Dat men in Amerika probeert mensen aan te zetten tot meer
bewegen, in verband met de ernstig aanwezige obesitas, is te prijzen. Soms gaat
men daarin echter wel erg ver: in het sanitairgebouwtje van de campground hing
het verzoek om a.u.b. de zojuist achtergelaten behoeften door te spoelen, wat
op zich logisch is, maar daarbij niet met de hand de spoelknop in te drukken
maar met de voet! Dat komt er dus op neer dat van je gevraagd wordt op één been
te balanceren, want vasthouden wil je je in zo’n wc liever niet, en dan met een
welgemikte trap de hendel naar beneden te duwen. Ik vraag me af wie aan de
oproep gehoor gaan geven….maar ik kon het niet laten natuurlijk. Even lekker
legaal natrappen.
Na een enorme bak yoghurt met cruesli en banaan voelden we
ons tot veel in staat en zeker tot het lopen van de White House Trail in de
Canyon de Chelly. Een flinke klim met een fors hoogteverschil over korte afstand: eerst hondervijftig meter alleen maar dalen en dan diezelfde tocht in
omgekeerde richting. In de vallei kun je dan een in de rotswand gebouwd
indianenhuis bekijken, zij het van enige afstand.
Bij de ingang van de trail stonden twee mensen van de National Park Service om een onderzoeksenquete af te nemen. Ook wilden ze graag weten waar we vandaan kwamen en dat moest ingevuld op een formulier. Op datzelfde formulier zag ik, vlak voor ons invulveld, Groningen genoteerd staan. Een stadgenoot aan de wandel? Het bleek inderdaad zo te zijn. Diana, werkzaam als vertaler aan de Rijksuniversiteit Groningen, was met een reisgenoot route 66 aan het volgen. Extra grappig dan als je eigen dochter ook vertaler is, zoveel hoor je dat niet. We raakten aan de praat en spraken af bij terugkomst in Stad contact op te nemen.
Na dit geheel onverwachte gebeuren daalden we af in de canyon. Veel water hadden we bij ons, het was heel warm en droog. De Ranger bij Lake Powell gaf iedereen niet alleen het advies water mee te nemen, maar vooral het ook op te drinken. Dat klopt, je moet drinken vóór je dorst hebt en dat niet onderschatten.
De tocht was schitterend. Het ochtendlicht versterkte de rode kleuren van de rotsen waartegen het groen van struiken en bomen helder afstak.
Bij de ingang van de trail stonden twee mensen van de National Park Service om een onderzoeksenquete af te nemen. Ook wilden ze graag weten waar we vandaan kwamen en dat moest ingevuld op een formulier. Op datzelfde formulier zag ik, vlak voor ons invulveld, Groningen genoteerd staan. Een stadgenoot aan de wandel? Het bleek inderdaad zo te zijn. Diana, werkzaam als vertaler aan de Rijksuniversiteit Groningen, was met een reisgenoot route 66 aan het volgen. Extra grappig dan als je eigen dochter ook vertaler is, zoveel hoor je dat niet. We raakten aan de praat en spraken af bij terugkomst in Stad contact op te nemen.
Na dit geheel onverwachte gebeuren daalden we af in de canyon. Veel water hadden we bij ons, het was heel warm en droog. De Ranger bij Lake Powell gaf iedereen niet alleen het advies water mee te nemen, maar vooral het ook op te drinken. Dat klopt, je moet drinken vóór je dorst hebt en dat niet onderschatten.
De tocht was schitterend. Het ochtendlicht versterkte de rode kleuren van de rotsen waartegen het groen van struiken en bomen helder afstak.
Nieuwe Sandeman-reclame? Nou, eerder Chardonnay ;) |
Vrouw met zonnebril |
Man zonder zonnebril |
Onderweg waren
er af en toe plekken met wat schaduw om even uit te puffen maar vooral om
foto’s te maken. Het White House, een eeuwengeleden door pueblo-indianen in de rotsen gebouwd
onderkomen, was nog redelijk intact en bestond uit twee delen. Eén deel was in
de rotswand gebouwd, een ander stond er voor. Je vraagt je af hoe mensen in dat
eerste deel kwamen, zo in de steile rotswand. Maar we hadden al eens eerder
gehoord dat ze meesters waren in het klimmen.
Langs het pad beneden zaten indianen met hun gebruikelijke handel uitgestald. Je vraagt je altijd af of ze ooit wel eens iets verkopen…..maar terwijl wij erlangs liepen, op onze weg terug, kwam er door de rivierbedding een auto met een enorme laadbak vol toeristen aanrijden dus wie weet.
We waren sneller boven dan beneden, in een dik half uur. In totaal nam de tocht een kleine twee uur in beslag, inclusief het veelvuldig stoppen en rondkijken. Heel goed te doen dus.
Bij terugkomst vroegen we aan de man van de NPS of hij ons misschien advies kon geven m.b.t. het vervolg van onze reis. Omdat hij ons inschatte als natuurliefhebbers en wandelaars, wat klopte, raadde hij ons aan via Durango naar Ouray te gaan en daar een campground op te zoeken met de naam Amphitheater. Dat leek ons een prima plan. Voordat we richting Durango reden zochten we eerst nog de Spider Rock op aan het eind van de Canyon. Dit is een 240 meter hoge, smalle verticale rotsformatie. Erg indrukwekkend.
Spider Rock |
Om ongeveer drie uur reden we weg richting Durango. Door de
rotsen van de Red Rock Valley, je weet niet wat je ziet, naar het punt waar
vier staten bij elkaar komen: Utah, Colorado, New Mexico en Arizona.
Er is een
heel monument omheen gebouwd (lees: Indianenmarkt) en je moet er zelfs voor
betalen. Maar goed, toch het spel maar even meegespeeld, al was het maar om de
benen te kunnen strekken tijdens de best lange autorit.
En je mag er ook al niet skateboarden.... |
Trouwens, vergeten te
vertellen dat we de dag ervoor nog op een bijzondere manier met de amfibische
eigenschappen van onze auto kennismaakten. Het had erg geregend in het gebied
van de Hopi waar we doorheen reden. Een tegenligger reed door een plas waardoor
er een flink watergordijn achter zijn voertuig uitwaaierde. Bert reed, niet
eens hard, ook door die plas. Dat bleek
geen plas te zijn maar een zwaar ondergelopen stuk weg….onze auto vloog er met
een klap in en werd onmiddellijk afgeremd. Gelukkig hielden we contact met het
asfalt, tenminste, dat denk ik, want we kwamen er heelhuids weer uit. Pfff….ook
weer overleefd…..
Om half zeven reden we de United Campground in Durango op. Brede stroken dik groen gras met ruime plaatsen maar desondanks wat weinig privacy. In de boom boven ons hing een wespennest, prachtig om te zien maar die wespen….dat bleek mee te vallen. Ze waren waarschijnlijk zo geschrokken van die vreemde buitenlanders dat ze zich niet vertoonden.
In deze boom hing het nest |
Terwijl we ons installeerden kwam er een stel aanlopen, zwaar hijgend onder de
last van volgepropte rolkoffers en tassen. Ze zetten geen tent op maar gingen
direct in het gras liggen bijkomen. Later sprak de man Bert aan, met een
onduidelijk verhaal over zijn vader die ziek was en in Mexico zat. Een soort
verkapt bedelen? We wisten het niet maar vonden het wel vreemd. Uiteindelijk
zetten ze helemaal geen tent op, die hadden ze namelijk niet. Ze sliepen op een
stuk plastic. Echt zwervers kon je ze niet noemen, maar het waren duidelijk ook
geen recreatieve kampeerders. This is America!
We maakten de laatste chili op, het naderende einde van de reis wordt nu ook onmiskenbaar zichtbaar door de geslonken etensvoorraad. We verdrongen die gedachte maar snel, soms ben je erg blij dat je over struisvogeltechnieken beschikt…..
We maakten de laatste chili op, het naderende einde van de reis wordt nu ook onmiskenbaar zichtbaar door de geslonken etensvoorraad. We verdrongen die gedachte maar snel, soms ben je erg blij dat je over struisvogeltechnieken beschikt…..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Leuk als jullie een reactie achterlaten!