Vanmorgen vroeg, we zaten nog aan de koffie, kwam er een
ranger langs op een elektrische fiets. Typisch rangeruniform aan, kaki overhemd
en dito korte broek. Netjes gestreken, ze vervullen een voorbeeldfunctie tenslotte.
Verrekijker om de nek, een tas met ongetwijfeld nuttige attributen aan de riem.
Een grote zonnehoed maakte het plaatje af. Hij stapte af om een praatje te
maken. “Leuk tafelkleedje hebben jullie, net als thuis!” (die kleedjes, $2,50,
iedereen heeft ze hier) Bij nader inzien bleek het helemaal geen ranger te
zijn, maar gewoon een medekampeerder. En wel zo eentje waar je niet vanaf komt.
Hij had overigens best interessante verhalen: zijn vrouw was Duitse, ze hadden
lang in Duitsland gewoond en nu woonden ze het grootste gedeelte van het jaar
in een RV. Met een klein appartementje ergens in Texas. Hij was erg tevreden
met dit bestaan, zijn hobby was vogels kijken. Hij onderbrak meermaals het
gesprek om met zijn kijker in de verte te turen en uit te roepen ‘kijk, een
havik!’. Zijn vrouw vond het eigenlijk niks, dat wonen in een mobiel huis, maar
kennelijk was het een volgzaam typje want ze deden dit nu al jaren. Naast al
deze persoonlijke verhalen had hij ook nuttige tips over het park waar we
hierna naar toe zouden gaan. Vooral wat betreft de aanrijroute, die we zeker
ook gaan volgen, en de aanwezige campgrounds.
Wij schatten hem in als een echte Trump-aanhanger. Toen het gesprek op
politiek kwam waren we dus op onze hoede. Tot hij zelf erover begon, en met
enige walging over de president tekeer ging. Niet erg lang, want ook hij wilde,
net als mensen die we er eerder over spraken, zijn dag niet laten verpesten. Het
miserabele presidentschap zit hier heel diep, dat is ons wel duidelijk
geworden. Het was dus echt wel een aardige vent, alleen werd onze koffie koud.
Op een goed moment begon ik dus maar wat te rommelen met de keukenspullen, me
uit het gesprek terugtrekkend en gelukkig kwam de boodschap over zodat we
verder konden met ons eigen programma.
Dat was niet zo heel bijzonder vandaag. We reden naar Silver City, wat ik abusievelijk verward bleek te hebben met Silverton wat een oud mijnstadje is. Silver City is een grote stad met een klein, beetje verlopen centrum. Eigenlijk net niks. We reden een stukje door, naar het gedeelte waar vermoedelijk nooit een toerist komt, en stonden versteld van de huizen die eens een heel statige uitstraling gehad moesten hebben maar nu totaal in verval waren geraakt. Wel allemaal bewoond nog. Tja, je kunt je huis onderhouden of je kunt het niet doen. Zeker als je niet veel te besteden hebt, of er gewoon de zin niet van inziet – na mij de zondvloed – kies je voor het laatste. Sommige bewoners probeerden er desondanks nog iets van te maken door zelfgemaakte kunstwerken in de tuin te zetten of de voorgevel met een toepasselijke voorstelling op te leuken.
Verder viel er niet veel te beleven. We reden dus terug om
lekker te lezen bij de tent. Dat is óók vakantie. Later liepen we een stukje
van de (korte) trail door de grote rotsen in het park. Ik was wel behoorlijk op
mijn hoede, want de dame bij het visitor center had ons attent gemaakt op het
feit dat er ratelslangen gesignaleerd waren. Die wil je echt niet tegenkomen,
zo’n beet is nauwelijks te overleven. Maar in de praktijk vallen ze alleen aan
als ze zich bedreigd voelen, het is dus vooral een kwestie van goed uitkijken.
Toen we ongeveer drie kwartier gelopen en geklauterd hadden dachten we wel
haast bij het eindpunt te zijn, in de buurt van onze tent. Nee dus. We waren
weer terug bij het begin! Net als in een bos kun je urenlang in een rondje
lopen terwijl je denkt, echt zéker weet zelfs, dat je rechtdoor gaat. We zijn
maar gewoon het pad buitenom afgelopen
zodat we vanzelf goed uitkwamen. Verdwalen kun je hier niet.
Volle maan! |
Het avondprogramma kon van start: glaasje wijn, vuurtje,
eten koken. Niets bijzonders dus. En vooral: genieten van de laatste avond op
deze waanzinnig mooie plek!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Leuk als jullie een reactie achterlaten!