We reden een weg vol haarspeldbochten, naar het Step House. Een van de vele rotswoningen/nederzettingen (cliff dwellings heten ze hier) die in het gebied te vinden zijn en bewoond in twee shifts: de eerste rond 500 na Chr. en de laatste rond 1200 na Chr. De meeste van deze nederzettingen zijn moeilijk bereikbaar en je hebt er vaak een gids bij nodig, maar deze konden we zelf bezoeken. Het was niet ver lopen, heen en terug zo’n 1,6 km. Dat is niks. Wel een stuk naar beneden, en dus ook automatisch weer naar boven (dan komt altijd het liedje bij me op van Blood Sweat and Tears: what goes up, must come down). Het was dan wel niet snoeiheet meer, maar toch wel zo’n graad of 29. Van de aanwezige ranger begrepen we dat er zoveel branden waren geweest afgelopen jaren dat de bomen, die normaal gesproken voor schaduw zorgden, allemaal ter ziele waren. Dat was ook goed te zien aan de talloze staketsels van wat voorheen bomen waren, die nu voor een spookachtige uitstraling in de omgeving zorgden. Maar, we konden het prima aan en dat kon je niet van iedereen zeggen. Sommige mensen kwamen hijgend en puffend boven en één dame was zelfs helemaal beroerd geworden van de inspanning.
Het dorp zelf was zoals alle andere, indrukwekkend. De kiva’s, ronde bouwsels met vuurplaats, ventilatie en banken, hoe kregen ze het toch voor elkaar in die tijd, zonder enig ‘echt’ gereedschap? Deze nederzettingen boden plaats aan 30 tot 40 personen. Dat moet welhaast betekenen dat ze op elkaar gestapeld geslapen hebben. Rond 1300 na Chr. verdwenen de bewoners uit deze dorpen. Wie geïnteresseerd is kan alle informatie op internet vinden, ik waag me verder niet aan historische uitspraken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Leuk als jullie een reactie achterlaten!