Mijn enkel had er vanmorgen geen zin in. Nu hadden we ook
niet zoveel spannends op het programma, we hoefden alleen maar te verkassen
naar de DeMotte campground, 13 mijl voor de North Rim van de Grand Canyon. Ik
gooide nog snel twee updates op het blog en daar gingen we weer. In Kanab
haalden we wat nieuwe verse groenten en fruit en we namen nog een snel kijkje
in de sportwinkel ter plekke. Het bleef bij kijken deze keer. De weg voerde
langs Jacob’s Lake. De vorige keer dat we daar waren regende het, zo erg zelfs
dat we de tent – die we daar toen al opgezet hadden – weer afbraken en onze
toevlucht zochten in een hotel. Nu regende het óók. Alleen gingen wij er niet
kamperen deze keer, dat deden we 25 mijlen verderop. Daar had ik voor twee
nachten een plek besproken en inderdaad hing er bij plaats 19 een bordje met
mijn naam erop. Met de plek was niks mis, maar geweldig was het ook niet. De
tentpad was nogal klein en zelfs wat hobbelig, wat ze hier meestal niet zijn.
Ook was er geen schaduw of beschutting. Kortom, we reden eerst maar eens verder
het terrein af op zoek naar een betere plek. Die hadden we al gauw gevonden,
nr. 6. Alleen durfden we er niet zomaar te gaan staan vanwege onze reservering.
En je weet nooit precies hoe dat uitpakt. De host zou pas om 17.00 terug zijn,
en het was nu 15.30. Maar het regende nog steeds af en toe, soms heel hard
zelfs, dus we zouden toch moeten wachten. Dat deden we in de auto. Bert kon
lezen en ik onder andere dit blog schrijven. Uiteindelijk kwam Benny, de host,
terug en ze vond het geen enkel probleem dat we van plek wisselden. Inmiddels
was het droog, dus snel de tent opgezet, een vuurtje gemaakt en eten gekookt.
Intussen genietend van alwéér zo’n mooie plek. We stonden ook vlakbij de waterkraan, heel handig. Terwijl we onze grootste waterfles vulden keek ik eens goed naar beneden. Daar zag ik dit:
Wespen! Allemaal de verdrinkingsdood gestorven...(advies: vergroot de foto door erop te klikken) |
Mijmerend bij de vlammen sloeg de slaap toe. Met een flinke
plens water maakten we het vuur uit, klaar om te gaan slapen. Toen kwam er een
auto aanrijden, een pick-up met daarop een kleine camper-opbouw. Hij reed de
plek naast ons in (nog altijd zo’n tien meter ertussen) en zette de generator
aan…tja. Je moet wat, wil je je koelkast op temperatuur houden. Gelukkig vond
hij het na drie kwartier wel genoeg en konden wij weer rustig slapen!
Bijzonder leuk om jullie zo via het verslag te kunnen volgen. Fijne vakantie verder en goede reis.
BeantwoordenVerwijderenSterkte met de enkel.
Groet, Marco.