Aan afvalscheiding wordt hier niet overal gedaan. Op mijn
vraag waar ik lege batterijen kon laten verwees de camphost van Green River
achteloos naar de gewone vuilcontainer. Toen ik navroeg of hij dat zeker wist haalde hij zijn
schouders op. Na hem de zondvloed, wat hem betrof. Hij bivakkeerde zelf in een
RV van een metertje of 15, voorzien van diverse uitschuifvertrekken, afgetopt
met de Amerikaanse vlag. Verder zeg ik er niks over hoor.
Met de batterijen maar weer in de tas, desnoods gooien we ze
in Nederland weg, zetten we koers naar Colorado Monument. Dat was slechts
anderhalf uur rijden. Redelijk vroeg in de middag kwamen we dus aan op de
Saddlehorn Campground, waar we net als twee jaar geleden op plek 72 onze tent
opzetten. Deze keer alleen niet op het daarvoor bestemde tentpad, maar op een
veel vlakker stuk tien meter verderop. Ook net als vorige keer stond er bijna
niemand, tenminste op de C-loop waar alleen tenten of kleine kampeerbusjes
kunnen staan.

Hierna reden we naar Grand Junction waar we in Main Street
wat wilden gaan drinken. Onderweg naar beneden (je moet een heel eind omhoog de
berg op) stond er opeens een groepje berggeiten hoog langs de weg. Ze bleven
zowaar stilstaan in fotogenieke houding waar we dankbaar gebruik van
maakten. We namen naar GJ niet Hwy 70,
maar reden Broadway Street af. Dat reed lekker rustig. We maakten nog een
ommetje langs het vliegveld van Grand Junction. Naar de counter van National
Car om precies te zijn, in de hoop dat ze mogelijk nu wél een Ford Explorer
voor ons hadden. Bert vond dat eigenlijk onzin, maar we vonden de Ford Escape
die een maatje kleiner is al zo lekker rijden twee jaar geleden en ik wilde
graag de grote broer eens proberen. Helaas pindakaas, niets voorradig. Mogelijk
kunnen we verderop in de reis nog een poging wagen, Montrose bijvoorbeeld waar
we morgen langs komen. Grand Junction zelf stelt qua centrum niet veel voor,
hoewel men erg zijn best heeft gedaan het een facelift te geven in de vorm van
allerlei kunstwerken in Main Street. Er zijn ook wel een paar aardige
winkeltjes, waaronder een schoenenwinkel waar ik de vorige keer al mijn slag
had geslagen. Dat was zo goed bevallen, die schoenen heb ik bijna geheel
versleten inmiddels, dat ik er nóg een paar van hetzelfde merk heb aangeschaft.
Wel een ander kleurtje natuurlijk. Daarna was het tijd voor de micro-brouwerij
waar Bert een donker biertje nam, nou ja, twee om precies te zijn. En ik was de
bob, dus water voldeed prima. Ze hadden de kaart vernieuwd en we deelden een
portie calamares in tempura en een spring roll met allerlei exotische
ingrediënten. De calamares waren de lekkerste ooit! Alsof de inktvis ter plekke
uit de zee was gehaald. Ironisch, want we zaten nog middenin woestijngebied.


Op de terugweg reden we de scenic drive vanuit Grand
Junction richting Fruita. Dat was nog iets van 40 kilometer, maar de avondzon
zorgde weer voor mooie kodakmomenten. Bij de tent dronken we een glaasje, aan
eten hadden we geen behoefte meer na het voortreffelijke maal vanmiddag. Het
werd tegen verwachting in helemaal niet koud, sterker nog, er leek een warme
golfstroom langs te komen. Dat maakte het heel aangenaam en we bleven nog een
tijd zitten lezen bij onze boeklampjes. Rondom ons was het weer aardedonker. We
waren één met de sterren, zo voelde het. Bijna alsof je een indringer bent. Een
oefening in nederigheid van jewelste...
 |
Een gepimpte piano in Grand Junction |
 |
Independence Rock, die elk jaar (o.a.) op 4 juli beklommen wordt. Ik moet er niet aan dénken... |
 |
Het hoge plateau is de Saddlehorn, we kampeerden aan de voet ervan |
 |
Een van de sanitairgebouwtes van de Saddlehorn campground, buitenkant.... |
 |
.....en de binnenkant. WC staat er net niet op. Maar alles even schoon! |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Leuk als jullie een reactie achterlaten!