zaterdag 10 september 2022

Dag 16 – donderdag 8 september: Capitol Reef – Green River (Moab)

Gisteravond parkeerde er, vrij laat, een auto op de parkeerplaats voor de ‘walk in’ tentplekken. Die parkeerplekken waren keurig genummerd zodat er voor iedereen een eigen plaats was. Maar, deze auto had een daktent. En tja, die kun je natuurlijk niet even afbreken om op het tentveld weer op te zetten. Enigszins vertwijfeld keken de betrokken om zich heen. De rest van het terrein was vol, dus ze hadden uiteindelijk geen andere keus dan te vertrekken en te zien of ze in Torrey, op een commerciële camping, een plaatsje konden vinden. Een walk-in veld is echt alleen voor tenten, dat u het even weet.

Omdat de hitte nog steeds van geen wijken wist pakten we de tent in vóór het ontbijt. Precies voordat de zonnestralen hun verwoestende meppen begonnen uit te delen waren we klaar. De komende drie dagen zullen we verblijven in Green River, op de campground in het State Park. Ook daar rijzen de prijzen de pan uit, ze vragen nu $45 per nacht, maar omdat het er zo aangenaam vertoeven is op het gras, met veel bomen en ruime douchekamers hebben we toch geboekt. Door al dat groen is het al gauw een graad of 6 koeler dan in de omgeving. En in Moab zijn alle onderkomens schreeuwend duur. In de eerste jaren dat we daar kwamen lukte het nog wel om voor een dollar of zestig een cabin met airco te huren, en dat was dan omgerekend in euro’s €40, maar nu is de koers gewoon één op één, of zelfs nog iets ongunstiger. Dit terrein ligt in een écht park, naast de golfbaan. Je wordt als je niet uitkijkt dan ook van de sokken gereden door een golfkarretje met een zeer bejaard persoon erin, dat er veel genoegen in schept het gaspedaal zo ver mogelijk in te drukken om zo in elk geval de indruk te wekken dat hij nog heel wat mans is. Maar eenmaal op de campground zelf kom je die karretjes niet meer tegen.

Onderweg stopten we even bij de Mesa Market Farm, waar we weer langskwamen, om nog een paar stukjes kaas en een brood te kopen. Eigenlijk wilden we ook wat groenten, maar ze hadden een heel slecht jaar gehad met veel ziektes in de planten dus dat werd hem niet. Gelukkig kon de plaatselijke super in Hanksville ons daar wel aan helpen, en met een komkommer, twee paprika’s en twee uien konden we even vooruit. Voor de schappelijke (nou ja)  prijs van €7.

De volgende stop was het Goblin State Park. Ook daar waren we al drie keer geweest, maar het blijft betoverend. Al die hoodoos en toadstools, in de meest waanzinnige vormen. Helaas konden we het door de hitte niet langer volhouden dan een uurtje maar het was toch weer de moeite waard. Jammer genoeg was ook hier de toegangsprijs verdubbeld, of in elk geval sterk verhoogd: we betaalden nu €20. Da’s best veel voor een relatief klein park.














Wie nu denkt: deze foto's heb ik al eens gezien, die is er óf zelf geweest óf heeft onze eerdere blogs gevolgd. Elke keer maken we toch weer dezelfde foto's, gewoon omdat het zo mooi is! 

Om twee uur reden we Green River binnen. Onze plek, nummer 10, stond altijd garant voor veel schaduw en optimistisch reden we er dan ook naar toe. Meteen bij het uitstappen werden we alweer door de hete wind om de oren geslagen; het was hier helemaal niet koeler dan in Capitol Reef! We wachtten nog even met het opzetten van de tent, onze eerste gang was naar de douche. Die hadden we een paar dagen moeten missen want die in Hanksville deed het niet en in Capitol Reef zijn geen douches. En dat in die hitte. Dan is het ongelooflijk lekker om je helemaal schoon te spoelen onder een automatische gieter. Geheel verfrist zochten we daarna een plekje in de schaduw. Om erachter te komen dat de bomen, zwarte populieren, erg aangetast waren. Vanwege de veiligheid waren er dan ook veel takken afgezaagd. Ja, dan heb je minder schaduw. Maar er was nog genoeg over, en na een uitgebreide lunch met het verse brood bleven we de rest van de middag heel rustig zitten. Zo min mogelijk bewegen was het devies.

Eind van de middag, net toen het ietsje koeler werd, kregen we gezelschap. Aan beide kanten van het pad werden tentjes opgezet, enkele grotere en een stuk of wat hele kleintjes. Het bleek te gaan om twee families, die allebei hun jaarlijkse familiereünie kwamen houden. In het begin dachten we dat ze bij elkaar hoorden maar dat bleek niet zo te zijn. Werkelijk talloze kisten en koelboxen met eten werden naar de picknickbanken gesleept en het duurde wel een paar uur voor ze geïnstalleerd waren. Het gekke is, ze zijn hier nooit luidruchtig. Waar zo’n gezelschap in Nederland (of van Nederlanders in het buitenland) garant staat voor een hoop herrie, zeker als er alcohol in het spel is, hoor je hier niet anders dan gewoon gepraat. Om een uur of zeven werden de vuurtjes aangemaakt en ging het vlees op de barbecue. De kleine kinderen vermaakten zich uitstekend met rondjes rennen over het gras en door de sproeiers lopen die her en der nog aanstonden.

Wij aten, na de late en stevige lunch van brood met kledderkaas (de gesmolten Cheddar verdiende geen andere naam), ei en komkommer, zoals gewoonlijk vrij simpel met een stukje kaas en als toetje een aardbeien-rabarberpie ter grootte van een ontbijtbordje, die we die ochtend nog snel even gekocht hadden. Om kwart over acht was het helemaal donker. Ik stond op om iets uit de auto te halen en ik wist niet wat ik zag: op een groot scherm werd Star Wars vertoond! De hele familie zat er doodstil naar te kijken. Het gekke is, ze hadden wel geluid aan, maar zo zachtjes dat het helemaal niet storend was. Ik had wel gezien dat er een partytent met een groot groen doek aan de zijkant was opgezet, maar dat dat als filmdoek zou fungeren, daar was ik nooit opgekomen. Onder de sterren naar Star Wars kijken, je moet het meemaken

Geen mooi plaatje, maar even voor het idee


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Leuk als jullie een reactie achterlaten!