de brouwerij deden we dat maar nog een keertje over. Koken doen we morgen wel weer zelf. Als je ooit in de buurt bent van de Colorado Mountain Brewery: neem vooral een biertje en bezoek ook even de restrooms. Daar serveren ze namelijk papieren handdoekjes; uit een broodrooster.

                                                 IMG_20160920_190125688_HDR