Vandaag heb ik mijn enkel voor 95% genezen verklaard. Tien
dagen na dato.
Na het ontbijt deden we eerst de afwas van gisteravond,
daarbij enorm geholpen door het schuursponsje dat Martin en Marianne ’s
ochtends vroeg onder een steen op onze tafel hadden gelegd. Ons eigen exemplaar
ligt namelijk thuis ergens te jammeren in het achtergelaten afwasteiltje.
Gelukkig had zowel Martin als Marianne er een in de bagage gestopt zodat zij
dubbel voorzien waren en er best een wilden missen. Marianne’s wandelstokken
lagen er ook bij voor mij, ik had namelijk aangekondigd voor het eerst weer een
langere wandeling te willen maken: de Grand Wash Trail. Dat gingen zij ook
doen, maar Marianne kon wel zonder.
Wij vertrokken uiteindelijk pas om half één, lekker op het
heetst van de dag. Nu viel het mee met de temperatuur, het was iets van dertig
graden, maar de zon kan hier dan toch ongenadig branden. We smeerden ons dus
goed in en gingen op pad. Dat pad, dat wisten we van een eerdere ervaring, is
behoorlijk vlak met een hoogteverschil van 60 meter over 3,2 km. Je loopt in
een rivierbedding en deels tussen hoge rotswanden door, toepasselijk The
Narrows geheten.
Het viel niet tegen. Sterker, het viel mee. Ik had helemaal
nergens last van en liep in normaal tempo de tocht van in totaal 6,4 km uit. Ondanks
het middaguur was er voldoende schaduw zodat we af en toe even konden pauzeren
om wat te drinken. En hoewel het erg rustig was kwamen we toch hier en daar wat
mensen tegen. Tegelijk met ons startte ook een groepje, een man van middelbare
leeftijd met in zijn kielzog twee jonge, sportieve meiden en een jongere man.
Meneer middelbaar vond zichzelf kennelijk heel belangrijk. Hij hield de hele
tijd een selfie-stick in de lucht, voor het geval het gezelschap hem eens kwijt
mocht raken (dat is hier onmogelijk). Op een goed moment, toen hij zich weer
eens omdraaide om te zien of zijn gevolg nog in zicht was, riep een van de
dames uit ‘we lopen vlak achter je hoor!’. Bij elke hoek stopte hij om, niet
gehinderd door enige kennis van zaken, een lezing te geven over iets wat hij
zag. Bijvoorbeeld over iemand die zijn naam in de rots gekrast had, dat zou
vast en zeker een petroglief (rotstekening) kunnen zijn. Ook al stond er gewoon
‘Johan’. Hilarisch. Elke keer dat wij ze passeerden – of zij ons, wij stopten
vaak om rond te kijken en foto’s te maken – vroeg hij hoe ver het nog was. Op
het laatst was ik er zo klaar mee dat ik zei ‘geen idee’. De volgelingen keken
inmiddels allang verveeld om zich heen. Na ongeveer een uur gelopen te hebben
viel het me op dat we ze niet meer zagen. Wat denk je: omgekeerd! Te ver…
Na
tweeëneenhalf uur waren we weer terug bij de auto. Missie volbracht!
Nu hoefden we alleen nog maar even nieuw ijs voor in de
koelbox te halen, wat we deden in Torrey. Daarvoor moet je een heel stuk
westwaarts rijden maar o, wat is dat de moeite waard! Rode rotsen in allerlei
vormen en kleuren die in de lage zon steeds intenser van kleur werden.
Bij de tent schreef ik nog wat aan het blog terwijl Bert aan
het lezen was. Daarna maakte ik een pittige mangosalade voor ons bezoek en dat
diende zich al snel aan. Tja, wat moet ik daarvan vertellen? Het was wederom
een geweldige avond waarin allerlei onderwerpen aan de orde kwamen, van de
Amerikaanse staatsschuld tot de uit de pan rijzende huurprijzen van woningen in
het westen van Nederland. Na het eten zaten we nog lang bij het vuur te
kletsen, de avond kon niet meer stuk.
Martin en Marianne, bedankt voor jullie inspirerend
gezelschap! Voor de meelezers verwijs ik graag naar hun blog, waar Martin met een portie
ongelooflijk droge humor hun wederwaardigheden in Amerika beschrijft:
martinenmarianne2019.blogspot.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Leuk als jullie een reactie achterlaten!