woensdag 28 september 2022

Dag 33 – June Lake (Bodie)

Naar schatting ongeveer de helft van het terrein, dat totaal iets van 165 plaatsen heeft, was bezet door tenten. De andere helft door RV’s, in soorten en maten. Maar vanochtend was het zondag, en dan gaan er heel veel mensen terug naar huis. Wij niet, wij mochten nog een nachtje blijven. We waren dus benieuwd wat we aan zouden treffen het eind van de middag, als we weer terug waren van ons uitstapje.

Het doel van vandaag: een bezoek aan het spookstadje Bodie. Twaalf jaar geleden waren we daar ook. Toen vielen we, geheel toevallig, met de neus in de boter: het was kennelijk Memorial Day voor Bodie, en er liepen talloze mensen rond in de kleding uit eind 19e eeuw. Dat gaf het geheel een leuk authentiek namaaktintje, want geloof maar niet dat men er toen zo fris en vrolijk bijliep. Maar goed, het was aardig om te zien. Vooral Bert maakte veel foto’s, ik iets minder. Smartphones waren er nog niet of nauwelijks, in elk geval hadden wij gewone fototoestellen bij ons. Helaas werd dat van Bert de dag erop gestolen, op een camping iets ten noorden van Yosemite. Het hele verhaal is na te lezen op ons blog van 2010. Nu waren er slechts gewone bezoekers.

Het stadje is vergeleken met 2010 niet meer helemaal in oude staat, verschillende daken zijn inmiddels vernieuwd. Maar het overgrote deel is nog precies zoals het achtergelaten is in 1942, toen er voor het laatst naar goud en zilver gezocht werd. Het moet een keihard leven geweest zijn, ver van de bewoonde wereld. In de winter lag er meters sneeuw en er was geen enkele mogelijkheid tot veilig transport. Ook heel opmerkelijk: in het hele stadje is geen schaduw te vinden. Redelijk rampzalig in de hete zomers. Nu was dit een verlaten stadje, maar als je door dit land rijdt en met name door de Indian Preserves, kun je je niet aan de indruk onttrekken dat er nog steeds mensen zijn die in erbarmelijke omstandigheden leven. Al heeft iedereen tegenwoordig een smartphone en toegang tot internet, dat zegt verder niets over huisvesting en inkomsten. Ook de enorme afstanden spelen daarbij een rol. Soms moet men een halve dag rijden om ook maar in de buurt van een winkel of supermarkt te komen. Dat is meteen de reden dat de benzine hier vergeleken met bij ons goedkoop is. Hoewel ook dat aan het veranderen is, we kwamen al prijzen tegen van $7,50 per gallon waar het voorheen maximaal $4,50 was. Openbaar vervoer is echter absoluut geen optie, dat is er gewoon niet (behalve in de stedelijke gebieden).

Over vervoer gesproken, de wegen liggen hier bezaaid met stukken autoband. Ik heb er zeker al eens over geschreven, maar het blijft opvallen. Er worden hier kennelijk erg veel banden gecoverd en mijn boerenverstand zegt dat je er dan met de hoge temperaturen op kunt wachten tot dat misgaat.

Goed, we waren in Bodie en hebben daar zo’n twee uur rondgelopen. Bert ging met z’n foto’s in de herkansing, en ik kwam erachter dat het reuzegoed werkte als je je telefoon tegen een raam aandrukte om een foto te maken. Dan zag ik meer dan als ik er zelf doorheen probeerde te kijken. Nadat we genoeg gezien hadden reden we terug via Mono Lake. Ook daar waren we in 2010 al geweest, het verhaal wordt eentonig. Alleen duurde het deze keer even voor we de goede afslag gevonden hadden. Er was een parkeerplaats waar we $3 moesten aftikken voor een plekje. Natuurlijk. Money makes the world go round, nietwaar? De waterstand in het meer was ook hier dramatisch gedaald, goed zichtbaar door de peilstok waar het water niet eens tot de onderkant kwam. Het is een zoutmeer met een zoutgehalte dat twee maal zo hoog is als dat van de zee en meer dan een miljoen jaar oud. Het zoutgehalte is ontstaan doordat zouten en mineralen in water uit de bergen is meegenomen. Het zoete water verdampte, de rest bleef over. Wat het verder zo bijzonder maakt zijn de zogenaamde tufa’s, tufsteen torens van calciumcarbonaat die zich gevormd hebben. In en om het meer is heel veel leven te vinden, het stikt er van de vogels. De vorige keer waren er ook ontzettend veel meeuwen, die vermoedelijk een beetje in de war waren en dachten dat ze bij zee zaten. Hele kolonies, die er met groot genoegen voor zorgden dat alles van een witte ‘verf’laag werd voorzien. Nu zagen we er geen enkele. Verder herinnerde ik me dat er een wandelroute over een plankier was, maar ook dat zagen we niet. Goed, we maakten wat foto’s en reden terug naar de tent. Om er na een paar honderd meter achter te komen dat we nog een stukje verder door hadden moeten rijden voor de juiste afslag naar het Mono Bassin…Maar we geloofden het wel. We wilden lekker bij de tent zitten met ons glaasje wijn, voor het laatst zelf koken ook.

Onze buren waren vertrokken, en niet alleen zij, maar álle tenten waren weg! De RV’s en campers die nog over waren hoorden toe aan mensen die buiten de schoolvakanties langer weg konden. Helemaal alleen stond ons tentje ons dus op te wachten. Na het eten kregen we als toetje een fenomenale wolkenlucht te zien, werkelijk grandioos. Het vuur ging aan, wat niet eens echt nodig was want het was lang zo koud niet meer, en wij prezen ons gelukkig. Met deze reis, met een fantastische ervaring én met onze tent. Dat jullie het even weten.
























Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Leuk als jullie een reactie achterlaten!