zaterdag 27 augustus 2022

Dag 2 – donderdag 25 augustus: Las Vegas

Ik schrok wakker na een diepe slaap. Een blik op de wekker op het nachtkastje liet me nog meer schrikken: half elf! Dan had ik meer dan 14 uur geslapen, kennelijk was dat nodig geweest. Maar…er klopte iets niet, het was nog donker. Het duurde even voor het tot me doordrong: ze werken hier natuurlijk niet met de 24 uurs tijdnotatie. Het was dus gewoon nog avond, en ik had iets van drie uur geslapen.

Op een redelijk normale tijd waren we uitgerust genoeg om de dag te beginnen. Allereerst naar de eetzaal, met gevoel voor understatement ‘Garden Court’ geheten, geen sprietje gras te zien. Ook daar bleek corona echter voor aanpassing te hebben gezorgd. In plaats van drie maal per dag een buffetronde, te weten ontbijt, lunch en diner, was dat nu aanzienlijk ingekrompen. Brunch van 8 tot 2 en voor het diner gingen ze slechts in het weekend open. Uiteraard waren ook de prijzen aangepast, van $10 naar, jawel, $24 pp excl. tax en tip. Toe maar. Dat kon voor ons niet uit, we kunnen nu eenmaal niet zoveel meer verstouwen, maar deze ochtend gaven we ons toch nog maar een keertje gewonnen. Een echt alternatief was er ook niet.


                       

Om een uur of een reden we naar de Walmart om de gebruikelijke inkoopronde te doen. Dat gaat altijd in tweeën, eerst alle kampeerspullen zoals brander, rotspennen, onderzeil voor de tent, handdoeken etc., en daarna alle proviand zodat we de komende weken alleen nog maar verse groenten, fruit en brood hoeven te kopen. We liepen, dat kun je wel zeggen, kilometers. Hadden we bijna alles in de kar, toch nog iets vergeten waardoor we opnieuw de hele winkel door moesten. Onze stappenteller zou ontploft zijn, gelukkig hebben we die niet zodat we ons daar ook geen zorgen over hoefden te maken. De prijzen daarentegen deden dat wel, je kunt rustig zeggen dat die zeker 50% gestegen waren vergeleken met drie jaar geleden. We besloten ons er maar niet druk over te maken, had ook geen enkele zin natuurlijk.

Bij de kassa wilde ik betalen met mijn Wise Creditcard. Dat is een debetcard waar je je geld in vreemde valuta op kunt storten, zodat je maar één keer transactiekosten betaalt. Daarna kun je er overal in de valuta van het land waar je bent mee betalen. Bovendien is de wisselkoers uitermate gunstig. In Noorwegen hebben we er alles mee betaald, ideaal. Dus was het logisch om dat voor ons verblijf hier ook toe te passen. De eerste keer dat we er iets mee afrekenden was bij de bar in het hotel. Probleemloos. De brunch wilde ik er ook mee afrekenen. Pincode ingetoetst, geweigerd. Wat?? Nog een keer, en nog een keer. Noppes. We betaalden maar contant, gelukkig hadden we nog wat overgehouden van onze reis in 2019. Het zou wel aan hun systeem liggen dachten we, dus bij de Walmart probeerden we het opnieuw. Weer mis. Het begon vervelend te worden. Omdat je nooit op één paard moet wedden gooiden we onze ING kaart in de strijd, en die werkte wel.

De auto is voorzien van een voortreffelijk navigatiesysteem. Het had ons moeiteloos naar onze bestemming gebracht. Toen we terug wilden pakte hij het helaas niet, dus reden we maar op goed geluk een kant op. We hadden ook de navigatie op mijn telefoon erbij gepakt maar die liet het eveneens afweten. Na een mijl of wat sprong het systeem opeens aan. We bleken totaal de verkeerde kant op gereden te zijn. In het hotel, het was inmiddels bijna vijf uur, schoven we maar meteen aan in het Triple 777 restaurant voor de allereerste echte hamburger. Deze plek, met een eigen brouwerij, is echt een aanrader voor wie niet tegen teveel prikkels kan. Er hingen negen televisieschermen rondom de eetzaal die om het hardst probeerden je aandacht te krijgen. Het was een grote, heel hoge ruimte met zeker honderd tafels. Iedereen schreeuwde omdat ze elkaar anders niet konden verstaan. Je kon er wel gek van worden. Ik besloot dat niet te doen en het te beschouwen als een goede oefening om prikkels te negeren, en tot mijn verbazing lukte dat. De hamburgers waren perfect.

Tja, en toen vielen we alweer om. Zin om nog even naar de Fremont Street Experience te gaan hadden we niet, we hadden het wel gezien. Dat gold eigenlijk voor alles hier. Goed beschouwd is dat hele Las Vegas een uitermate treurig gebeuren. Je zou je diep moeten schamen dat je zo’n oord uit de grond hebt gestampt midden in de woestijn, ten koste van de water- en elektriciteitsvoorzieningen voor de hele regio, en in deze tijd al helemaal. Dus cancelden we de laatste nacht, boekten iets wat een Cowboy Cabin heette op een camping vlakbij Cedar City. We informeerden onze vrienden daar dat we een dag eerder onze slaapzakken op zouden komen halen (die stonden al klaar bij hen onder de porch) en deden de ogen dicht.











vrijdag 26 augustus 2022

Dag 1 – woensdag 24 augustus: Amsterdam – Las Vegas


Een duur hotel is aan mij niet besteed. Stel je voor, heb je een klein vermogen betaald voor alle mogelijke luxe en lig je de hele nacht te woelen omdat je niet in slaap kunt komen. Precies daarom was ik blij dat het weer gelukt was voor een redelijk bedrag, ruim onder de €100, een superior kamer te boeken bij Hotel Schiphol. Het Ibis, toch een paar klassen minder, was duurder. Kwestie van op tijd (annuleerbaar) boeken. Het was er superschoon, heerlijke douche en dito bed. Alleen lag ik ook hier uren wakker vannacht. Toen er een wekker ging was ik dan ook behoorlijk chagrijnig, welke idioot laat er nu midden in de nacht een wekker afgaan? Ikzelf dus. Kennelijk was ik toch weer in een diepe slaap gevallen, en omdat we rustig aan wilden douchen en ontbijten hadden we besloten om zes uur op te staan. Ach, en als je dan eenmaal op gang bent gaat het allemaal wel weer. De koffie bij het ontbijt was uitstekend, er was roerei en veel vers fruit, Bert deed zich tegoed aan wentelteefjes en zo konden we de dag goed starten.

Gisteravond hadden we al een bagagekarretje mee naar de kamer genomen, daar paste zowaar alles op. De shuttle reed exact om 8 uur weg en iets voor half negen konden we beginnen aan het spannendste deel van de reis: het overleven van de rijen op Schiphol. Bij vertrekhal twee was het, je gelooft het niet, bijzonder rustig. Een medewerker vroeg of we de strijd met de bagage-automaten wel aan wilden gaan, of liever naar de balie om de tassen af te geven. Er stonden maar een paar mensen. Dat laatste deden we, en hoewel we toch een minuut of tien moesten wachten ging het daarna snel. Het meisje achter de balie was heel geïnteresseerd in onze reis: ‘u gaat vast niet naar Las Vegas om te feesten!’ en zal nu waarschijnlijk gaan sparen om ook eens zo’n trip naar het zuidwesten van de VS te maken. ‘Maar dan wel in een camper hoor!’ We konden een glimlach niet onderdrukken en wensten haar op voorhand een mooi avontuur toe. Bij de security stonden wel aardig wat mensen in de rij, maar in tegenstelling tot de horrorverhalen over urenlang wachten en net wel of net niet je vlucht halen waren we er in een half uur helemaal doorheen. Het enige oponthoud wat we hadden was dat Bert dubbel gecontroleerd werd. Als voormalig hippie wordt hij er toch altijd weer uitgepikt, terwijl hij speciaal hiervoor nog naar de kapper geweest was. Je kunt tegenwoordig alles in je bagage laten zitten, inclusief je flesje water. Maar je moet wél je zakken leeghalen. En tja, als je daar een papieren zakdoekje in laat zitten ben je het haasje. Keurig kapsel of niet.
                                
Als je het zo ziet valt het eigenlijk best mee, de hoeveelheid bagage.
Tent, slaapzakken, slaapmatten, kookspullen, en o ja, ook nog wat kleren

Bij Gate 3 waren ze goed ingericht op een groot aantal passagiers. Er stonden welgeteld 24 stoelen. Hoeveel mensen passen er in een Boeing 787-9? Juist. We namen dus onze toevlucht tot de wachtruimte bij gate D5, daar zou een vlucht naar Curaçao vertrekken. We zaten daar lekker rustig te lezen en te schrijven, toen er een zeer kinderrijke familie plaatsnam op een paar rijen achter ons. Er waren een paar wat oudere kinderen, zo tussen 9 en 12 schat ik, en een paar veel jongere. Een jongetje van een jaar of twee rende steeds weg om tussen de voortsnellende mensen te verdwijnen waarna de vader hem achterna rende en hem weer op een stoel pootte. Daar bleef hij dan precies dertig seconden zitten waarna het tafereel zich herhaalde, onder veel geschreeuw en gegil. Ook was er een meisje van een jaar of vijf dat zich behoorlijk vrijpostig rond onze stoelen en onze bagage bewoog. Op een goed moment gooide ze een van onze tassen van de stoel op de grond, en even later duwde ze een koffer ondersteboven. Bert, die zich normaal gesproken vrij afzijdig houdt van zulke dingen, stond op en beende op hoge poten naar de vader om hem te vragen zijn dochter tot de orde te roepen. Vader vroeg ‘wat doet ze dan?’ en leek niet zo onder de indruk. Maar kennelijk had het toch geholpen want daarna hebben we geen last meer gehad. Of zou het komen omdat inmiddels de grote wachtruimte bij de gate open was, en we ons daarheen verplaatsten?

Het boarden ging vlot. We zaten in een rijtje van drie in het midden. Het interieur zag er gloednieuw uit, de stoelen zaten goed en er was een meer dan uitstekend entertainment systeem. Zelfs de lampjes boven je hoofd kon je via het aanraakscherm regelen. De vlucht zelf verliep rustig, nauwelijks turbulentie. Het eten was echt lekker, ik had pasta arrabiata en die smaakte precies zoals het moet. Na een uurtje of vijf vliegen kwam er een sandwich met brood van Carl Siegert, met Beemsterkaas en tomatenspread. Toen er anderhalf uur voor de landing wéér een complete maaltijd kwam hebben we vriendelijk bedankt, dat is voor ons echt teveel van het goede.



Zit je lekker? Ja hoor, prima!


Joyce, deze is voor jou! (alleen voor insiders)
                                                    
Precies volgens schema landden we op Las Vegas Airport. En, het klinkt bijna te mooi om waar te zijn, maar binnen een half uur waren we ook door de security! Er werden geen vingerafdrukken meer genomen, en ook geen vragen gesteld, dat scheelde enorm natuurlijk. We hadden op het formulier dat we in het vliegtuig kregen wel netjes aangegeven dat we een kilo kaas bij ons hadden. Dat was maar goed ook, want de hash-hond werd door een uiterst vriendelijke dame op onze bagage losgelaten (die bagage hadden we óók al binnen een paar minuten van de band kunnen halen). Ze was heel geïnteresseerd in onze plannen, en vroeg vriendelijk of we iets van etenswaar bij ons hadden. Op onze bevestiging verwees ze ons naar een douanier die ons weer doorstuurde naar een ruimte waar al onze bagage door een scanner ging. De enige andere persoon die datzelfde lot onderging was onze buurman uit het vliegtuig. Hij had bloembollen mee. Goed, alles was snel in orde bevonden en om iets over drieën liepen we richting shuttle die ons naar Hertz moest brengen. Daarmee kwam het allerspannendste deel van de reis in zicht.

Door alle aanwijzingen op het Alles Amerika Forum te volgen had ik bij Hertz een bepaalde status verworven waardoor we direct naar de garage konden en uitzoeken wat we wilden, in een bepaald aantal vakken. We hadden op papier een compacte sedan gehuurd, maar vanwege die status was de keuze veel groter en kwamen we zeker een paar klassen hoger uit. Nu stond er best het een en ander zoals een Chevrolet Equinox, hele fijne auto maar zonder 4WD of AWD (All Wheel Drive), en dat wilden we beslist gezien de gebieden die we gingen doorkruisen. Alleen een Nissan Rogue voldeed daaraan, maar die was niet al te groot. Ik vroeg een zogenaamde greeter of er niet iets anders was, maar hij wist niet eens wat 4WD betekende. Tja. Toch maar even naar de counter, waar een hulpvaardige dame meeliep en zelfs belde met de baas om te vragen of de BMW die we op het oog hadden mogelijk tóch uitgerust was met zo’n voorziening. Nee dus. Wat nu? We besloten toch maar voor de Equinox te gaan. Net toen we de bagage erin wilden zetten kwam er een auto aan met een greeter erin, een andere, en ik deed mijn verhaal opnieuw. Geef me een paar minuten, zei hij, en enkele ogenblikken later kwam er een zwarte, bijna fonkelnieuwe Ford Edge aanstuiven. Neem deze maar! Allemachtig, wat een wagen. Daar kunnen we thuis alleen maar van dromen. Nog geen vijf maanden oud en 16000 mijl op de teller….

Iets over vijven liepen we het hotel binnen. Aan de bar namen we een drankje – en constateerden dat het hier echt helemaal verkeerd gaat: in plaats van glas kregen we dat nu in plastic. Idioot.

Dat gezegd hebbende sloten we de dag af. Het was zeven uur ’s avonds en het licht ging uit.









dinsdag 23 augustus 2022

Dag 0 – dinsdag 23 augustus: Groningen – Schiphol (hotel Schiphol, Van der Valk)

Om ons goed voor te bereiden op de hoge temperaturen in Las Vegas en omstreken werden we in de trein vast in een zweethut gegooid. Je weet wel, zo’n ritueel waarbij je onder snoeihete temperaturen en in het stikkedonker tot jezelf moet komen, gereinigd en al en als het een beetje meezit ook opnieuw geboren. Nou, de NS had het vast en zeker goed met ons voor want in de eerste klas coupé waar we inzaten, een luxe die we ons permitteerden om genoeg plaats te hebben voor de best belachelijk grote hoeveelheid bagage, deed de airco het niet. De ene na de andere medereiziger verdween puffend en steunend naar het tweedeklas gedeelte waar de temperatuur zowat onder nul lag. Omdat het werkelijk onverantwoord heet aan het worden was gooide ik er maar een paar twitterberichten uit met bovenstaand verhaal in de hoop dat iemand er iets aan zou kunnen doen. Ik was al op zoek geweest naar de conducteur, maar die was in geen velden of wegen te bekennen. Al snel kreeg ik een reactie: ‘dat is wel zonde. Gelukkig heb je een koelere plek gevonden. Ik heb hier meteen een melding van gemaakt.’ Even later gevolgd door ‘mocht het echt te heet worden, dan zou ik je willen verzoeken de conducteur aan te spreken. Deze kan de trein stoppen als het niet meer veilig is om nog door te rijden. De temperatuur wordt per coupé geregeld, dus je zou op dit moment ook een andere coupé kunnen opzoeken’. Daarbij geheel voorbijgaand aan het feit dat ik nog steeds in de 1e klas zat, de 2e klas vol was en er bovendien geen conducteur te vinden was. Maar kennelijk was er toch iets in gang gezet, want ongeveer bij Almere kwam er opeens een aardige controleur binnen die eerst probeerde de zaak aan de praat te krijgen, wat niet lukte, en toen met een doodeenvoudige en uitstekend werkende oplossing kwam: hij zette twee ramen tegen elkaar open. Met een speciale sleutel, want het is natuurlijk niet de bedoeling dat je zelf aan die raampjes gaat zitten prutsen. Opgelost!

Vlak voor Schiphol bleef de trein nog even staan, seinstoring. Terwijl we al met een man of 10 in het bloedhete halletje – daar konden geen ramen open - stonden te wachten. Gelukkig duurde dat niet al te lang, en een medereiziger had intussen de tijd te baat genomen om ons te vragen of hij even kon helpen met mijn trolley. De Stadskanaalster Sportclub liet dat niet op zich zitten en ontfermde zich op voorhand over alle andere bagage. Aangezien bij volwassenheid hoort dat je ook hulp aanneemt als dat nodig is (in plaats van puberaal alles zelf willen doen, ik wijs hierbij helemaal niet naar mijn echtgenoot) stond onze bagage snel op het perron. We konden direct door de lift in en naar de shuttle van het hotel. Ook daar was een aardige jongeman die de zwaarste twee tassen voor ons de bus in tilde en later er ook weer uit zodat we uiteindelijk zonder al te veel gesjouw onze hotelkamer konden betrekken.

Voorafgaand aan dit alles hadden we al heel wat hoofdbrekens gehad over ons verblijf in Cedar City, bij Carmen en Troy. Ik schreef al in mijn eerste post dat Carmen corona had, nu bleek – uiteraard – ook Troy besmet. Je kon erop wachten. Maar het stelde ons wel voor een probleem. We wilden absoluut niet bij hen thuis bivakkeren, met alle risico’s van dien. Wat dan wel? Na een zoektocht op internet kwamen we uit bij een RV-camping die ook een cowboy-cabin aanbood. In de bergen maar toch vlakbij het stadje. Heel basic, maar goede bedden, tafel en stoelen en natuurlijk airco. Je kunt daar echt niet zonder. Lang verhaal kort: we hebben twee nachten geboekt. Dan blijft er nog één nacht in te vullen en dat zien we dan ter plekke wel. Carmen was dolgelukkig, zij wist ook niet meer hoe ze het op moest lossen. Nu kunnen we ergens buiten afspreken met mondkapjes op. Pfff.

We hadden ook nog een gelukje. Via Campsite Photo’s had ik een zoekopdracht gegeven voor Zion, drie nachten aaneengesloten. Het was al wel gelukt om drie nachten te boeken, maar op drie verschillende plekken. Steeds verkassen dus. En zowaar, eergisteren kreeg ik een sms-je: één plaats voor al die dagen! Scheelt toch weer. Nu maar hopen dat het niet stortregent.

Morgen vroeg op, de shuttle van 8 uur en dan, tja, we zullen zien hoe het ons op Schiphol vergaat.

Wordt vervolgd!


We werden door Jette, onze oudste dochter, met onze eigen auto naar de trein gebracht


donderdag 18 augustus 2022

Inleiding: USA 2022!



De route:



1

woensdag

24/aug

AMS - LAS

2

donderdag

25/aug

LAS

3

vrijdag

26/aug

LAS

4

zaterdag

27/aug

LAS - Cedar City

5

zondag

28/aug

Cedar City

6

maandag

29/aug

Cedar City

7

dinsdag

30/aug

Cedar City - Glendale

8

woensdag

31/aug

Glendale - Zion

9

donderdag

01/sep

Zion

10

vrijdag

02/sep

Glendale - Wahweap

11

zaterdag

03/sep

Wahweap

12

zondag

04/sep

Wahweap - Monument Valley

13

maandag

05/sep

Mon. Valley - Hanksville

14

dinsdag

06/sep

Hanksville - Capitol Reef

15

woensdag

07/sep

Capitol Reef

16

donderdag

08/sep

Capitol Reef - Green River

17

vrijdag

09/sep

Green River

18

zaterdag

10/sep

Green River

19

zondag

11/sep

Green River - Grand Junction

20

maandag

12/sep

Grand Junction - Crested Butte

21

dinsdag

13/sep

Crested Butte

22

woensdag

14/sep

Crested Butte - Telluride

23

donderdag

15/sep

Telluride

24

vrijdag

16/sep

Telluride

25

zaterdag

17/sep

Telluride - Durango

26

zondag

18/sep

Durango - Santa Fe

27

maandag

19/sep

Santa Fe

28

dinsdag

20/sep

Santa Fe - Holbrook

29

woensdag

21/sep

Holbrook - Williams

30

donderdag

22/sep

Williams - LAS

31

vrijdag

23/sep

LAS - Lone Pine

32

zaterdag

24/sep

Lone Pine - June Lake

33

zondag

25/sep

June Lake

34

maandag

26/sep

June Lake

35

dinsdag

27/sep

June Lake  - LAS

36

woensdag

28/sep

LAS - AMS 


Route deel 1

Route deel 2


Vijf centimeter. Niet meer en niet minder. Precies zoveel had ik gebruikt uit mijn 40 cm hoge klerentas die ik mee had op onze reis naar Noorwegen, eind juni. Dat moest deze reis anders! Want ja, we gaan weer. Een tour van vijf weken door het ons inmiddels zo welbekende maar nog steeds betoverende zuidwesten van de Verenigde Staten.

Er ging een lange periode van wikken en wegen aan vooraf. Covid, leeftijd (we vallen nu toch echt in de categorie die men hoog- dan wel gewoon bejaard noemt), politieke onrust; allemaal redenen om een en ander goed te overwegen. Maar covid begon af te nemen, althans, dat dachten we nog toen we boekten, we zijn fit genoeg en die politiek hernoemen we deze reis tot struisvogelpolitiek zodat we er niet teveel aan hoeven te denken. En toen waren eind mei opeens ook de tickets redelijk betaalbaar dus hebben we geboekt. Een rechtstreekse vlucht, dat leek ons nu wel eens fijn. Die tussenstops hadden ons de laatste paar keer behoorlijk opgebroken.

De route gaat grotendeels door gebieden die we al meermalen doorkruist hebben. Met hier en daar een nieuw kampeerterrein. Grootste hindernis vormde het door ons vervloekte reserveringssysteem, waardoor we gedwongen waren vrij veel vast te leggen voor ons doen. Maar het is gelukt, ondanks onze 'late' instap: zelfs een paar weken geleden kon ik in Zion nog voor twee dagen een plek reserveren. 

We starten zoals vaker in Las Vegas, in het Main Street Station and Brewerey Hotel. Daar zijn de kamers niet al te duur, hoewel ook hier de inflatie heeft toegeslagen. De eerste drie nachten zullen we daar bijkomen van onze jetlag, de Walmart bestormen voor onze boodschappen en noodzakelijke kampeerartikelen en schaamteloos genieten van het copieuze ontbijt dat in een onvoorstelbaar mooie jaren twintig-eetzaal wordt genuttigd. 

Na Las Vegas is het de bedoeling dat we doorrijden naar Cedar City, dat ligt twee uur rijden noordelijker. Daar gaan we drie nachten logeren bij Carmen en Troy, mensen die we in 2019 ontmoet hebben op een campground in Cathedral Gorge. Zie dag 6 en 7 van 2019. 
En tja, dan komt toch covid weer om de hoek kijken. Gisteravond kreeg ik een appje van Carmen: corona! We moeten dus afwachten hoe het verder gaat. In elk geval zullen we ze moeten opzoeken om onze slaapzakken, die ons als het goed is warm houden tot -8 C, op te halen. Die hebben we namelijk in overleg met de famillie daar af laten leveren. Voorlopig hebben we afgesproken de komende dagen maar contact te houden en zien hoe een en ander zich ontwikkelt. We vertrekken woensdag de 24e en komen na ons verblijf in Las Vegas dan de 27e bij hen aan, met een beetje mazzel is heeft de corona dan weer zijn hielen gelicht. 

Intussen zijn de tassen voor het grootste deel gepakt. Tot mijn verbazing paste het moeiteloos: tent, stokken en pennen, twee fleece slaapzakken (gebruiken we in de gewone slaapzakken als het erg koud is), potten en pannen, thermokleding, donsjassen, mutsen/sjaals/handschoenen én onze gewone kleding. Maar dat dat laatste past is geen wonder, ik heb nu alleen maar precies die vijf centimeter meegenomen die ik in Noorwegen gebruikt had. 



De email-functie die voor Noorwegen niet goed werkte zal het nu waarschijnlijk wel goed doen, dus vul gerust je mailadres in aan de linkerkant als je op de hoogte gehouden wilt worden. En reacties (onderaan in te voegen) zijn altijd welkom!







zondag 6 oktober 2019

Maandag 30 september – dag 37: Las Vegas – Amsterdam/Groningen


dienst·klop·per (de; m,v; meervoud: dienstkloppers)1(negatief) iem. die zich overdreven stipt aan regels houdt

Aldus Van Dale. Met zo iemand hadden wij vanmorgen te maken. Maar eerst ontspon de dag zich in een rustig tempo. Wakker worden, douchen, laatste inpakronde, bagage nogmaals wegen (beide tassen binnen de norm van 23 kg), ontbijten. Ruim op tijd stonden we klaar bij de ingang, wachtend op de shuttle. Er kwam een auto aan waar iemand uitstapte en iets riep van ‘Bert!’. Beetje vreemd, maar we hadden wel eens vaker een personenauto als bagagevervoer gehad. Alles paste maar net in de achterbak , de chauffeur verwonderde zich wel over de hoeveelheid tassen. Net toen we in wilden stappen kwam er een man aanrennen die de chauffeur aansprak. Wat bleek? Er was geen ‘Bert’ geroepen, maar ‘Ed’! En dit wás Ed. Het was helemaal niet onze vervoerder. Dus alles er weer uit, en enkele minuten later kwam de goede shuttlebus. Om precies kwart over acht stonden we op het vliegveld. We hadden gisteren al online ingecheckt, dus het was een kwestie van bagage afgeven. Bij de automaten printten we bagagelabels en instapkaarten uit, daarbij terzijde gestaan door een vriendelijke dame. De grootste tas, die in het hotel precies 23 kg woog, bleek hier iets zwaarder te zijn geworden: 23,4 kg. Maar de andere was juist wat lichter met 21,5 kg. Ik vroeg dus voor de zekerheid of het bij elkaar geteld werd omdat het één boeking was, en daar werd bevestigend op geantwoord. Mooi! Toen moesten we ze op de band zetten bij een nors kijkende meneer. En wat denk je: tas geweigerd! We moesten iets van de te zware tas overhevelen in de andere. Tenzij we graag $100 extra wilden betalen. Wat een dienstklopper! Onze dag, die zo goed begonnen was, voelde opeens heel anders aan.  We sleepten de zaak weer weg en stopten één lange broek en een shirtje in de minst wegende tas. Om er zeker van te zijn dat het nu klopte zetten we alles opnieuw op de weegschaal bij de automaat, waar de lichtere tas nu 23 kg aangaf en de andere 22 kg. Precies goed. De kribbige meneer was inmiddels opgestapt zodat we de tassen bij iemand anders af moesten leveren. Wat denk je? De tas die net nog 23 kg woog, was nu opeens 23,2 kg! En de andere 19,8kg…Ik kreeg het alweer benauwd, maar deze man maalde er niet om en nam ze gewoon in. Opgelucht konden we verder.

Wachten op de shuttle

Valt wel mee toch, de bagage?
Inclusief tent, selfinflating slaapmatten en alle keukenspullen?
Hierna verliep alles vlot. Bij de security hoefden we onze schoenen niet uit te doen en mochten we zo doorlopen. Er werden nog wel wat spullen uit onze handbagage gecontroleerd, ‘You guys have been camping?’ vroeg de veiligheidsbeambte toen hij onze gedeukte aluminium pannenset en het ietwat morsige plastic koffiefilter uit de rugzak van Bert haalde, maar daar bleef het bij. De vlucht naar Houston vertrok vijf minuten eerder dan gepland, en na drie uur landden we daar. We hadden anderhalf uur ertussen, dus meer dan genoeg tijd om nog iets te drinken te halen. Onze tassen hoefden we deze keer niet zelf van de band te halen om vervolgens ergens anders weer af te geven, nee, dat werd gewoon doorgelabeld. Mooi zo!


Tijdens het wachten raakten we aan de praat met een ander stel, waarvan de man naast een grote bos grijs-wit haar een dito baard had. Chuck heette hij. Hij bleek hetzelfde boek te lezen als Bert en dat schiep meteen een band. Ze waren via Amsterdam op weg naar Hongarije, waar de vrouw oorspronkelijk vandaan kwam. Eerst zouden ze met een boot twee weken door Europa varen om daarna op familiebezoek te gaan in Boedapest en omgeving. We hadden een geanimeerd gesprek, de vrouw kwam uit een geslacht van wijnboeren en hun zoons waren ook in dat vak beland in Californië. Opeens verlaagde Chuck zijn stem en zei op fluistertoon: ‘And I am also fulltime Santa Claus! We are very international!’ We schoten in de lach natuurlijk, maar hij leek er echt op!


Aldus vast in kerststemming gebracht zochten we onze plaatsen in het vliegtuig. Ook deze dreamliner had een 3x3 configuratie, en net als op de heenweg hadden we twee plekken naast elkaar in de middelste rij uitgezocht. Nu hadden we extra veel geluk, de derde stoel bleef vrij! Daar konden we de kussentjes en dekentjes neerleggen die altijd in de weg liggen, en onze tassen er bovenop zetten. Ideaal. Ik had trouwens drie stuks handbagage bij me, in plaats van de toegestane twee, maar geen haan die er naar kraaide. Als dat wel het geval was geweest had ik de kleinste in een van de twee andere gepropt maar nu was dat niet nodig. We zetten onze koptelefoons op en keken allebei drie films. Het aanbod was groot, er stonden meer dan honderd films op dus voor elk wat wils. Ik keek Capharnaüm, een hartverscheurend en ontroerend verhaal over een jongetje wat zijn ouders aanklaagt omdat hij geboren is. Onwaarschijnlijk goed geacteerd door niet-professionele kindacteurs. Af en toe kon ik er bijna niet naar kijken, zo heftig. Daarna zag ik Hidden Figures, over drie Afro-Amerikaanse vrouwelijke wetenschappers werkzaam bij de Nasa. Zij hebben alledrie meer dan hun steentje bijgedragen aan de lancering van de eerste Amerikaan (John Glenn, in 1962) in een baan om de aarde, ter voorbereiding van de vlucht naar de maan. Op latere leeftijd hebben zij vele onderscheidingen gekregen, maar in die begintijd vierde de discriminatie hoogtij en was het dus uitzonderlijk dat ze zich uiteindelijk in het witte mannenbolwerk wisten in te vechten. Prachtige film ook. Tot slot keek ik Free Solo, over Alex Honnold die El Capitán in Yosemite beklimt zonder klimmaterialen te gebruiken. Alleen met handen en voeten dus. Adembenemend! Tja, en dan is het opeens al zover en land je op Schiphol. 


We moesten natuurlijk eerst door de douane. Maar, heel gek, er ontstond een enorme opstopping en we konden niet doorlopen. Toen werden we allemaal een andere kant op gedirigeerd door inmiddels opgeroepen personeel. Wij moesten helemaal teruglopen, daar nog ergens naar beneden en op een heel andere plek langs de dienstdoende ambtenaren. Mijn paspoort werd extra tegen het licht gehouden en van alle kanten bekeken (exotische achternaam, dan krijg je dat). Daarna moesten we toch echt onze tassen hebben. Maar waar was die bagageband? Gevraagd, en bleek dat we ergens naar beneden moesten, een kilometer lopen en daar zagen we eindelijk iets. Alleen zochten wij nummer 16, en dat was nog een héél stuk verder! Al met al kostte het een half uur voor we de tassen van de band konden tillen. En toch haalden we op het nippertje de doorgaande trein naar Groningen, wat heel fijn was. Anders hadden we een uur moeten wachten. 


Om 12.04 reden we het station binnen. We hesen onze spullen het perron op en hoorden toen ‘Oma!! Opa!!’ Ons oudste kleinkind, Mille, had ons al gezien en stóóf op ons af, zo hard als haar kleine beentjes haar konden dragen, regelrecht in mijn armen. Ik kon nog net voorkomen dat we allebei op de grond vielen . Daarna was opa aan de beurt, ze sprong zowat een meter omhoog om bij hem te komen. Inger en Daan kwamen erachteraan met Laure, die nog te klein was voor al dit gedoe, zodat we ook die in de armen konden sluiten. We waren weer thuis!


P.S. Die dienstklopper van het begin krijgt de volgende keer met de mattenklopper. Ligt al klaar. Onder het motto ‘soort zoekt soort’.