Nadat er twee posts op het blog waren geplaatst en de tent was ingepakt reden we naar Mt Carmel, zo’n negen mijl verderop, om te lunchen bij Thunderbird. Daar hebben ze behalve heerlijke huisgemaakte pie ook gewoon lekker eten. Voor ze ons een tafel wezen vroegen ze of we vegetariër waren, dat heb ik hier nog nooit gehoord. Mooi dat daar aandacht voor is! Ik nam, voor het eerst dit jaar, een Reuben sandwich. Dat is pastrami met een beetje zuurkool en gesmolten kaas, op getoast bruin brood. Bert hield het bij een simpele hamburger. We namen twee stukken aardbeien-rabarberpie mee, konden we mooi als avondeten inzetten. Dat lijkt misschien weinig, maar het waren enorme stukken. Aan kleine porties doen ze niet.
Vlak voor je bij Page bent is er nog een klein Nationaal Monument, Toad Stools. We waren er al twee keer eerder maar sommige dingen kun je niet vaak genoeg zien (dat geldt voor heel veel moois hier). We parkeerden de auto, er stond nog één andere, namen een fles water mee en gingen op pad. Nou, dat viel niet mee. Het was echt weer 40+, en er was geen greintje schaduw. Net voor we bij deze wonderlijke rotsformaties waren, je moest daarvoor eerst nog een stukje klimmen, hielden we het voor gezien. Het was gewoon niet verantwoord. Dus liepen we terug, en dat was meer dan genoeg. In totaal hadden we er toch een half uurtje over gedaan en in die hitte is dat voor ons echt het maximum.
Daarna was het tijd voor een ritje langs het water en wat fotomomentjes. We zagen wel dat het waterniveau vele malen lager was dan normaal, maar er was toch nog wat blauws te zien. Ik wilde ook graag een foto maken van Lone Rock, die eenzame rots in het water. We konden er niet zo dicht bij komen als we wilden en het licht was ook niet goed, maar op de foto’s die ik gemaakt heb is te zien dat hij nu in een soort groen plasje staat, in plaats van in een azuurblauwe waterzee.
Lone Rock |
Om half acht waren we terug bij onze plek. De tent stond zo, en we hoefden er verder alleen maar slaapmatjes, slaapzakken en kussens in te gooien. Koken hoefde tenslotte niet. Voor de verandering stond er ook geen wind, meestal kwam die tegen acht uur in vol ornaat opzetten. Meer dan eens hebben we aan de tent gehangen om te voorkomen dat hij de lucht in zou vliegen. Niets van dat alles. Met een glaasje wijn en de overheerlijke pie genoten we van het uitzicht, het feeërieke van de vuurtjes en de lichtjes om ons heen en, wat later, van de prachtige wolkenlucht die voor de maan langsschoof. Voor de zoveelste keer zeiden we tegen elkaar hoe fijn we dat toch vinden, kamperen. Ook al was het nog steeds warm, zo’n 33 graden, we hadden het er graag voor over. Dan maar bovenop je slaapzak liggen en hopen dat het wat koeler wordt. Zo gezegd zo gedaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Leuk als jullie een reactie achterlaten!