In Nederland kun je op je wc een apparaat laten installeren
dat eerst spoelt met water, zoals een ouderwets bidet, en daarna warme lucht
blaast zodat je geen wc-papier meer nodig hebt. Een föhn voor je billen, zeg
maar. Nu weten we langzamerhand wel dat die Amerikanen niets te dol is, maar
soms overdrijven ze wel erg. Op de meeste campgrounds waar we gestaan hebben
waren zogenaamde ‘vault toilets’ geïnstalleerd, composttoiletten. De werking
ervan is zo dat alles in een grote ruimte onder de (plastic) wc-pot opgevangen
word waarna het door een natuurlijk systeem tot compost verwerkt wordt. Daarbij
is luchtcirculatie essentieel. De opvangkamer onder de toiletten is daartoe
voorzien van grote luchtgaten, met een ontluchtingspijp naar boven, een kleine
schoorsteen zeg maar. Aan de zijkant zitten ook nog ventilatieroosters naar
buiten. Gevolg van dit alles is dat het enorm kan waaien in die wc’s, de wind
heeft vrij spel. Meestal heb je daar geen last van, maar het op het terrein
waar we vandaag terechtkwamen leek het alsof ze de ventilatie nog wat extra
aangezet hadden, met als gevolg dat je zo ongeveer van de pot geblazen werd….je
mag dan toch hopen dat je geen verstoorde darmwerking hebt. Wat er dan gebeurt
laat zich raden….en dat alles gratis en voor niks, geen installatie voor nodig!
Goed, we reden vandaag weer een stuk richting Denver om uit
te komen in Redstone. Die naam was niet toevallig: allemaal rode rotsen in het
overigens lieflijke berglandschap. Op een voornamelijk door campers bewoonde
campground hadden we een goede, zeer ruime plek.
Onderweg reden we langs een leeg stuwmeer |
Wat 'n uitzicht! |
En ze hadden douches! Op
zonne-energie. Nou, aangezien die zon hier goed z’n best doet leverde dat een
gloeiend hete waterval op. Heerlijk! We kookten pasta met tonijn en zijn nu
bijna door alles heen. Bert’s gevecht met de blikopener is dus ook ten einde.
Ik was namelijk vergeten zo’n ding op de kampeerlijst te zetten dus kochten we
er hier een. De goedkoopste, hij moest toch achterblijven. Alleen deed hij het
héél slecht en kostte het soms een kwartier om een blikje open te krijgen, áls
het al lukte. Toch maar een andere – ook redelijk goedkope – gekocht, zo’n
wrikding waarmee het altijd lukt. Behalve met deze dan. Na eindeloos gedoe had
Bert een gat weten te maken ter grootte van een ouderwetse rijksdaalder. Maar
goed, we konden de inhoud eruit pulken. Vandaag zette Bert de oudste opener
toch nog even op het blikje tonijn, en wat denk je: als een tierelier draaide
hij de bovenkant eraf…
Vlakbij Redstone stuitten we op een serie coke-ovens in de
vorm van bijenkorven. Heel bijzonder om te zien. Hierin werd vermalen steenkool
verhit in een dichtgemaakte en dus zuurstofvrije oven tot het cokes geworden
was. Dit proces heet droge destillatie. We hebben het hier niet over heroïne,
voor de duidelijkheid! Op de foto’s bij de ovens zag je wat voor een vreselijk
werk dat geweest moet zijn, al die kolen erin scheppen en later weer eruit hakken.
Geldt voor het hele mijnwerkersvak natuurlijk. Je vergeet het als je door zo’n
mooi landschap rijdt maar het was bepaald geen makkelijk leven voor de mensen
hier.
Morgen de laatste kampeernacht!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Leuk als jullie een reactie achterlaten!