zondag 21 juli 2013

Dag 13 - 19 juli: Bloomfield (Farmington) - Taos

Soms heb je geluk, soms heb je pech. Wij hadden van allebei een beetje aan het eind van de dag. Ik kom er straks op terug.

We vertrokken later dan gepland, rond 11.00. Dat had onder andere te maken met de trage en af en toe wegvallende internetverbinding waardoor het laden van de foto’s heel traag ging. Tot ik er een opmerking over maakte tegen de campingbeheerder, die onmiddellijk een reboot uitvoerde waarna de snelheid weer top was.

Vandaag wilden we eerst naar het Chaco Cultural Historic Park. Dat ligt aan de andere kant van de Bisti Badlands waar we gisteren waren. Om er te komen moet je over een dirtroad van 13 mijl. Je moet er wat voor over hebben nietwaar? Ach, we hebben wel voor heter vuren gestaan. Maar voor we bij deze weg aankwamen maakten we nog iets anders mee. Overal op de (snel)wegen zie je stukken autoband liggen die van – vooral – vrachtwagens afgevlogen zijn. We vroegen ons altijd af hoe dat zou gaan. Nu zagen we het met eigen ogen: de vrachtwagen voor ons verloor opeens de hele cover van een band! Een gevaarlijke situatie, gelukkig zaten we er niet vlak achter. Je moet er niet aan denken dat je zo’n stuk rubber tegen je voorruit krijgt.

Eenmaal op de dirtroad was het direct raak. Onze auto is er niet echt op toegerust maar het moet normaal gesproken kunnen. We hobbelden dus alle kanten op, dansten met auto en al achtereenvolgens de foxtrot, de tango en de vogeltjesdans terwijl de pannen achterin de muzikale omlijsting verzorgden door als steelband te fungeren. De stemming zat er al snel goed in! Het laatste deel van de weg lag er veel mul zand. Als dat nat wordt…..Ook was er een springschans van zand aangelegd, waarschijnlijk voor dappere lieden die wilden gaan sandboarden. We konden hem nog net ontwijken. Na negen mijl (!) stond er een waarschuwing: rij nooit op deze weg als het regent of gaat regenen! Heel fijn. En mooi op tijd. Wij blij dat de zon scheen!

Goed, na een vrolijke rit op de vieze weg haalden we bij het Visitor Centre een toegangskaartje. We kunnen nog de hele vakantie gebruik maken van onze pas van vorig jaar, die is namelijk dertien maanden geldig. Het kostte ons dus niets.
Na het verorberen van een broodje pastrami – vlees blijft echt heel lang goed in de koelbox mits je het ijs om de dag vernieuwt - met mosterd begonnen we aan de tour. Er is een route van negen mijl die je kunt rijden, daarbij kom je langs alle hoogtepunten.
De Chaco Canyon was tussen 800 en 1100 n C een belangrijk centrum voor de Pueblo-cultuur. Vooral op ceremonieel- en handelsgebied. Zij gebruikten bouwkundige technieken die uniek waren voor die tijd, zoals het construeren van massieve stenen gebouwen van vele verdiepingen met honderden kamers die veel groter waren dan toe dan toe het geval was. Alles was al van tevoren bedacht. Hun gebouwen werden in de vorm van een hoofdletter D neergezet. Het was sociaal gezien een bijzondere samenleving, een verzamelplaats van vele Indianenstammen om ceremonies, tradities en kennis te delen. Later trokken de bewoners weg, om elders een nieuw bestaan op te bouwen. Zoals de wolken drijven, zo drijft het volk ook. Daardoor kon er nog meer kennis gedeeld worden en vond integratie plaats met andere stammen.

We keken eerst naar een film in het Visitor Centre, maar die was zo ontzettend traag dat we halverwege opgestapt zijn. De gebouwen zijn nu natuurlijk tot ruïnes verworden, maar toch kun je je een redelijk beeld vormen van het dagelijks leven in die tijd. Het is een enorm complex, je moet er echt de tijd voor nemen. En natuurlijk is het een fantastisch archeologisch onderzoekscentrum, vele studenten dragen hun steentje bij aan het ontrafelen van de geheimen van de Pueblo-cultuur. Maar álles zullen ze nooit te weten komen.


Stiertje op Vieze Weg

































Na een grondige verkenning van dit bijzondere monument gingen we op weg naar Taos. Dat zou nog ongeveer vier uur rijden zijn. Bij het wegrijden uit Chaco zagen we al een hele donkere lucht, dus ik moedigde Bert zeer aan flink de sokken erin te zetten op de dirtroad. Want als je daar vast komt te zitten kun je het wel schudden. En precies toen de weg weer in asfalt overging vielen de eerste druppels naar beneden. Mazzel!
Het weer werd steeds slechter. Zagen we in het begin slechts aan één kant zwart, al gauw trok het helemaal rondom dicht. Inktzwart, dat zie je niet vaak.





We reden een gebied in dat je kunt vergelijken met bijvoorbeeld Auvergne in Frankrijk. Ondanks dat het inmiddels erg hard regende genoten we toch erg van de omgeving. We kwamen door hele kleine dorpjes waarvan een de spannende naam Coyote droeg. Stelde niets voor natuurlijk. Opeens zag ik een tegenligger heel langzaam gaan rijden en daarna dat hij door een vrij diepe wash moest. (Een wash is een punt in de weg waar zich bij regen opeens veel water verzamelt zodat je goed uit moet kijken of je er nog doorheen kunt). Wij minderden dus ook maar snel vaart, en dat was maar goed ook want je wordt ineens enorm afgeremd. Na deze wash volgden er nog vier, toen reden we gelukkig weer omhoog en was het probleem opgelost. Tot we een eind verderop allemaal troep op het wegdek zagen liggen. We waren inmiddels op een grotere en drukkere weg aanbeland. Bij nader inzien bleek dat te komen van de bovenliggende hellingen, het spoelde gewoon weg. En nog even verderop was de hele weg geblokkeerd door politie en werklui die met shovels de weg weer vrij probeerden te maken.



Er was gewoon een halve berg naar beneden gekomen! Na een kwartiertje mochten we er gelukkig weer door. We reden spoorslags naar Taos, en het laatste deel van de weg langs de Rio Grande was ontzettend mooi! Zelfs met dit weer. We zagen wel dat alle campgrounds langs de rivier afgesloten waren en gezien het onweer overal om ons heen namen we onze toevlucht tot een hotel. Daar komt dan de pech op de proppen: er was een groot feest in Taos, het jaarlijkse Fiësta, en bijna alles was vol. Bovendien rezen de prijzen de pan uit. Bij het Super 8 hotel hadden ze nog een kamer. Voor $149 wel te verstaan. Nu zijn het daar altijd hele simpele kamers, vallende onder de noemer ‘budget’. Ik zei dus dat we dan toch wel de tent op gingen zetten. O, wat jammer, was $139 dan ok? Nee ook niet. $129? Nee. $119? Tot ziens! $99? Tja, en toen gingen we overstag. Dat was dus het geluk dat we hadden! Na een matige warme hap bij wel een heel leuk en karakteristiek Mexicaans restaurant, Guadalajara Grill (daar moet je natuurlijk heen als je dochter een half jaar in die plaats gewoond heeft), was de dag voor ons voorbij.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Leuk als jullie een reactie achterlaten!