vrijdag 19 juli 2013

Dag 12 - 18 juli: Bisti Badlands

Bisti Badlands is Indiaans (Navajo) grondgebied. Het is moeilijk begaanbaar, er zijn geen trails uitgezet. Je moet dus zelf – na een gedegen voorbereiding – heel goed weten hoe en waar je wilt gaan lopen. Op internet is veel informatie te vinden, en ik had speciaal voor dit soort tochten Maverick op mijn telefoon geïnstalleerd. Dat is een tracking app met GPS. Thuis had ik alle coördinaten al ingevoerd – heel fijn dat mensen die willen delen via internet – en er ook wat mee geoefend tijdens een wandeling in Nederland.

We hadden al besloten nog een nacht op de camping in Bloomfield te blijven. Het beviel eigenlijk heel goed, de hele dag lekker schaduw doordat we precies goed onder een hele grote boom stonden waar de zon mooi achterlangs draaide en dan die douches…




Bovendien lag het heel gunstig voor het vervolg van onze reis.
Na een traag ochtendritueel, het is tenslotte vakantie, reden we naar de zuidelijke parkeerplaats van Bisti. We waren niet de enigen; er waren nog twee auto’s. In dit gebied komen naar schatting jaarlijks maar een paar duizend mensen dus de kans dat je iemand tegenkomt is klein. Voldoende water, bescherming tegen de zon en vooral een kompas, dat zijn cruciale zaken. Ik had dan ook, naast de geheel opgeladen smartphone, een ouderwets kunststof kompas meegenomen. Een jaar of dertig geleden gekocht, toen we veel in Noorwegen liepen. Je weet maar nooit met al die kwetsbare digitale apparaten, het ouderwetse handwerk geeft toch meer zekerheid.
Het kompas gaf keurig de richting aan toen we van start gingen, eerst in westelijke richting. Een klein stukje lopen, zonder rugzak. Daarna zouden we die uit de auto halen en ons opmaken voor het zwaardere werk.

Het was een soort maanlandschap, althans, zoals ik me dat voorstel. De kleuren, de vormen, onwezenlijk gewoon. We maakten een ommetje, liepen terug naar de auto en pakten de spullen voor de langere tocht. Even het kompas er weer bij. Wat denk je: naald eraf gebroken! Zo schiet het niet op natuurlijk. Nu moesten we dus toch vertrouwen op de gsm, en vooral op de accu daarvan.
Het kwam allemaal goed. We sjouwden een flink stuk weg, op zoek naar de Cracked Eggs, die ik als Waypoint in mijn telefoon had opgeslagen. Nou ja, die hebben we uiteindelijk toch niet gevonden.Dat lag niet aan de gsm maar aan mijn onervarenheid met dit systeem van navigeren en het slechte zicht op het schermpje door de zon. Bovendien had ik de netjes uitgeprinte kaart gewoon thuis laten liggen...over goede voorbereiding gesproken! We wilden dus niet zomaar wat gaan dwalen maar probeerden steeds goed in de gaten te houden waar we vandaan kwamen. Het lijkt allemaal zo op elkaar dat je echt heel makkelijk verdwaalt. Verder was het erg heet, ruim 380 C en na een paar uur lopen vonden we het tijd om terug te gaan. Jammer van die eieren? Ja en nee. We hadden een schitterende tocht, je loopt helemaal alleen in een fabuleus landschap. En het is een goede reden nog eens terug te gaan!




























Natuurlijk is het jammer dat we ze niet gevonden hebben, we zaten er nog maar een kilometer vanaf volgens de gps. Maar al het moois dat we wél zagen vergoedde dat ruimschoots.
Op de terugweg moesten we een paar keer over een waterstroom(pje) springen. Dat zag er allemaal redelijk onschuldig uit, maar zodra je een voet in de buurt van de geul zette brak de rand af, of zakte je weg in de modder. Het gebeurde ons allebei: Bert zakte echt met beide voeten erin, ik kon me nog net redden maar pakte daarbij een struikje vast. Dat vol zat met kleine, fijne doch venijnige naaldjes. Mijn handen zaten er onder, en mijn rechterbeen ook. Ze lieten zich wel weer makkelijk verwijderen maar het bleef nog een hele tijd branden. (Iemand van het AA-forum is volgens mij ongeveer hetzelfde overkomen, met een cactus meen ik, en duizenden naaldjes….Martin??)




Maar goed dat we vijf liter water meehadden!

Terug bij de auto gaf mijn gsm aan dat we ruim tien kilometer gelopen hadden. Toch nog.
Voldaan reden we terug. Onderweg wilden we nog wat boodschappen doen, maar tot ver in Bloomsfield was er geen enkele supermarkt. Net voordat we bij de afslag van de camping waren zagen we een Dollar General. Daar konden we de meeste dingen kopen (Marianne, bedankt voor de tip over het wasmiddel op het forum!). Maar geen verse groente te bekennen. Bij de kassa vroegen we het na. Misschien ergens anders in de buurt? De dames achter de kassa keken elkaar eens aan, vragend, zo van ‘weet jij iets? Nee, niets.’ Het was duidelijk een hele vreemde vraag. Een indiaanse van zeker honderd jaar, die achter ons stond, wist wel dat er ‘ergens, op woensdag of zo’ iets was. Daar schoten we niet veel mee op. Dan maar aan het blikvoer vanavond. 
We reden terug naar de camping. Opeens zag Bert een Farmers Market: daar hebben ze altijd vers fruit en verse groenten! Met een paar zakken vol vitamientjes togen we huiswaarts. Waar we als eerste, natuurlijk, gingen douchen!

2 opmerkingen:

  1. Wat leuk om jullie te volgen! Ik doe al weer veel ideeën op voor een volgende reis! Nog veel plezier!

    Marianne

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Bert en Saskia, wat een prachtige verhalen! Leuk om jullie te volgen! Het was Rudi (Kalaman) die met zijn hand in de cactus zat daar.. Op 10 april.

    Sabrina (AA)

    BeantwoordenVerwijderen

Leuk als jullie een reactie achterlaten!