De reis verliep verder voorspoedig. We vlogen met Virgin America, een splinternieuw vliegtuig met heel hippe roze en blauwe verlichting. De bagage stond al op de band toen wij nog maar net aan kwamen lopen, en tegenover de bagageband was de lift naar de airtrain richting autoverhuur. Bij de balie van National was geen mens te zien en we waren dus direct aan de beurt. Ik vond het wel een beetje spannend: zou de goedkope prijs werkelijk gehandhaafd worden? De dame achter de balie krabde met haar vierkante nagels eens achter haar oor, vroeg ons rijbewijs en onze creditcard die ze na aandachtige bestudering aan ons teruggaf met de mededeling ‘loop maar naar de garage en zoek iets uit’. Verder niets. Geen aansmeerderij (wilt u een extra verzekering afsluiten om de muggen die u doodgereden hebt fatsoenlijk te kunnen begraven? Een telefoonnummer huren waarop u ons kunt bellen als u de weg kwijt bent? Of wilt u dat wij u verzekeren van mooi weer tijdens de reis, tegen slechts $10 per dag?), geen handtekening zetten , niets van dat alles. Dus wij naar de garage. We keken wat vertwijfeld rond, er stond maar één SUV – Nissan Rogue - en dat was ook nog een midsize. Op de een of andere manier beviel hij ons niet zo. Er kwam een medewerker aanlopen en op ons verhaal van kamperen en veel bergen rijden leek het hem een veel beter idee ons een Chevrolet Equinox te geven. Dat vonden wij óók. Ergens achterin haalde hij een stemmig grijze wagen op die ons wel aanstond. Even binnenin kijken: ja, ook een usb-aansluiting. Handig om onderweg je ereader op te laden. We gooiden dus onze spullen erin en reden naar het loket bij de uitgang. Daar werd ons gezegd dat we wel moesten betalen voor een tank benzine, maar volgens ons zat dat bij de prijs in. Je moet maar durven, onderhandelen terwijl je al zo weinig betaalt…..maar goed, hij ging na enig mopperen akkoord en overhandigde ons een print met het contract. Dat we niet hoefden te tekenen. Ráárrrrr…..
Inmiddels was het al over achten, we reden dus snel naar ons onderkomen want de jetlag speelde aardig op en we wilden alleen nog maar iets eten en dan slapen. Ons huis stond in een buurt die we al vrij goed kenden, in Filmore Street en vlakbij Hayes Street. Het bleek een groot, Victoriaans huis te zijn waar wij de voorkamer kregen. Er woonden verder nog vier jonge mensen, allemaal overdag aan het werk. Net het niveau van een studentenhuis ontstegen zo’n beetje.
Onze kamer was ruim en voorzien van een uitstekend bed. De bewoonster ervan had zolang onderdak bij een vriendin gezocht, een mooie manier om je inkomen wat aan te vullen. Het was wel een beetje een meisjeskamer, maar who cares.
De auto hadden we intussen nog fout geparkeerd staan. Ik keek even uit het raam en zag…een wielklem! Help! Tot ik beter keek, het was de auto ernaast….ik was nog niet zo vertrouwd met het uiterlijk van ons nieuwe vehikel. Toch gingen we direct naar buiten om een legale parkeerplek te zoeken. Helaas, na een uur rondjes rijden in het donker, nóg niets gevonden, ….we waren nu zó afgedraaid dat we een besluit namen: we gingen onze spullen halen en dan op zoek naar een hotel buiten de stad. Want dit werd niets. Dus maar weer richting Filmore Street. En je gelooft het niet: op ongeveer honderd meter van ons huis: een plek!! Wat een mazzel. Gauw geparkeerd, en doorgelopen naar Hayes en Kebab alwaar we ondanks onze moeheid toch nog kans zagen een bord met mezze te delen. We wankelden bijna terug naar huis en vielen onmiddellijk in slaap.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Leuk als jullie een reactie achterlaten!